In Frank Taal Galerie in Rotterdam is tot en met 22 augustus de tentoonstelling (UN)CERTAINTY te zien, met werk van maar liefst veertien kunstenaars. Deze kunstenaars hebben de afgelopen periode allemaal op hun eigen manier beleefd: verkerend in uiteenlopende plekken als Rio de Janeiro, New York, een berggebied boven Tokyo, LA, Berlijn, België en Nederland. In dit artikel worden drie kunstenaars uit deze tentoonstelling uitgelicht omdat zij er een opvallende en interessante werkwijze op nahouden.
De ‘Icepainting’-serie van Daan den Houter springt misschien wel het meest in het oog. Zijn werk is altijd verrassend en opzienbarend. In 2017 presenteerde hij twee pruiken en snorren van zijn eigen lange haar. Een zelfportret en tegelijkertijd een soort persiflage van zijn opvallende kunstenaarslook. In 2018 maakte hij een werk dat uit zeventien gesigneerde betonblokken bestaat. In één van deze blokken zit 10.000 euro verstopt, maar het openen van het werk is verboden op straffe van juridische vervolging. Den Houter: “Je koopt dus een droom op tienduizend euro die heel dichtbij is, maar nooit uitkomt, want kapot maken mag niet omdat een kunstwerk ook na aankoop auteursrechtelijk is beschermd. Heel irritant eigenlijk. Bovendien is het een collectieve droom want het werkt alleen met anderen erbij. En als één iemand het geld eruit haalt maakt hij ook het werk van de 16 andere eigenaren kapot, die kunnen hem daar dan weer voor aansprakelijk stellen, wat hem veel meer geld gaat kosten.” Voor een andere tentoonstelling maakte hij een papierversnipperaar waarin hij kinderen uitdaagde om hun net gemaakte tekeningen in de versnipperaar te gooien. Voor ‘Een appeltje voor de dorst’ metselde Den Houter 1000 euro in de muur van Frank Taal Galerie.
Tijdens de opening van de huidige tentoonstelling hing hij een reeks Icepaintings op, die in de vriezer gemaakt worden en letterlijk uit bevroren verf bestaan. Zodra je ze uit de vriezer haalt en ophangt zul je het werk langzaam zien smelten tot een druipend kleurspoor op de muur en vloer: je koopt in feite een eenmalige en buitengewoon exclusieve ervaring. Den Houter: “Als je ze ophangt dan kan je er vier uur naar kijken, of acht, ligt aan de grootte. Zo’n schilderij verandert continu, en daarna is het weg. De eerste keer dat je het ziet is meteen de laatste. Ik vergelijk het altijd met een zonsondergang. Die is super mooi en verandert constant totdat het donker wordt en het voorbij is.” Je ziet de transformatie voor je ogen plaatsvinden, een transformatie waarbij het schilderij zichtbaar verandert in een herinnering. Je hoort de verf druppelen, waardoor het geheel nog meer weg krijgt van een performance. Omdat het werk is gemaakt met behulp van verschillende technieken en bestaat uit verschillende lagen verf met een verschillende viscositeit (dikte en ‘plakkerigheid’) kan Den Houter het smeltproces beïnvloeden. Het is een ervaring die je als koper kunt delen of alleen kunt ervaren.
Ook Ties ten Bosch kiest voor onconventionele kunstobjecten. Zo maakte hij eerder een confettibom uit bijeengebonden verfblikken en creëerde hij kunst uit gevonden patientendossiers. In 2011 was zijn geïmproviseerde slaapkamer te zien in het project ‘Housewarming’ in WEI in het oude Stadslab in Eindhoven. Gevonden papieren koffiebekers recycled hij om tot speciaal geschept papier dat hij vervolgens inlijst. In deze tentoonstelling laat hij een nieuwe reeks werken zien die hij in isolatie maakte in Berlijn, gebaseerd op een fenomeen dat hem opviel op straat. Ten Bosch: “Het was alsof de ‘huid’ van de stad ouder en sleetser begon te worden. Omdat de clubs, concertzalen, theaters en andere locaties gesloten waren, werden er geen nieuwe evenementen georganiseerd. Op de vele posterplekken in de stad werden er dan ook geen nieuwe posters aan de muren gelijmd. De bestaande posters begonnen te vervallen, ze rimpelden, vervaagden en kwamen gedeeltelijk van de muur vanwege het weer. Veel van die posters verzamelde ik en gebruikte ze als startpunt voor nieuwe werken, waarbij ik me concentreerde op de nieuwe abstracte vormen en kleuren die aanwezig waren. Door het gevonden materiaal te combineren met een monochroom schilderij blaas ik het bestaande object nieuw leven in. Ik probeer het oog van de kijker te sturen en de manier te beïnvloeden om iets te observeren dat normaal gesproken onopgemerkt en niet gewaardeerd zou zijn.”
De Duitse - en eveneens in Berlijn woonachtige - kunstenaar Wolfgang Ganter zet de natuurwetenschappen op een bijzondere manier in: hij maakt kunst met behulp van bacteriën. Ganter gebruikt daarvoor speciale bacteriekweken die hij (soms in combinatie met kleurstoffen en soms samen met chemicaliën) loslaat op fotografische film in de vorm van (beschadigde) dia’s en kleurnegatieven. De bacteriën oefenen invloed uit op het oppervlak en voeden zich met de gelatinelaag in de film. Op die manier worden er nieuwe kleuren zichtbaar aan het oppervlak. Het gaat dan bijvoorbeeld om foto’s of dia’s van wereldberoemde schilderijen: Ganter kreeg speciale toestemming van musea zoals het Louvre om bekende werken te fotograferen en te gebruiken. Tijdens dat proces worden sommige elementen tot in het bizarste detail gecontroleerd terwijl Ganter ook ruimte overlaat voor onbedoelde en mooie toevalligheden. Het gedroogde eindresultaat legt hij vervolgens vast op soms wel 2000 foto’s die hij daarna uitlijnt. Ganter werkte voor zijn projecten ook samen met studenten van de School for Molecular and Theoretical Biology in Barcelona en met het Gulbenkian Science Institute in Lissabon. Voor de ‘Micropaintings’ serie gebruikt hij kleine glazen plaatjes van maximaal 5 bij 5 centimeter. Hij zet uiteenlopende chemische reacties in gang die vervolgens onder de microscoop worden vergroot en digitaal worden vastgelegd. De prints worden daarna gefixeerd op een glasvezelbehuizing en uitgesneden langs de contouren van de chemicaliën die op de kleine glazen plaatjes zijn gevormd. Als laatste onderdeel van het proces wordt de foto verzegeld in heldere, gegoten hars.