In de rubriek ‘De keuze van…’ laten we een keur aan kunstliefhebbers (van incidentele kopers tot kunstprofessionals) aan het woord over hun beleving van kunst, en vragen we naar hun voorkeuren: waar zien ze het liefste kunst? Waar kopen ze, en vooral: wie kopen ze? In dit deel Alexander Ramselaar (Oprichter Backing Grounds en kunstverzamelaar, 51 jaar)
Wat betekent kunst voor jou?
De reflectie op en duiding van alles wat er gaande is op onze wereldbol, and beyond. Zonder grenzen. Kunstenaars openen steeds mijn ogen en prikkelen mijn geest.
Mijn ouders namen me mee naar een breed scala aan musea, in de plaatsen langs het IJsselmeer en Noordzeekust waar we zeilden, of in de steden die we bezochten in Europa. Dat hoorde simpelweg bij de opvoeding. En ze kochten kunst. Die keer dat zij een hedendaags werk kochten van Jean-Marc Spaans was voor mij een tipping point. Dat was in 2000. Ik kocht pardoes ook een werk van hem. Daarna heb ik met vallen en opstaan mijn eigen pad in de wereld van de hedendaagse kunst geplaveid en dat doe ik nog steeds.
Waar haal je je informatie over het wel en wee in de kunstwereld vandaan: krant, vakbladen, televisie, online?
Overal, eigenlijk. Natuurlijk zijn er de bekende bronnen om mijn informatie bij elkaar te harken, maar de velden van de kunst zijn zo breed. Van film tot boek tot mode. Het zijn parallelle werelden, die ook weer in elkaar grijpen. De afgelopen jaren heb ik het vooral gezocht in verdieping van het bestaande – in en van oeuvres van kunstenaars die thuis de muur of vloer sieren. Een zoektocht naar de samenhang tussen thema’s en onderwerpen die me kennelijk boeien - en minder in het nieuwe.
Het Antropoceen bijvoorbeeld. Of zout. Ooit een wettig betaalmiddel, stond aan de basis van afdruktechnieken in de fotografie, nu een goedkoop ingrediënt in de schappen van iedere supermarkt, een universele smaakversterker die in keukens waar ook ter wereld wordt gebruikt. Een paar jaar terug kocht ik treffende zoutsculpturen en een zoutprint van Remco Torenbosch. Afgelopen zomer fietste ik in een winterse kou over de schier oneindige zoutvlaktes in Bolivia. Nu een potentiële goudmijn voor de winning van lithium voor onze iPhones en Tesla’s. En onze Westerse industrieën die er als gieren omheen dansen. Net als de Spanjaarden die eeuwen terug het zilver ten eigen faveure verzilverden. De waarde van zout door de eeuwen heen? De kennelijke wetten van de economie? Een geschiedenis die zich herhaalt? De vindingrijkheid van de mens? White supremacy? Onderwerping van de natuur? Kan dat eigenlijk wel? En dagelijks verbruik ik het weer met een draai aan de molen of het intikken van mijn telefoon.
Waar bekijk je het liefste kunst? In een galerie, museum, een beurs of online?
De rust van een museum, presentatie-instelling of galerie blijft onovertroffen. Een goed gecureerde tentoonstelling, daar kan niets tegen op. Er zit vaak zoveel visie, aandacht en verfijning van de kunstenaar, galeriehouder of curator in. Maar ook thuis, die dagelijkse dialoog met een werk, dan voel ik me trouwens bevoorrecht. Atelierbezoeken doen me beseffen dat kunst ook ‘gewoon’ gemaakt wordt.
Hoe vaak per jaar koop je kunst? Koop je werk in oplage of liefst uniek werk?
Ieder jaar koop ik een ‘groot’ werk. Meestal een sculptuur of installatie, na grondige research en afweging. En route val ik voornamelijk voor fotografie. Ik houd van series en verdiep me dus graag in de oeuvres van kunstenaars waar ik al werk van heb. Een deel van mijn budget gaat naar Stichting C.o.C.A., waarmee we ieder jaar een werk en tentoonstelling voor een kunstenaar mogelijk maken. En soms een werk in opdracht: Benjamin Roth realiseerde een paar jaar terug een keukeninstallatie waarin het fijn en inspirerend koken en vertoeven is.
En waar koop je dan: in de galerie, op een kunstbeurs, op een veiling of online?
Bijna altijd via een galerie, soms bij een kunstenaar. Een werk moet je zien en voelen. Met fotografie durf ik het aan online te kopen, maar enkel als ik de materialiteit van het betreffende werk ken.
Is het belangrijk dat jij en je partner het altijd eens zijn over een aankoop? Hoe beslis je/jullie?
Niet! Het is uiteindelijk een individuele keuze, denk ik. Kunst leent zich niet voor compromissen. Gelukkig zijn de muren thuis nog nooit voor 50% opgeëist!
Is er een galerie waar je een speciale band mee hebt?
Galeries vervullen in de keten van de beeldende kunst een belangrijke rol. Die wordt naar mijn mening door overheid en fondsen onvoldoende op waarde geschat. Ik bewonder veel galeriehouders om hun visie, selectie, gedrevenheid en niet aflatende drang kunst naar het publiek te brengen. Jullie willen natuurlijk namen. Vooruit. De programma’s van Annet Gelink en Wilfried Lentz boeien me door de jaren heen. Maar die van bijvoorbeeld Fons Welters en Ellen de Bruijne ook. Zij durven het aan om in een vroeg stadium achter een kunstenaar te gaan staan. Door de jaren heen volgen zij compromisloos hun hart en maken sterke keuzes.
Als je onbeperkt budget had, van wie zou je dan een werk aankopen?
Poeh, tja. Mijn portemonnee kan niet aan wat mijn ogen en mind door het jaar heen zien. Als geld echt geen rol speelt, zou ik graag een inhaalslag maken in de oeuvres van de groten uit de Arte Povera. Een Hiroshi Sugimoto of Diane Arbus zou ik ook graag van de wand plukken op Paris Photo. Maar nee, toch niet. Ik geloof dat ik dan toch liever meer hedendaags zou aankopen. Het verderfelijke van ‘verzamelaar’ zijn: steeds die projectie dat een werk thuis zou kunnen hangen of staan.
Wie zijn je favoriete kunstenaars (op Gallery Viewer), en waarom?
Ed van der Elsken, Robby Müller en – onlangs – Michael Wolf zijn ons veel te vroeg ontvallen. Zij wisten het dagelijkse in binnen- en buitenland pakkend te vatten in beeld. Van hen heb ik meerdere werken, en blijf ik werk van aankopen. Misschien is het mijn reislust die me naar hen toetrekt.
En ja, de oeuvres van de Italianen Rossella Biscotti en Giorgio Andreotta Calo. Zij vertalen de vraagstukken van nu en misschien wel van altijd in werken die me dagelijks bevragen.
De films van Yael Bartana treffen me eigenlijk iedere keer. Bijzonder hoe zij culturele en nationale identiteit en heden en verleden weet te versmelten in overrompelende producties.
Wouter Paijmans bouwt aan een interessant oeuvre, spelend met onze koopzucht, origineel en confectie.
Van Paul Geelen zag ik eerder shows bij de Ateliers en P////AKT. Via Stichting C.o.C.A. leerde ik hem beter kennen en startte hij zijn slakken-project. Fraai hoe hij dat in de loop der jaren uitbouwt en van nieuwe dimensies voorziet.
Dat geldt ook zeker voor Esther Tielemans. In maart jl. trof ik Esther in haar studio bij ISCP in Brooklyn. De eerste verfstreken hadden hun weg gevonden op de panelen. Onmiskenbaar Esther, steeds weer verfrissend en verdiepend.
Edward Burtynsky en Olaf Otto Becker zijn vermaarde fotografen. In hun landschapsfoto’s verbinden zij de op het oog verblindende schoonheid aan de onheilspellende vraagstukken van nu.
Van Job Koelewijn heb ik ouder werk. Hij heeft geen hoge productie, maar steeds weer intrigeren zijn installaties en werken me. Die intense ervaring van de alledaagse werkelijkheid.
In 2003 fietste ik 10 dagen door Los Angeles. Ook langs de Imperial Courts. Het voelde als een kwestie van logica een tweeluik van Dana Lixenberg aan te kopen. Moeder en dochter, op ongeveer dezelfde leeftijd gefotografeerd. In de tussentijd is er geen beter perspectief voor hen ontstaan.
Het vroege werk van Jan van Munster (Galerie van den Berge / Galerie Ramakers / Slewe Gallery) is net zo springlevend als zijn recente werk. Ik bewonder kunstenaars die hun leven lang stug doorwerken aan hun oeuvre en zich niets aantrekken van de heersende trends of mode. Hetzelfde geldt voor Karel Martens. Van hem kocht ik net een bijzonder werk, Magical Square. Gedrukt op de beurspagina van de Financial Times. Een gelaagd werk dat de volatiele economie, de vedische mathematica en de magie èn logica van het mengen van de drie basiskleuren bij elkaar brengt.