Grensbomen worden aangeplant op strategische locaties in het landschap. Ze maken overgangen van lands-, gemeenschaps- en eigendomsgrenzen zichtbaar. Meerdere administraties waken over de conservatie van deze bomen. Overheden zijn bij wet verplicht hen te onderhouden, te herplanten en te beschermen. In een veranderend geopolitiek landschap verliezen deze bomen echter vaak hun functie van cultuurhistorische drager, en gaan als non-informatie op in hun omgeving.
Bomen zijn al 370.000.000 jaar aanwezig op deze planeet. De bomen zijn in de onzichtbaarheid beland omdat ze hun functie in het landschap verliezen aan een nieuw, voller panorama van symbolen en signalisaties. Wegenbouw, landbouw en urbanisatie hebben daar veel mee te maken, maar evenzeer de technologische en industriële vooruitgang. Sommige bomen fungeerden eeuwen geleden als visuele elementen in een landschap om onszelf te kunnen oriënteren.
Voor ‘No Road to Hotel Bellevue’ zet Dries Segers een eerste stap in het ontwerpen van alternatieve cartografieën. Hij voegt symbolen, signalisatie en woorden samen en laat ze graveren met een laser-cut techniek in de lijsten van de kunstwerken. Sinds zijn ontwikkeling drukt de mens zich uit in vereenvoudigde tekeningen en symbolen. Het is vanuit dezelfde behoefte dat Segers deze grafische taal incorporeert in zijn werk.
Fotografie is een medium dat de werkelijkheid transformeert op basis van waarneming en techniek. In het werk van Dries Segers is waarneming (of de afwezigheid ervan) steeds een centraal element geweest. Zijn technische experimenten met zintuiglijke onzichtbaarheid (licht, tijd, chemische en technische reacties) maken sinds 2019 plaats voor het tastbaar maken van (on)zichtbare levende materie. In het kunstenaarsboek ‘FUNGI’, brengt Segers zijn terugkerend spel met schaal en transformatie naar de oppervlakte. Voor ‘No Road to Hotel Bellevue’ selecteerde de kunstenaar 25 foto’s uit zijn archief die de wortels uitmaken van een speculatieve omgeving. Wat vertrok vanuit observatie en fotografische waarachtigheid zet zich eerder verder als een suggestie van een werkelijkheid die vertrekt vanuit de natuurlijke omgeving in plaats van de mens.
De bezoeker wordt uitgenodigd om geduld op te brengen. Hand sculptures zijn vijf houten panelen die in een hand passen. De galerist kan het werk voor je verplaatsen naar een plek waar UV-licht het beeld zal opwekken. Zorgvuldig uitgekozen relikwieën (die de fotograaf in de omgeving van de grensbomen vond) worden enkel zichtbaar als de juiste situatie zich voordoet. Op sommige dagen zal het beeld zich niet tonen. Seeds zijn macro-opnamen van Segers’ persoonlijke zadenbank. Ze worden geproduceerd in een oneindige editie. De verspreiding en hun steeds hernieuwbare leven verwijzen in eerste instantie naar de zaden zelf, maar ook naar de fotografie als het meest reproduceerbare medium bij uitstek.
No Road to Hotel Bellevue is een totaal-installatie van een natuurlijke wereld waarin alle kunstwerken als organismen zijn vervlochten tot ze niet meer van elkaar te ontrafelen zijn. Deze tentoonstelling ontstaat in de tussenruimte, de speculatieve ruimte.
‘No Road to Hotel Bellevue’ kwam tot stand in samenwerking met houtbewerkers, digitale ateliers, landbouwers, buurtbewoners en ambtenaren van de erfgoedcel Vlaamse Overheid. De tentoonstelling is een verderzetting van een eerste deel dat reeds in VITRINE gallery, Basel (CH) werd getoond van februari tot juni 2020, tijdens de duotentoonstelling ‘Our companion, our other’.
Met dank aan Hannah De Meyer, Rik De Meyer, Nick Geboers, Koen Smets, Bas Van den Hout, Atelier Watt, Milo Profi en Zeefdruk atelier Gezeever