Verslaggever Bor Beekman sprak in Venetië, waar Living the Light in première ging, met maker Claire Pijman én actrice Nastassja Kinski over de Hollandse grootmeester.
‘Als Robby hier was, zou hij dát daar filmen, de reflectie.’ Nastassja Kinski (57) wijst op de lichtval op de poot van een vleugelpiano, even verderop. De actrice spreekt met zachte stem over de afgelopen zomer op 78-jarige leeftijd overleden Nederlandse cameraman Robby Müller. Intussen ploegt ze, in een overkapte tuin, door haar drie tassen. ‘Sorry, ik raak zo in paniek als ik iets niet kan vinden. Wat was ik aan het zeggen? O ja, Robby zag details die andere mensen niet zagen. Hij was zo zachtaardig op de set. Ik voelde me altijd beschermd.’
De documentaire Living the Light van Claire Pijman maakt deel uit van het officiële programma van het filmfestival van Venetië. Kinski, die haar debuut maakte in Falsche Bewegung, een Duitse door Müller gefilmde roadmovie van Wim Wenders uit 1975, was eregast bij de première. ‘Ik was 12 tijdens de opnamen. Er zijn meer films die me dierbaar zijn, zoals Tess van Roman Polanski, uit 1979, maar dit was de eerste.’
Kinski is ook te zien in een van Müllers bekendste opnamen: de van kleurenpracht spetterende peepshowscène uit Wenders’ met een Gouden Palm bekroonde film Paris, Texas (1984). Het roze mohair truitje dat Kinski daar droeg leek dankzij de lens en belichting van de Nederlander te leven. ‘Ik ben bevriend met Florian Henckel von Donnersmarck, die Das Leben der Anderen heeft gemaakt. Hij zei dat hij voor zijn nieuwe film precies zo’n truitje zocht, maar het niet kon vinden. Toen heeft hij er speciaal een voor zijn actrice laten maken.’
Kinski is wel te zien in de Nederlandse documentaire, maar komt anders dan door Pijman geïnterviewde regisseurs niet aan het woord. ‘Dat geeft niet. Ik ben deel van zijn werk.’
Intiem portret van een reizend bestaan
Living the Light, waarin behalve Wenders ook Jim Jarmusch en Lars von Trier spreken over hun werk en vriendschap met Müller, is ook een intiem portret van diens veelal reizende bestaan. Müller legde de camera zelden weg, filmde ook voortdurend naast de set: zijn kinderen, ouders, hotelkamers, grassprietjes. En zichzelf: met de vingers van zijn hand lichtbundels creërend in het vroege zonlicht, ergens in de Amerikaanse woestijn.
Spelend met camera en licht, zoals een ander op een gitaar tokkelt, zegt Pijman, zelf ook cinematograaf. ‘Ik wilde dat het beeld leidend was in de documentaire. Geen interviews en daar dan beeld bij zoeken, maar juist andersom.’ Op die wijze memoreert Jarmusch, die voor films als Down by Law (1986) en Dead Man (1995) met Müller door de Verenigde Staten trok, hoe de lichtgevoelige cameraman in hotelkamers altijd terstond de lampen bijstelde, of er gekleurde sjaaltjes overheen hing. Als eerbetoon verzorgde de band van de Amerikaanse filmmaker, Sqürl, de muziek voor Living the Light.
Een andere regisseur, Wim Wenders, ontmoette Müller toen die nog camera-assistent was, zag hoe de Nederlander met één hand de focus bediende, alles scherp hield en onderwijl met de andere hand een sjekkie rolde én aanstak. ‘Toen dacht ik: met hem kan ik álles maken.’
Pijman werkte vier jaar aan de documentaire over Müller, die in de jaren voor zijn overlijden almaar moeilijker sprak, vanwege een neurologische aandoening. Aanvankelijk zou ze alleen het omvangrijke privéarchief aan videobandjes digitaliseren, een vriendendienst. Maar ze trof zo veel moois aan dat een film niet uit kon blijven. Zoals vele natuuropnamen, maar ook beelden van Müller zelf, die zijn eigen antwoordapparaat en kamer filmt terwijl hij berichten afluistert waarop David Lynch met z’n typische wat hoge kraakstem uiterst respectvol meldt dat hij tóch met een andere cameraman in zee moet gaan. ‘Ik vind het zo bijzonder hóé hij dat filmt. Een afwijzing, maar wel een aardige afwijzing.’
‘Müller filmde zoals hij was’
Bij zijn eerste grotere Hollywoodproductie, Honeysuckle Rose (1980), lag de Nederlander direct in de clinch met de crewgenoten. Er stonden voor vroege buitenopnamen vrachtwagens vol lampen, een legertje kabelleggers en talloze technici klaar. Heb ik niet besteld, zei Müller vervolgens, die iedereen wegstuurde: dit was tussen hem en de zon.
Ook die schitterende silhouetopnamen komen voorbij in Living the Light. ‘Ik denk dat hij filmde zoals hij was’, zegt Pijman. ‘Hij zocht nooit het briljante plaatje, composities ontstonden vanuit zijn gevoel. Hij had ook een hekel aan het woord uitdaging; dat iets op de set een uitdaging was. Dat raakte te zeer aan competitie en zei hem niks. Natuurlijk heeft hij óók van die briljante shots gedaan, vanaf een kraan bijvoorbeeld. Maar alleen als hij vond dat het paste.’
Von Trier vroeg Müller voor Breaking the Waves (1996) en Dancer in the Dark (2000). Diens losse en verfijnde stijl in die films, de camera veelal in de hand, is nooit overtroffen, wel vaak gekopieerd. ‘Ik had niet verwacht dat ik in Dancer in the Dark Catherine Deneuve zo slordig licht zou geven’, zegt de cameraman er zelf over in de documentaire. ‘Maar voor deze film hóéft het niet picobello.’