Het werk van de Nederlandse kunstenaar Jeroen Jongeleen, ook wel bekend als Influenza, wordt gekenmerkt door een duidelijke dissensus: een die zowel de oppervlakkigheid van het stadsontwerp als de toenemende kolonisatie van de straat tegenwerkt. In een praktijk die zich op een militant actieve manier bezighoudt met beelden en de openbare ruimte, gebruikt hij vele methoden en materialen - inclusief stickers, plastic zakken, verweesde fietsbanden, spuitverven en zelfs het menselijk lichaam zelf - in een poging om de banaliteit en steriliteit van de moderne stad te verlevendigen en de stedeling mee te nemen in zijn spel.
Als voorstander van een meer bevrijde publieke sfeer, en uit kritiek op de overregulering van zowel de stad als de kunst, worden de ingetogen maar altijd ingenieuze stedelijke interventies van Jongeleen sterk beïnvloed door avant-garde kunststromingen uit de 20ste eeuw van Dada, Provo en Situationisten tot de punkbeweging en verder de Graffiti en Streetart in.
Hij beschrijft zijn motivatie om kunst te creëren als niet over 'decoratie of mensen gelukkig maken, maar over vrijheid van meningsuiting en beweging, over oppositie als de essentie van een waarlijk democratische samenleving'.
Zijn politiek gemotiveerde werk is daarom bedoeld om de kracht en de dynamiek van de straat te illustreren, de goede kijker een imaginaire achterdeur te bieden in zijn burgerschap, terwijl het tegelijkertijd een utopische visie biedt op de toekomst.