Marinke van Zandwijk pendelt op en neer tussen de touwslagerij, haar vaders lasapparaat en de glasblazerij. Daar blaast ze haar glazen bellen, de oervorm waaruit al het geblazen glas ontstaat. Die bellen beschouwt ze als metafoor voor de mens: “Die luchtbel is gevuld, met ongrijpbaarheid, het glas is het omhulsel. Een persoonlijkheid is ook ongrijpbaar”. Van Zandwijks glazen bellen zijn nu te zien bij Galerie Franzis Engels in de vrolijke voorjaarstentoonstelling Here comes the sun.
Waar is je atelier en hoe ziet het eruit? Heb je inderdaad ovens waarin je glas in verhit?
Ik heb wel eens het gevoel dat de halve wereld mijn atelier is. Om tot een beeld te komen heb ik zo veel verschillende materialen en verhalen nodig. Om al die onderdelen te maken pendel ik dan op mijn bakfiets op en neer tussen de glasblazerij, mijn atelier, de touwslagerij, het lasapparaat van mijn vader, de metaalboer en allerlei andere plekken waar ik materiaal verzamel en maak om mee te werken. Maar de belangrijkste plekken zijn toch de glasblazerij en mijn atelier.
Glas kun je pas blazen rond 1000 graden, dan wordt glas vloeibaar. Ik blaas zelf, vanaf mijn veertiende, vanuit vloeibaar glas. Je hebt dan een smeltoven nodig, die het glas vloeibaar houdt, een opwarmoven, om je glas tussendoor in op te warmen en een koeloven om het glas dat geblazen is, te laten afkoelen. Die ovens moeten dag en nacht gestookt worden. Ik heb zelf geen ovens, maar blaas in de studio van het nationaal glasmuseum in Leerdam.
Boven op mijn huis heb ik mijn atelier gebouwd. Dat is superhandig want dan kan ik elk vrij moment naar boven hollen om mijn ideeën uit te werken, schetsen te maken, met materialen te experimenteren. In mijn atelier krijgen mijn bellen de context waardoor hun verhaal tot leven gebracht wordt. Daarom liggen daar ook allerlei materialen, op het moment bergen gips, krant, touw en vooral veel verschillende bellen. En kapotte bellen, ik ben vrij lomp, eigenlijk superongeschikt om met glas te werken.
Ik las dat je bij het Glasmuseum in Leerdam vaak hebt mogen blazen voor opdrachtgevers uit de kunst- en modewereld. Dat was een eye-opener voor je. Kan je uitleggen waarom dat zo was?
Ik was erg jong toen ik startte met glasblazen. Het was, en is nog steeds, superfascinerend om van zand, kalk en soda een vloeibaar materiaal te maken, dat je dat roodgloeiend kunt vervormen. Stroperig en plakkerig als het warm is en hard en fragiel als het afkoelt. Maar om die bel dan zeggingskracht te geven, een verhaal te laten vertellen, is nog weer iets anders dan ambachtelijk het blazen te beheersen. Werken met diverse kunstenaars en ontwerpers werkt bevrijdend voor je creativiteit en stimuleert om de grenzen van het ambacht op te zoeken. Ik werk nog steeds graag samen met andere kunstenaars dat is op alle gebieden erg inspirerend. Ik ben zelf nogal een schijterd en kijk graag andermans brutaliteit af.
Keramiek maakt momenteel een revival door, maar geblazen glassculpturen zie je niet veel in de hedendaagse kunst. Hoe ben je bij het glasblazen uitgekomen en wat trok je aanvankelijk in deze kunstvorm?
Opgroeiend net naast Leerdam had ik eigenlijk weinig tot geen idee van warm glas. Maar toen ik in 2001 de glasblazerij in stapte ben ik niet meer weggegaan. Het is zo'n eigenwijs materiaal. Wat zo veel in zich heeft wat niet te vergelijken is met andere materialen dat ik dat wilde ontdekken. In eerste instantie redelijk technisch, dat is bij glas ook nodig. Zonder iets van techniek kan je niets aan je blaaspijp houden en het er sowieso niet zonder breuk af krijgen. Tussendoor ben ik naar de academie gegaan en heb me breder ontwikkeld. Maar later heb ik me proberen toe te leggen op het vangen van de luchtbel. De oervorm waar alle geblazen glas uit ontstaat.
Over die oervorm haal je op je website een uitspraak van Erasmus aan: De mens is een zeepbel. Kan je uitleggen hoe je deze uitspraak vertaalt naar je werk?
Ik vertaal zijn "homo bulla est" graag naar “De mens is een bel”. Voor mij zijn alle bellen eigenlijk luchtbellen, haha! Erasmus bedoelde dit als metafoor voor het vergankelijke en het tijdelijke van de mens. Ik zie dit ook zo, maar daar komt nog wat bij. Die luchtbel is gevuld, met ongrijpbaarheid, het glas is het omhulsel. Het innerlijke van de mens, karakter, een ziel, een persoonlijkheid is ook ongrijpbaar. Je kan het proberen uit te drukken, maar je kan het niet vasthouden. Met mijn bellen probeer ik dat op de een of andere manier toch tastbaar te maken. Door dat stollende omhulsel wat die lucht vasthoudt. Ik heb allerlei type bellen. Er zijn vormen die vergelijkbaar zijn en deze opereren dan in kudde. Dit verbeeldt vaak mijn idee over de mensheid als geheel. Ook heb ik losse bellen, of kleine series, waar mijn bellen vervormd zijn. De bellen worden door de omgeving waar ik ze in blaas gevormd, zoals stukken metaal, hout, papier. Maar tegelijkertijd vormt de lucht die ik erin blaas ze van binnenuit. Tijdens het blazen groeien ze, deuken in waar het ander materiaal raakt en spelen ze met zwaartekracht. Dit zijn voor mij scenes waar ze de hoofdrol in spelen. En dat is veelal op meerdere manieren uit te leggen.
Het blazen van glas is niet alleen heel fysiek werk, maar ook foutgevoelig. Je moet het in een keer goed doen. Is dat ook wat het blazen van glas aantrekkelijk en spannend maakt voor jou?
Sowieso, het alles of niets moment is heerlijk. Hoge toppen, diepe dalen. Als iets lukt, na een dag kapotte bellen is dat natuurlijk een euforisch gevoel. Vloeibaar glas is te heet om met je handen aan te pakken, om iets te maken zonder het daadwerkelijk aan te raken is tof. Daarbij is het heel erg fysiek, het is als het ware een dans met het materiaal. Mijn bewegingen vervormen het glas. En dan is het moment dat het van fase veranderd snel, maar niet te snel. Het ultieme moment vangen is wat glasblazen voor mij is.
Momenteel is er nieuw werk van je te zien bij Franzis Engels. Kan je daar iets over vertellen?
Ik blaas bellen in de mooiste kleuren. En ik geef de wereld graag warmte en liefde en vrolijkheid. Dat is in deze sombere tijden hard nodig. En het is wetenschappelijk bewezen dat kleuren ervoor zorgen dat mensen zich beter voelen. Het is ook waar ik op het moment in mijn leven mee bezig ben. Ik probeer de hardheid langs me heen te laten gaan en vooral wat zachtheid en liefde door te geven.
Toen ik van Franzis Engels hoorde over haar expositie “This is the age of destruction” riep ik meteen dat ik daarna een positieve expositie zou maken, een voorjaarsexpositie waar je je kunt onderdompelen in warme kleuren: ”Here comes the sun”.
Als geld geen issue was, welk project zou je dan willen realiseren?
Tijd is voor mij het belangrijkste issue! Ik heb zo veel ideeën borrelen in mijn hoofd die ik uit wil voeren! Blazen kost zo veel tijd! En het technisch verder uitwerken van mijn gedroomde beelden ook, want ook al zit er lucht in mijn bellen, ze kunnen niet zweven zoals ik graag zou willen. En ik werk graag tijdrovende beelden uit. Ik heb ooit voor een werk duizenden kranten gestreken en gestapeld. Gelukkig vindt mijn galerie steeds weer opdrachtgevers die mij financieel helpen mijn beelden te maken en er vaak een fantastische, uitdagende locatie voor hebben! En tuurlijk echt veel geld zou fantastisch zijn, dan zou ik overal met een kraan mijn werk op gaan bouwen. Oneindig veel de glasblazerij huren om miljoenen bellen te blazen. En een permanente metaalwerkplaats draaien. Een kraan is inmiddels al wel gelukt. Ik droom nog van convoi exceptionel, daar werk ik naartoe!
Zijn er nog andere materialen waarmee je zou willen werken?
Waarmee niet eigenlijk? Steeds weer zoek ik spannende combinaties van allerlei materialen met mijn glasbellen. Zodat ik uitgedaagd word om mijn bellen weer een nieuwe vorm te geven, een nieuw verhaal te laten vertellen. Nog een keer een werkperiode bij het EKWC zou tof zijn en ik heb plannen om een keer bij Make in Eindhoven met metaal aan de slag te gaan. Maar daar wil ik graag de tijd voor nemen.
Waar werk je op dit moment aan?
Ik ben nu bezig met de ontwikkeling van een groot beeld voor het Stedelijk Museum Alkmaar. Het wordt een vrijheidsbeeld. Een grote dromenvanger van 5 meter hoog en 8 meter lang. Vol met glazen bellen in diverse soorten, maten en kleuren. De titel is nu 'Sprankelend verlangen', misschien verandert dit nog. Maar het moet een sprankelend werk worden waar inhoud aan wordt gegeven door de kijker. Wat vrijheid inhoud is niet aan mij, maar aan de bezoeker om daar betekenis aan te geven. Verder allerlei lopende projecten, ik wil nog wat nieuw werk maken voor de Kunstrai, wat particuliere opdrachten en er is altijd meer te doen dan ik tijd heb.