Wist je dat je op GalleryViewer ruim 23.000 kunstwerken kunt ontdekken van galeries uit Nederland en België? Je kunt eenvoudig zoeken op medium, zoals fotografie, videokunst of sculptuur, maar ook op kunstenaars die vertegenwoordigd zijn in collecties van toonaangevende musea als Stedelijk Museum Amsterdam, het M HKA of het MoMA. Daarnaast is het mogelijk om te filteren op prijs. Zo staan er momenteel zo’n 3500+ werken op het platform voor onder de €1000. In dit overzicht lichten we negen kunstwerken uit die binnen die prijscategorie vallen.
Romain Jacquet-Lagrèze (Blue Lotus Gallery) richt zijn lens op het leven boven straatniveau in Hongkong, waar bamboestellingen, gevelgroei en vliegroutes van vogels een verborgen stadslaag vormen. In ‘Echoing Above’ volgt hij drie jaar lang de mensen, bomen en dieren die zich in die verticale wereld bewegen. Zijn beelden tonen een ambacht en een stadsritme die in stilte verdwijnen, nu traditionele bamboesteigers plaats dreigen te maken voor uniforme alternatieven. Lees hier een artikel over zijn werk.
Yumiko Yoneda (Ramakers Gallery) maakt verstilde, afgeronde volumes die aanvoelen alsof ze zacht zijn ingedrukt, met een spanning die van binnenuit lijkt te komen. Haar sculpturen zijn meestal wit of lichtgrijs en reageren sterk op het licht, waardoor ze telkens een andere intensiteit en aanwezigheid krijgen. Ondanks hun eenvoud hebben de vormen iets organisch en menselijks, alsof ze net een beweging hebben gemaakt of daar elk moment toe zouden kunnen komen. Elk werk wordt zorgvuldig met de hand opgebouwd uit lichte materialen. Yoneda’s praktijk draait om aandacht, stilte en het zoeken naar een vorm die tegelijkertijd beheerst en levendig is.
Alicia Framis (Upstream Gallery) onderzoekt in haar recente werk hoe onze relaties verschuiven nu technologie steeds menselijker wordt. Haar radicale uitgangspunt daarbij is Ailex: een door AI aangestuurd hologram met wie ze in 2024 trouwde. Dit transparante epoxybeeld van een hand functioneert als een tastbare manifestatie van een partner die zelf geen lichaam heeft. Die spanning tussen intimiteit en ontastbaarheid sluit aan bij Framis’ bredere praktijk, waarin ze al jaren vragen stelt over vrouwelijkheid, macht, publieke ruimte en de sociale structuren die ons gedrag bepalen. Haar werk raakt daarmee aan grotere vragen over toekomst, autonomie en de grenzen tussen technologie en lichamelijkheid.
Natascha Libbert (Galerie Vriend van Bavink) fotografeert plekken waar menselijk ingrijpen letterlijk in het landschap is terug te lezen, van chemisch gekleurde meren tot kustlijnen die zijn overgenomen door ingevoerde oesters. In haar beelden schuurt schoonheid tegen schade: wat je ziet is oogverblindend, maar tegelijk tekenend voor een wereld die uit balans is geraakt. Ze zoekt situaties waarin natuur en menselijke invloed botsen of zich juist aan elkaar aanpassen. Libbert werkt intuïtief en documentair, zonder enscenering, en gebruikt het landschap om iets te begrijpen over de mens die het heeft gevormd. Het resultaat zijn foto’s die je eerst verleiden en vervolgens dwingen om na te denken over de sporen die we achterlaten. Lees hier een artikel over haar werk.
Jo Delahaut (Callewaert Vanlangendonck Gallery) geldt als een sleutelfiguur binnen de geometrische abstractie in België. Hij behoorde tot de eerste Belgische abstracte kunstenaars na 1945 en maakte zijn eerste abstracte werk in 1946 binnen La Jeune Peinture Belge. In 1952 richtte hij samen met Pol Bury de groep Art Abstrait op, waarna zijn herkenbare beeldtaal ontstond met halve cirkels en rechthoeken met een stompe hoek. Later stichtte hij ook de groepen Formes en Art Construit en onderschreef hij het manifest Le spatialisme. Zijn werk ontwikkelde zich richting een vereenvoudigde vormentaal die aansluit bij de Amerikaanse hard edge, aangevuld met driedimensionale projecten en een sterke interesse in architectuur.
In mei 1984 verbleef Hans van der Meer (Galerie Wouter van Leeuwen) twee weken in Hongarije als gast van het Hongaarse Ministerie van Cultuur, in het kader van een cultureel uitwisselingsprogramma tussen Nederland en Hongarije. Die uitnodiging gaf hem de mogelijkheid om langere tijd in Boedapest te werken, dat toen nog achter het IJzeren Gordijn lag, en vrij op straat te fotograferen: een uitzonderlijke situatie. Al snel ontdekte hij dat juist de kleine, alledaagse handelingen en lichaamshoudingen een natuurlijke ingang vormden om de stad en haar bewoners te leren kennen. Zijn doel was niet om de politieke realiteit te documenteren, al ademt zijn werk wel degelijk de sfeer van de nadagen van het communisme, zonder dat hij die expliciet hoeft te benoemen. Later dat jaar huurde hij een flat in Boedapest en ging hij dagelijks de straat op, waar hij mensen fotografeerde in onnadrukkelijke, soms licht absurde poses. Juist daardoor kreeg die periode onverwacht een documentaire waarde: hij legde de alledaagse taal van een samenleving in transitie vast. Lees hier een artikel over zijn werk.
Jana Coorevits (FRED & FERRY) onderzoekt in haar werk hoe landschappen, lichamen en emoties elkaar spiegelen, vaak via kleine verschuivingen in schaal en perspectief. Ze brengt grote, bijna mythische elementen (zoals de maan, een bergketen of een woestijn) daarmee terug tot een tastbaar formaat. Ze werkt traag en aandachtig, met beelden die denken aan stilte, detail en de manier waarop tijd zich in materie nestelt.
Cuny Janssen (andriesse ~ eyck galerie) richt zich in haar serie ‘My Only Defense Against Fate Is Color’ op alledaagse groente en fruit, die zij met bijna klinische helderheid en uitgesproken kleuren in beeld brengt. In deze beelden, die aan hedendaagse stillevens doen denken, laat ze zien hoe vorm, textuur en kleur een onverwachte intensiteit kunnen krijgen wanneer je de wereld vertraagd bekijkt. Haar werkwijze blijft trouw aan haar documentaire achtergrond: geen enscenering, geen manipulatie, maar een extreme precisie in licht, kadrering en compositie. Daarmee tilt ze het alledaagse uit zijn context en krijgt het iets bijna sculpturaals. De serie vormt een verrassende uitbreiding van haar praktijk, maar sluit aan bij haar interesse in het zichtbaar maken van dat wat we meestal over het hoofd zien.
Kees de Vries (Galerie Franzis Engels) werkt met een opmerkelijk en ogenschijnlijk kwetsbaar materiaal: zoutkristallen. Het verwerken daarvan lijkt bedrieglijk eenvoudig maar het materiaal laat zich in de praktijk nauwelijks sturen. De Vries laat het zout groeien tot wandwerken en sculpturen die tegelijk korrelig, licht en bijna sneeuwachtig aanvoelen. Zijn interesse ligt daarbij zowel in de geschiedenis en symboliek van zout als in de alledaagse aanwezigheid ervan. Na jaren van experimenteren ontwikkelde hij een methode om het instabiele materiaal duurzaam te fixeren, vaak in combinatie met hars en andere natuurlijke elementen. In zijn recente werk krijgt zout ook een meer persoonlijke betekenis, bijvoorbeeld als verwijzing naar het idee om iets ‘met de mantel der liefde te bedekken’. Lees hier een artikel over zijn werk.