In deze serie schilderijen wordt taal een beeld.
Letters, woorden en lijnen bewegen vrij door het schildervlak —
niet om gelezen te worden, maar om gezien te worden.
Ze vormen ritmes, ademhalingen, sporen van gedachten.
Taal verliest haar vaste betekenis en wordt materie:
verf, vorm, beweging.
Zo ontstaat een nieuwe schilderkundige taal,
waar tekst en kleur samenvallen
en betekenis verschuift van wat wordt gezegd
naar hoe het zichtbaar wordt.