Bertien van Manen, die eerder dit jaar overleed, was een verhalenverteller die de schoonheid en complexiteit van het menselijk bestaan wist te vangen. Haar foto's onderscheiden zich door de oprechte en persoonlijke band die ze wist op te bouwen met haar onderwerpen, soms door lange periodes met hen door te brengen en brieven en foto’s met hen uit te wisselen. Haar intieme foto’s onthullen de mensen achter de stereotypes, waarbij ze de rauwe, onopgesmukte werkelijkheid en de menselijkheid van haar onderwerpen centraal stelde. Van Manen reisde de wereld rond en legde de levens vast van mensen in onder andere de Appalachen, Rusland (en de voormalige Sovjet-Unie), Oost-Europa, de Sahara, Nicaragua, het Verenigd Koninkrijk en China. Omdat ze haar subjecten soms echt beter leerde kennen kon ze diep doordringen tot de essentie, waardoor de foto’s ongepolijst, informeel en persoonlijk zijn. Het werk van Van Manen is opgenomen in de collecties van vooraanstaande musea zoals het MoMA, het Metropolitan Museum, het SFMoMA, Huis Marseille, het Stedelijk Museum, het Rijksmuseum en het Tokyo Metropolitan Museum of Photography.
Robby Müller, During 'Honeysuckle Rose', Austin, Texas, 1979, Annet Gelink Gallery
Eigenlijk waren de foto’s en polaroids van meestercinematograaf Robby Müller nooit bedoeld voor een groot publiek: hij maakte ze op verloren momenten tussen de bedrijven door. Het toeval wil dat de Britse kunstenaar en regisseur Steve McQueen bevriend was gebleven met Müller en zijn vrouw, nadat ze samen hadden gewerkt aan een project van McQueen. Ze woonden op dat moment allebei in Amsterdam en toen McQueen de collectie van ruim 2000 polaroids onder ogen kreeg zei hij meteen “Oh daar moet je echt iets mee doen.” Müller was een waanzinnige cameraman die meer dan zeventig films maakte met de groten der cinema: van Wim Wenders en Jim Jarmusch tot Lars von Trier en (de eerdergenoemde) Steve McQueen. Hij was cinematograaf van beroemde films als Paris, Texas, Down By Law, Breaking the Waves en Dancer in the Dark. Hij maakte in totaal zelfs twaalf films met Wenders. Müller won verschillende internationale oeuvreprijzen voor zijn filmwerk en in 1988 trad hij op als jurylid op het Filmfestival van Cannes. Müller ging daarnaast nooit de deur uit zonder camera en gaf daarbij de voorkeur aan polaroids vanwege het snelle resultaat. Hij maakte regelmatig foto’s van verloren momenten, ook tijdens draaidagen. Deels voor zijn plezier, maar ook als manier om te experimenteren met licht, kleur, schaduw en compositie. Het liefst fotografeerde hij in het ‘blauwe uur’, waarin natuurlijk licht en kunstlicht samen zichtbaar zijn. Hij had een talent om schoonheid te vinden op de minst veelbelovende plaatsen. Door zijn werk als cameraman wist Müller bovendien als geen ander hoe hij de driehoeksrelatie tussen het licht, de fotograaf en de camera optimaal kon benutten.