Wat ik schilder, wil ik schilderen. Ik heb geen zin om mij al dan niet tegen, met of voor bepaalde kunstuitingen te manifesteren of bij aan te sluiten. Mijn werk wordt meestal omschreven als abstract. Voor mij gaat het in de eerste plaats over verfhuid en over de gelaagdheid van verven over elkaar. Ik schilder wat niet kan worden aangeraakt. Uiteindelijk groeien mijn beelden abstract door er verder op te werken, door te schilderen. Je bent bezig met een schilderij, of dat nu abstract of figuratief is, is voor mij niet zo belangrijk. Ik begrijp figuratie en abstractie in de kunst niet als een tweesplitsing. In mijn werk zit een bepaalde eenheid, een bepaalde beweging die het ene werk versterkt naar het andere toe.
Mijn schilderkunst heeft een vaste ondergrond, waarboven en waarlangs de verf loopt, tot stilstand komt en daarna weer opgenomen wordt in het volgende doek. Daarom werk ik ook meestal aan verschillende schilderijen. Het ene schilderij volgt het andere op. Er is geen sprake van chronologische volgorde. Mijn oeuvre is als een sneeuwbaleffect. Het ene doek zet het andere aan. 'A never ending story'. Ik durf te stellen dat ik een eigentijdse, radicale schilder ben. Dat uit zich in de voortdurende verandering en complexiteit van vormen en niet-vormen. Mijn werk is nooit af. Het wordt getoond in zijn onvolledigheid. Vandaar ook het gevoel van oneindigheid in mijn schilderijen.