“Ik heb mensen bedrukt zien binnenkomen en stralend weer naar buiten zien gaan”, zegt galeriehouder Wouter van Leeuwen over Jour & Nuit, zijn tweede tentoonstelling met werk van de Burkinese fotograaf Sanlé Sory.
Heel gek is dat niet, want de mensen die Sory’s foto’s bevolken zijn jong en trots, ze bruisen van de energie en lopen over van plannen voor de toekomst. Ze herinneren ons aan wat tijdelijk allemaal niet kan: onbezorgd leven en plannen maken.
Souvenirfoto’s
Sory (geb.1943) maakte net als zijn Malinese collega’s Malick Sibidé en Seidu Keïta zogenaamde souvenirfoto’s. Geen traditionele portretfoto’s, maar portretten die werden gemaakt met vrienden, met bands, op feesten of na een avond stappen. Een herinnering aan een moment. Volgens Sory was de fysieke foto voor de geportretteerden niet het belangrijkste, maar het feit dat de foto was genomen.
Sory begon zijn studio Volta Photo in 1960 en werkte tegen de achtergrond van de recente onafhankelijkheid van Frankrijk. Zijn foto’s tonen een land in transitie. Een deel draagt traditionele kledij, een ander deel omarmt de counter culture van de jaren ’60. In Sory’s studio in Bobo-Dioulasso dosten ze zich uit in kostuums en met props die Sory had gemaakt en verzameld.
MC en fotograaf
Sory had niet alleen zijn fotostudio, maar organiseerde vanaf 1970 ook 25 jaar lang feesten in dorpen in de omgeving van Bobo. Hij was niet alleen de mc, maar ook de fotograaf van dienst. De aanwezigheid van een fotograaf betekende voor bezoekers dat het een goed feest was. Het doel was om gefotografeerd te worden, de foto zelf was het bijproduct.
Sory kende hierdoor veel van de geportretteerden persoonlijk en kon jaren later het verhaal bij de foto’s vertellen, zoals bij Les Chaussures des Riches uit 1975 (De schoenen van de rijken):
“Deze jonge Fula deden net als bekende mensen alsof ze rookten. Ze kwamen net uit het slachthuis en gaven het geld uit dat ze net hadden verdiend. Ze droegen plastic schoenen, ook wel “schoenen van de rijken”, die heel praktisch zijn voor werk in het veld of om door ondiep water te waden.”
“Deze kerel had een hele mooie Yamaha-motorfiets en wilde daarmee op de foto. We moesten met de motor de studio in. […] Dit was een nachtsessie omdat ik met spotlights werkte. Voor onze nachtelijke klanten waren we soms tot wel 2 uur ‘s ochtends open.”
Te goed om waar te zijn
Zijn huidige bekendheid heeft Sory echter niet te danken aan zijn fotostudio noch aan de feesten. Dat heeft te maken met zijn werk voor het platenlabel Volta Jazz waar zijn neef aan verbonden was. Het verhaal is te goed om waar te zijn. De Franse muziekkenner en -historicus Florent Mazzoleni werkte aan een boek over Burkinese muziek. Hij wilde Sory spreken over de coverfoto’s die hij voor Volta Jazz had gemaakt. Mazzoleni kwam precies op tijd, want Sory was net bezig een vuur te stoken om de fotonegatieven van alle portretfoto’s die hij ooit maakte te verbranden.
Daarna ging het rap. Fotografie is het medium waarin af en toe een compleet oeuvre wordt gevonden en aan de canon wordt toegevoegd. Het bekendste voorbeeld daarvan is Vivian Maier. De Amerikaanse werkt haar hele leven lang als een kindermeisje, een soort Mary Poppins die overal haar camera naartoe sleepte. Haar inventaris werd na haar dood gekocht op een executieveiling. Kort daarop werd de kwaliteit van Maiers werk herkend, overal ter wereld getoond en vergeleken met dat van grootheden van de straatfotografie als Freedlander en Winogrand. Iets soortgelijks gebeurt nu met het werk van Sory. Zijn naam wordt tegenwoordig in een adem genoemd met Sibidé en Keïta.