In de rubriek ‘De keuze van…’ laten we een keur aan kunstliefhebbers (van incidentele kopers tot kunstprofessionals) aan het woord over hun beleving van kunst, en vragen we naar hun voorkeuren: waar zien ze het liefste kunst? Waar kopen ze, en vooral: wie kopen ze? In dit deel Jos van der Velde (Zanger, 63 jaar)
Wat betekent kunst voor jou?
Ik denk dat dit herkenbaar is: een cruciale ervaring die je verdere leven beïnvloedt. Wat betreft hedendaagse kunst is 1986 voor mij de Rubicon gebleken.
Jan Hoet organiseerde dat jaar de Chambres d’Amis in Gent, dat op dat moment nog geen museum voor moderne kunst had. Het concept achter deze tentoonstelling was daarom dat beeldend kunstenaars tijdelijk onderdak zouden vinden bij Gentenaars die daartoe een deel van hun huis ter beschikking stelden. In een paar dagen bezochten we allerlei particuliere huizen in de stad en nog steeds zie ik de ruimten voor me waar o.a. Niek Kemps, Sol Lewitt, Mario Merz, Joseph Kosuth en Niele Toroni hun werk hadden gemaakt. De confrontatie met hedendaagse kunst in een woonomgeving vond ik fantastisch - en daarbij het besef: had ik hier gewoond, ik had meegedaan.
Een goed werk heeft iets vanzelfsprekends, een vanzelfsprekendheid die ik bijvoorbeeld vind in het werk van Steven Aalders. Zijn werk getuigt voor mij van een bijzondere muzikaliteit, een samenklank in kleur waarvan de respectievelijke kleurtonen zodanig op elkaar zijn afgesteld dat ze in een toestand van balans verkeren, terwijl zich onder het oppervlak van het schilderij een polyfonie aan latente kleurharmonieën doet vermoeden. Als muziek van bijvoorbeeld Lassus of Gesualdo zo wordt uitgevoerd, ontstaat een glans en helderheid die voorbijgaat aan de onderliggende complexiteit; alles is dan heel eenvoudig en vanzelfsprekend geworden, zowel voor de uitvoerenden als de luisteraar, dat je moet zeggen: ‘Zo is het, zo moet het zijn’. Het zijn precies die grote concentratie, die klaarheid en eenvoud die zijn werk voor mij zo bijzonder maken.
Heb je kunst van huis uit meegekregen of heb je zelf je pad moeten vinden?
Thuis was er belangstelling voor muziek en verder voor het mooie en goede in het algemeen. Voor de keuzes die ik zelf maak, heb ik mijn eigen pad gevonden.
Waar haal je je informatie over het wel en wee in de kunstwereld vandaan: krant, vakbladen, televisie, online?
In de eerste plaats door bezoek aan een galerie of kunstbeurs – Art Rotterdam – en de cultuurkaternen van NRC Handelsblad en de Volkskrant en ook wel via internet.
Waar bekijk je het liefste kunst? In een galerie, museum, een beurs of online?
In de eerste plaats een tentoonstelling in een museum maar ook een galeriebezoek is heel plezierig omdat je dan vaak meerdere werken van een kunstenaar kunt zien. Beurzen zijn over het algemeen te druk om echt goed te kunnen kijken, maar bieden wel een mooi overzicht. Verder is internet goed voor een eerste indruk. Atelierbezoek volgt vaak als je al werk van de kunstenaar hebt.
Hoe vaak per jaar koop je kunst? Koop je werk in oplage of liefst uniek werk?
Zo’n drie keer per jaar, vaak uniek werk.
En waar koop je dan: in de galerie, op een kunstbeurs, op een veiling of online?
Wij kopen als regel in een galerie en heel soms op een beurs. Overigens, fijn dat de KunstKoopregeling onlangs is voortgezet.
Is het belangrijk dat jij en je partner het altijd eens zijn over een aankoop? Hoe beslis je/jullie?
Ja, want je moet er beiden mee kunnen leven en is er aarzeling dan kan de een de ander proberen te overtuigen. Dat is altijd een leuk spel; juist door te benoemen, scherp je je blik en argumentatie.
Omdat wij tekeningen verzamelen is Galerie Phoebus in Rotterdam aantrekkelijk met een aantal uitstekende tekenaars zoals Simon Benson, Toine Horvers en Henk de Looper.
Bijzonder is Galerie Slewe in Amsterdam vanwege de fraaie ruimte en de vaak uitgewogen exposities van kunstenaars die abstract-minimaal werken. Dat voor iedere tentoonstelling een podcast wordt gemaakt in de vorm van een interview met de kunstenaar, is ook bijzonder informatief.
Galerie Kristof de Clercq in Gent bezoeken we graag voor kunstenaars als Vicken Parsons en German Stegmaier. Zijn aanbod ligt over het algemeen in de lijn die wij verzamelen.
In het verleden kwamen we ook graag bij Galerie Nouvelles Images in Den Haag die veel kunstenaars had die in de abstract-minimale traditie werkten, zoals Jerry Keizer, Cor van Dijk en JCJ Vanderheyden.
Als je onbeperkt budget had, van wie zou je dan een werk aankopen?
Als dit maar niet suggereert dat alles dan beter en mooier wordt, want ook met een onbeperkt budget spring je niet over je eigen schaduw.
Ik denk daarom ‘meer in de lijn van het al verzamelde’. Eduardo Chillida: lapidaire architecturale vormen, verfijnd en stoer tegelijk.
Juist in aanvang ontoegankelijk werk kan bij nadere beschouwing buitengewoon boeiend blijken. Het werk van Dan Walsh oogt bij een eerste blik misschien vlak en eenvormig, maar is dat beslist niet. Zijn werk laat een fascinerende beheersing zien van het schilderproces. Zijn doeken – opgebouwd uit een raster van patronen – maken dat je tijdens het kijken als vanzelf de gang van de kwast over het linnen reconstrueert. Langzaam kijken, ik houd er zeer van.
De schilder Robert Ryman heeft het eens mooi gezegd: ‘I want to raise the issue of silence.’ Deze uitspraak is zonder meer van toepassing op de keuzes die wij maken – bij ons niet het spectaculaire symfonische werk, maar veeleer de kamermuziek van de beeldende kunst waar het kleine gebaar tot een sprekend en zelfs groots detail wordt. Ook in muzikaal opzicht is stilte overigens een wezenlijk en intrigerend fenomeen.
Wie zijn je favoriete kunstenaars (op GalleryViewer), en waarom?
Het werk van Charl van Ark verdient beslist meer aandacht. Zijn schilderijen, vaak in witten, kenmerken zich door een grote gelaagdheid en ruimtelijkheid. Philippe Van Cauteren, directeur van het S.M.A.K. in Gent, kwam bij de opening van een dubbelexpositie - samen met Ante Timmermans in Veurne (BE) - woorden tekort om de kwaliteit van zijn werk te benoemen, zo verrast was hij. ‘We moeten in België meer naar het Noorden kijken,’ besloot hij zijn betoog.
Simon Benson is een tekenaar die al decennia werkt aan een consistent en rijkgeschakeerd oeuvre met thema’s als architectuur, filosofie, literatuur, kunstgeschiedenis en actualiteit.
De beelden in staal van Cor van Dijk (Galerie van den Berge & Galerie Ramakers) kenmerken zich door een monumentaliteit die samengaat met verfijndheid en precisie.
In haar schilderijen laat Ditty Ketting een zich ontwikkelend proces zien van heldere kleurgradaties.
Ruud Kuijers afgietsels van samengestelde plastic bakjes worden speelse, kleine sculpturen in beton.
Steven Aalders, hiervoor al genoemd vanwege zijn helderheid in complexiteit.
Jan Roeland, zo veel met zo weinig.
Adam Colton, vanwege zijn verfijnde waarneming en transformatie van het detail.
Willy de Sauter, panelen in krijt, minimaal en verstild.