In het Nationaal Glasmuseum in Leerdam is tot en met 9 november 2025 de tentoonstelling ‘Inflatable Thoughts’ te zien: een nieuwe solopresentatie van Marinke van Zandwijk (Galerie Franzis Engels). Voor deze gelegenheid maakte de kunstenaar monumentale installaties waarin glazen bellen verworden tot kwetsbare dragers van betekenis. De vormen zijn geïnspireerd op de beroemde Rorschachtest, en net als bij deze symmetrische inktvlekken nodigt het werk de bezoeker uit tot eigen interpretatie, in de vorm van een gevoel, een associatie of een herinnering.
Van Zandwijk staat bekend om haar unieke combinatie van ambachtelijk vakmanschap en een scherpe en intuïtieve beeldtaal. Al sinds haar veertiende is ze actief in de glasblazerij van het museum, waar ze het vak leerde van de meesters. Haar installaties zijn opgebouwd uit bellen, de oervorm waaruit al het geblazen glas voortkomt en een metafoor voor de mens. De kunstenaar beschouwt elke bel als een autonoom individu, met een eigen karakter dat ontstaat onder invloed van de blazende adem van binnenuit en de aanraking van vormen en materialen van buitenaf. Iedere bel is uniek en draagt de sporen van het maakproces. Vaak laat ze expliciet de plek zien waar de bel aan de blaaspijp heeft gezeten, als een navel: een subtiele verwijzing naar geboorte en individualiteit. Deze subtiele details geven haar werk een zachte lichamelijkheid, getekend door kwetsbaarheid en groei.
In ‘Inflatable Thoughts’ wordt het museum zelf een levend organisme. In de museumzalen, het trappenhuis, de entree en zelfs in de tuin en het café stuit je op installaties waarin de glazen bellen samenkomen in sculpturale installaties, gekenmerkt door transparantie, vervorming en kwetsbaarheid. Oud en nieuw werk staan hier naast elkaar, waarbij de locatie steeds invloed uitoefent op de beleving van het werk.
Van Zandwijk werkt zelden alleen met glas. In haar installaties zoekt ze de spanning op tussen fragiele vormen en robuuste materialen als staal, touw, keramiek of grof gesmeed ijzer. Die contrasten maken de kwetsbaarheid van het glas tastbaar. Eerder maakte ze bijvoorbeeld werk met bellen die te vroeg uit hun mal werden gehaald en daardoor de kans kregen om zich vrij te ontwikkelen: een beeldende vertaling van groei en imperfectie.
Haar manier van werken is intens fysiek en genadeloos precies. In een eerder interview met GalleryViewer zei Van Zandwijk: “Het is fascinerend om van zand, kalk en soda een vloeibaar materiaal te maken, dat je dat roodgloeiend kunt vervormen. Stroperig en plakkerig als het warm is en hard en fragiel als het afkoelt. Maar om die bel dan zeggingskracht te geven, een verhaal te laten vertellen, is nog weer iets anders dan ambachtelijk het blazen te beheersen.”
Glasblazen vereist uitgebreide materiaalkennis, snelheid, precisie en intuïtie. Het is een spel van milliseconden, waarin het mis of raak is. Van Zandwijk omschrijft het als een dans met het materiaal, waarbij het ultieme moment van uitblazen allesbepalend is. Ook de verdeling van het glas, de intensiteit van de hitte en de kracht van haar adem spelen een cruciale rol. Die intensiteit voel je in het eindresultaat: fragiel, vluchtig en energiek.
De filosofie achter haar werk schuilt in een citaat van de beroemde filosoof en humanist Erasmus: ‘Homo bulla est’, de mens is een (zeep)bel. Die gedachte loopt als een rode draad door haar oeuvre: de mens als fragiel, tijdelijk en ongrijpbaar wezen. In elke bel tracht Van Zandwijk iets van die onvatbare binnenwereld te vangen, met glas als de huid en lucht als de ziel.
Van Zandwijk: “Erasmus bedoelde dit als metafoor voor het vergankelijke en het tijdelijke van de mens. Ik zie dit ook zo, maar daar komt nog wat bij. Die luchtbel is gevuld, met ongrijpbaarheid, het glas is het omhulsel. Het innerlijke van de mens, karakter, een ziel, een persoonlijkheid is ook ongrijpbaar. Je kan het proberen uit te drukken, maar je kan het niet vasthouden. Met mijn bellen probeer ik dat op de een of andere manier toch tastbaar te maken.”
Marinke van Zandwijk werd in 1987 geboren in Tiel. Ze studeerde aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam en voltooide een residency bij Sundaymorning@EKWC. Haar werk is opgenomen in de collecties van onder meer het Nationaal Glasmuseum, Ahold, het Ministerie van Binnenlandse Zaken, Rijnstate, DELA en de Vrije Universiteit Amsterdam. Haar werk was eerder te zien in Stedelijk Museum Alkmaar, Stadsmuseum Woerden, het Nationaal Glasmuseum, Kasteeltuinen Arcen, beeldentuin Anningahof, op Art Rotterdam, op Salone del Mobile Milaan met Piet Boon en tijdens de IJsselbiënnale.