Tot voor kort was in de Hayward Gallery in Londen een tentoonstelling te zien met kunst over bomen, waarin 37 internationale kunstenaars als Ugo Rondinone, Tacita Dean en Thomas Struth lieten zien hoeveel diversiteit er mogelijk is binnen dit thema. In de tentoonstelling ‘No Road to Hotel Bellevue’ in DMW Gallery in Antwerpen laat de Belgische kunstenaar Dries Segers eveneens zien hoeveel variëteit er mogelijk is binnen het onderwerp, maar dan binnen het werk van een enkele kunstenaar. In deze tentoonstelling belicht hij een reeks bomen met een bijzondere functie, allemaal met een totaal verschillende methode en esthetiek.
De praktijk van de Belgische fotograaf is buitengewoon gevarieerd. Segers: “Mijn werk is niet louter als fotografie te beschouwen. Ik heb ook mechanismes van tekenkunst of schilderkunst of beeldhouwkunst die in mijn werk sluipen, maar het resultaat is wel altijd een fotografisch beeld.” Toen Segers in 2018 werk maakte voor een tentoonstelling in het Concertgebouw in Brugge koos hij er voor om geen gebruik te maken van een camera. In plaats daarvan perforeerde hij filmrolletjes met boormachines, zagen en slijpschijven om vervolgens door het gebouw te lopen en licht (in verschillende sterktes) te vangen door de gaatjes en scheuren. Het resultaat had iets weg van een sterrenstelsel. In een ander project, ’Seeing a rainbow (through a window that isn't there)’ uit 2015, deelde hij de visuele poezië in kleine dingen — onder meer in de vorm van ombre regenboogkleuren in een blauw oog dat langzaam heelt, een screensaver van een vreemde in een café, een olievlek op straat, de reflectie in een kop koffie en de weerspiegeling van een glas in lood raam.
In een wereld die steeds digitaler wordt houdt Segers zich graag bezig met analoge zaken. Voor zijn vorige reeks ‘Fungi’ (2019) verdiepte hij zich bijvoorbeeld in schimmels, die hij in Brussel fotografeerde. Segers: “Schimmels zijn de oudste levende soorten op onze planeet. Ze nemen land over zonder toestemming te vragen. Ze ruimen giftige rotzooi op in verstoorde landschappen en schudden het land weer tot leven om leefbare gronden te creëren voor dieren, planten en misschien ook mensen. Ze hebben de kracht om energie tussen zwakkere en sterkere bomen te transporteren, bossen in leven te houden of ze juist te doden. Hun sporen zijn onzichtbaar en verspreiden zich en verspreiden zich en verspreiden zich.” Die fascinatie voor dat tijdloze vond hij ook in zijn meest recente project: bomen bestaan immers al 370 miljoen jaar op deze planeet, maar krijgen door menselijk gedrag soms een andere functie. Zo maakte hij voor de huidige tentoonstelling in DMW Gallery onder andere macro shots van zijn persoonlijke zadenbank en probeert hij een alternatieve cartografie te creëren.
Dries Segers: “Mijn laatste project ‘No Road to Hotel Bellevue’ gaat over bomen die specifiek aangeplant zijn om de grenzen te markeren tussen privé-grenzen, gemeentes, provincies of landen. Ooit waren het herkenningspunten, maar nu worden ze langzaam terug aan het landschap gegeven, op sommige bomen na. Het is mijn eerste onderzoeksproject, en heeft meer voeten in de aarde dan louter zeer experimentele fotografische processen. Het is niet langer iets wat als l’art pour l’art beschouwd kan worden, maar moet gezien worden in een groter geheel. Zo graveer ik bijvoorbeeld met een lasercutter symbolen in de lijsten waarin het werk tentoongesteld wordt. Die refereren op hun beurt dan weer naar de bomen zelf en zo krijg je een soort van verbeeldende en abstracte legende en informatiestroom over die specifieke boom.”
Segers studeerde in IJsland en Brussel en toonde zijn werk onder meer in Bozar, het FOMU in Antwerpen, het Fotoğraf Vakfı Festival in Istanbul en Warte für Kunst in Kassel. Hij is bovendien werkzaam als fotojournalist voor onder andere Canvas, De Standaard, Weekend Knack, De Morgen en Monopol Magazine.