In de rubriek ‘De keuze van…’ laten we een keur aan kunstliefhebbers (van incidentele kopers tot kunstprofessionals) aan het woord over hun beleving van kunst, en vragen we naar hun voorkeuren: waar zien ze het liefste kunst? Waar kopen ze, en vooral: wie kopen ze? In dit deel Angelo Tijssens (Theatermaker, acteur en scenarist, 35 jaar)
Wat betekent kunst voor jou?
Het is een oefening in interpreteren, in door de ogen van een andere mens naar de wereld kijken, een voortdurend veranderende oefening in empathie, dus.
Heb je kunst van huis uit meegekregen of heb je zelf je pad moeten vinden?
Het was in mijn jeugd zeker geen evidentie, we gingen niet naar musea of galeries, al heb ik actieve herinneringen aan een boek over Rembrandt dat bij mijn grootouders lag, en aan de ‘Artis Historia’ boeken, die we met z’n allen bijeen gegeten hebben. Koolhydraten voor de kunst! Ik ben wel zelf snel beginnen met tekenen en schilderen, maar ontdekte toch gaandeweg dat taal meer mijn medium is.
Waar haal je je informatie over het wel en wee in de kunstwereld vandaan: krant, vakbladen, televisie, online?
Wat een boomer-vraag. Ik volg veel jonge kunstenaars op Instagram, en zij delen vaak ook weer werk van hun peers – op die manier krijg je een netwerk dat zich over de hele wereld verspreidt, en als een soort van levend organisme gecureerd wordt. Om op de hoogte te blijven van het wel en wee van de kunstwereld moet je echt geen televisie kijken, vrees ik.
Waar bekijk je het liefste kunst? In een galerie, museum, een beurs of online?
Op mijn gemak, dat is zowat de enige voorwaarde. Ik sta niet graag in een rij, dus eender waar ik mijn eigen tempo kan bepalen. Soms is dat heel erg lang naar iets staren, soms is dat in sneltreinvaart door een museum hossen, omdat ik eigenlijk al verzadigd ben.
Hoe vaak per jaar koop je kunst? Koop je werk in oplage of liefst uniek werk?
Dat ligt niet vast. Vorig jaar kochten we op enkele weken tijd vier nieuwe werken, soms een hele tijd niet. Er zit geen systeem in, behalve dan liefde voor een bepaald werk of een bepaalde kunstenaar. We kopen oplages, unieke werken, eender wat. Als het boeit, dan boeit het. Onze collectie is niet bedoeld als belegging, maar als manier om ons te omringen met wat we mooi vinden. We kopen wel meestal Belgische tijdgenoten. Die moeten namelijk nu eten, dus die hebben meer aan ons (beperkt) budget dan dode kunstenaars.
En waar koop je dan: in de galerie, op een kunstbeurs, op een veiling of online?
De weinige keren dat we op een kunstbeurs waren, voelden we toch vooral de ‘markt’, terwijl een galerie vaker een persoonlijke benadering heeft, en het er ook rustiger is. Maar we kochten al veel werk online ook.
Is het belangrijk dat jij en je partner het altijd eens zijn over een aankoop? Hoe beslis je/jullie?
Meestal gaat dat vlot en vanzelf, al heeft Nick ook een hele collectie grafische werken van collega’s – hij is zelf grafisch vormgever, en ruilt veel werk met mensen waarmee hij samenwerkt, terwijl ik soms ook dingen koop die hij écht lelijk vindt. Zo kocht ik ooit een ontzettend slecht geschilderd schilderij in een kringwinkel waar ik toch verliefd op werd, omdat het mij eraan herinnert dat je nog zo je best kunt doen, de dingen soms toch gruwelijk verkeerd gaan. Het hangt op mijn bureau, tussen werk van Eva Vermandel, Felix De Clercq, Birde Vanheerswynghels, Alex Verhaest, Kris Martin, Robbert&Frank Frank&Robbert, Tine Guns, Toon Boeckmans en Witold Vandenbroeck. En een reeks Nan Goldin foto’s (zij doet vaak edities ten voordele van een goed doel, dus ik steun die én ik kan dan gesigneerde edities kopen: win-win!) en een verpakking van de geweldige kunstboekhandel Tipi Bookshop uit Brussel, die zo mooi was dat ik ’m ingekaderd heb. Er staat in zwarte marker ‘TRUTH IS STRANGER THAN FICTION’ op een felgeel stuk plastic. Goeie reminder, voor een scenarist.
Is er een galerie waar je een speciale band mee hebt?
DMW in Borgerhout heeft een mooi aanbod aan Belgische tijdgenoten, met onder andere Dries Segers, Joris Vanpoucke en Caroline Van den Eynden), net als Sofie Van de Velde (Bendt Eyckermans, Felix De Clercq) en het heerlijke Dauwens Beernaert in Brussel. Zij tonen onder andere Toon Boeckmans en Alex Verhaest. Bij Tatjana Pieters in Gent zagen we onlangs werk van Birde, en de prachtige dieren van Charles Degeyter.
Als je onbeperkt budget had, van wie zou je dan een werk aankopen?
Alles van Sophie Calle. Of ‘Protect Me From What I Want’ van Jenny Holzer. Of foto’s van Peter Hujar. Of Wolfgang Tillmans. Of ‘Mandi VIII’ van Kris Martin. Of, aangezien het onbeperkt budget toch niet opraakt: de inhoud van veel musea over heel de wereld die gestolen kunst tonen. Die kunst zou ik dan teruggeven aan de landen, gemeenschappen of stammen waar ze het ooit – veelal met geweld – gingen halen en met het geld dat dit opbrengt, zouden die musea dan kunnen gaan onderhandelen met levende kunstenaars om nieuw werk te maken.
Wie zijn je favoriete kunstenaars (op GalleryViewer), en waarom?
Bendt Eyckermans’ werk volgen we al jaren. Hij is de broer van mijn beste vriendin – ik herinner me nog hoe blij ze was toen hij door het toelatingsexamen aan de Academie was, maar ook een wonderbaarlijke kunstenaar die keer op keer - en almaar scherper, een wereld toont die me aantrekt en angst inboezemt.
Birde Vanheerswynghels’ werk, omwille van de fysicaliteit, gecombineerd met het mysterie dat zich tussen pigmenten en houtskool afspeelt: ik kan er blijven naar staren.
Felix De Clercq schept ook werelden met verf: schijnbaar onschuldig, dreigend en sexy tegelijk.
Dries Segers, omdat zijn blik – of hij nu naar bomen, schimmels of reflecties in plassen op straat kijkt – me keer op keer weet te ontroeren.
Thomas Verstraeten was de eerste mens die ik leerde kennen toen ik ingangsexamen deed aan de toenmalige toneelklas Dora van der Groen. Ik logeerde bij hem, in zijn ouderlijk huis, om samen onze dialoog voor de laatste rond voor te bereiden. We waren beiden geslaagd. Hij noch ik maakte de opleiding af, maar ik sta vaak vol bewondering te kijken naar wa[t] hij in groep (hij is lid van theatergezelschap FC Bergman) en solo (zijn werk is te vinden bij FRED&FERRY Gallery in Antwerpen) maakt: diepmenselijk schoon – de mens en zijn werk.
Les Monseigneurs (nom de plume van Thomas Renwart) maakt monumentale wandtapijten: kleurrijk, heel erg hedendaags maar voortbordurend (pun intended) op de rijke, Vlaamse traditie. Als íemand ooit had beweerd dat wandtapijten sexy waren, dan was ik hard beginnen lachen, maar toen ik voor zo’n prachtig stuk textiel van Les Monseigneurs stond, voelde ik een diepe connectie met die kleurrijke draden.
Daems van Remoortere maken abstracte tekeningen, films en installaties (die werkelijke waanzinnig zijn: een spot die één bezoeker op een druk plein volgt, een huis dat in het midden van een meer lijkt op te duiken en opgeblazen wordt). Ik hou van hun fantasie, van de puntgave uitvoering van hun ideeën. Ze tonen hun beeldend werk in Callewaert Vanlangendonck Gallery in Antwerpen.
Stef Van Looveren leerde ik kennen via het Antwerp Queer Arts Festival: hij maakte een serie handtassen met allerhande geslachtsorganen er op, als een elegante ‘fuck you’ naar gendernormen en andere belemmerende sociale constructies.
Caroline Van den Eynden maakt al heel lang heel boeiende plaatsen: maquettes die proberen om een moment te vatten, een gevoel, eerder dan een fysieke werkelijkheid. Het is duidelijk geënsceneerd, onecht, maar zo goed uitgevoerd. Vakkundige leugens, mogelijke werkelijkheden.