In AKINCI is tot en met 18 juli de tentoonstelling HUNGER te zien, waarin honger op een brede manier geïnterpreteerd wordt: honger naar leven, liefde, menselijk contact, aanraking en vrijheid. De gedachte is dat de isolatie en onzekerheden van de afgelopen maanden hebben gezorgd voor een verscherping van onze zintuigen. De vijf kunstenaars Clarinde Wesselink, Sarah Naqvi, Melanie Bonajo, Cevdet Erek en Gluklya geven in deze tentoonstelling allemaal hun unieke artistieke vertaling van dit onderwerp.
Het werk van Sarah Naqvi is uitgesproken politiek, activistisch en feministisch geladen en ze stelt in haar werk ook Indiase (en eigenlijk universele) taboes aan de kaak die ze niet meer vindt passen in 2020. Denk bijvoorbeeld aan menstruatie, genderfluïditeit, vrouwelijke seksualiteit en onrealistische idealen rondom het vrouwenlichaam. Ze maakte bijvoorbeeld kleine geborduurde vulva’s, maar ook een protestdeken als reactie op een controversieel Indiaas wetsvoorstel. Haar uitgesproken werk leverde haar overigens veel kritiek op vanuit orthodoxe hoeken. In haar materiaal kiest Naqvi vaak voor een bepaalde zacht- en kwetsbaarheid en ze maakt daarbij regelmatig gebruik van traditionele Indiase technieken. Naqvi startte afgelopen seizoen aan een residentie bij De Ateliers in Amsterdam en liet net voor de quarantaine een paar werken uit haar thuisland India naar Nederland verschepen. In deze tentoonstelling kun je een aantal borduurwerken van haar hand zien die tegelijkertijd krachtig en kwetsbaar zijn, naast een reeks aquarelschilderijen. Haar werk was eerder te zien in internationale groepstentoonstellingen (van Hong Kong en Berlijn tot New York) en Naqvi ontving daarnaast ‘The Phenomenal she’ prijs (2019) en de NID Ford Foundation Grant (2018).
De Turkse kunstenaar en muzikant Cevdet Erek houdt zich bezig met perceptie en ervaring, waarin plaats, tijd en ritme een belangrijke rol spelen. Zijn werk is vaak site-specific en wordt meestal ontwikkeld voor ruimtes die geen duidelijke link hebben met kunst. Voor zijn deelname aan dOCUMENTA (13) in 2012 maakte hij bijvoorbeeld een installatie in een verlaten magazijn. In 2017 presenteerde hij een project voor het paviljoen van Turkije tijdens de Biënnale van Venetië en in 2012 mocht hij de Nam June Paik Award in ontvangst nemen. In deze tentoonstelling is zijn werk ‘SSS - Shore Scene Soundtrack installation’ (2007) te zien. Erek: "Het werk is gebaseerd op een heel eenvoudig idee, waarbij je je handen gebruikt om op een tapijt het geluid van de kust na te bootsen.”
Erek nam zijn eigen handbewegingen op en in de registratie daarvan zien we hoe hij een los stuk synthetisch tapijt uit zijn woonkamer masseert op een klassieke Steinway-vleugel. In een bijbehorend instructieboekje geeft Erek voorbeelden van mogelijke handbewegingen die de kijker kan nabootsen. Hij beschrijft daarin ook zijn eigen ervaringen. Tip: Erek’s werk ‘Shading monument’ (2017) is op dit moment ook te zien in de entreehal van het Centraal Museum in Utrecht.
Gluklya, de kunstenaarsnaam van Natalia Pershina-Yakimanskaya, wordt gerekend tot de pioniers van de Russische performancekunst. Ze verdeelt haar tijd tussen St Petersburg en Amsterdam. “Mijn positie als kunstenaar is gericht op het overwinnen van onwetendheid — en daarbij in dialoog blijven gaan”. Kwetsbaarheid en machtsstructuren in de openbare ruimte spelen een centrale rol in haar praktijk, waarvoor ze ook veel sociaal-wetenschappelijk onderzoek gebruikt. Die kwetsbaarheid interpreteert ze overigens op verrassende manieren. Gluklya’s werk was te zien tijdens de 56e editie van de Biënnale van Venetië en werd wereldwijd vertoond in groepstentoonstellingen. In 2018 stelde ze haar werk tentoon in het Van Abbemuseum. In de tentoonstelling in AKINCI zien we welke invloed de coronacrisis heeft gehad op haar emoties en praktijk. Ze drukt social distancing daarbij uit in de vorm van waterverf- en potloodtekeningen die soms een beetje onheilspellend aan doen.
Melanie Bonajo gebruikt film, fotografie, installaties, performance en muziek om dieper in te gaan op thema’s als intimiteit en sociale isolatie, zeker in een wereld die volgens haar steeds onpersoonlijke en sterieler wordt door alle technologische ontwikkelingen. Groepen die manieren vinden om buiten het kapitalistische systeem te functioneren hebben daarom een bijzondere aantrekkingskracht op deze kunstenaar. Ook verbeeldingen van vrouwen spelen een belangrijke rol in haar werk, als reactie op het feit dat het naakte vrouwenlichaam in onze cultuur voornamelijk ingezet wordt als lustobject of als commercieel middel om producten te verkopen. Eerder was haar werk te zien in Tate Modern, MoMA PS1, het Stedelijk Museum en Kunsthalle Basel. Tijdens de eerstvolgende editie van de Biënnale van Venetië zal Bonajo Nederland vertegenwoordigen. In de tentoonstelling in AKINCI toont Bonajo onder andere haar installatie ‘ToucheMETell’, die ze maakte voor een samenwerking met het Stedelijk Museum en CineKid. In deze videoinstallatie zet ze kinderen (en volwassenen) aan het denken over hun eigen lichaam: over intimiteit (en het gebrek daaraan), fysiek zelfbewustzijn, gender en persoonlijke grenzen.
Clarinde Wesselink vraagt zich in haar werk openlijk af hoe mensen in de toekomst vorm zullen geven aan relaties in de openbare ruimte, want hoe gaat dat in zijn werk in een wereld waarin sociaal contact steeds vaker digitaal plaatsvindt? Haar praktijk begint met draagbare sculpturen, protheses en pakken die een bijzondere fysieke beleving vormen voor de drager. Op die manier wil ze mensen meer in het fysieke (en analoge) hier en nu laten leven. Ze deed hiervoor uitgebreid onderzoek naar de manieren waarop mensen met een fysieke beperking bewegen. Door mensen middels experimenten tijdelijk minder mobiel te maken worden ze zich even hyperbewust van hun bewegingen. Wesselink: “Met deze serie tracht ik zichtbaar te maken hoe de fysieke beleving van een emotie een specifieke relatie met de ruimte om ons heen en het lichaam creëert.” Deze projecten zijn vastgelegd in een reeks tekeningen en teksten die te zien zijn in de tentoonstelling in AKINCI. Ze werden gemaakt tijdens een verblijf in Japan en zijn geïnspireerd op het werk van de beroemde Japanse kunstenaar Katsushika Hokusai.