Aan de rand van Amsterdam in de Tuinen van West ligt het atelier van Müge Yilmaz. In deze broedplaats werkt de Turkse kunstenaar vanachter een zonnig dakraam omringt door kunstenaars, architecten en ontwerpers. Haar dag begint met een rustgevend ritueel, waarbij ze eerst een grote theepot vult, de drinkbak van haar hond ververst en daarna haar planten water geeft. Klaar voor het echte werk. Vanuit hier werkt ze verder aan haar installaties, sculpturen en performances die zowel archaïsch en futuristisch aanvoelen. Haar zoektocht naar haar voorouders leidde Yilmaz tot de ontdekking dat de antwoorden die zij zocht, al verscholen lagen in haar eigen wortels.
Voor haar solotentoonstelling 'Anatolian Goddesses' bij GoMulan Gallery in Amsterdam onderzocht Yilmaz de prehistorische godinnenverering en de sporen die zij nalieten in onze hedendaagse cultuur. Haar werk speculeert over verloren artefacten en matriarchale samenlevingen. Ze laat zien hoe patriarchale systemen vrouwelijke symboliek uitwisten: “Architectuur, landbouw, kunst – al deze domeinen worden ons gepresenteerd alsof ze door mannen zijn uitgevonden, maar ik geloof daar niets van.” Ze combineerde historische bronnen met eigen veldonderzoek in Anatolië, het Aziatische schiereiland van Turkije. Met haar werk brengt ze de kracht en aanwezigheid van neolithische vrouwen terug naar het heden.
Ontmoet de kunstenaar aankomende zaterdag 19 april tussen 17:30 en 18:30 bij de finissage, waar ze samen met kunstcriticus Nesli Gül in gesprek gaat over de totstandkoming van haar tentoonstelling.
Waar is je studio, en kan je beschrijven hoe deze eruit ziet?
Mijn studio bevindt zich in Nieuw-West, in het gebied Tuinen van West. Het maakt deel uit van een broedplaats genaamd 1800 Roeden. Hier werk ik samen met veel andere kunstenaars, architecten en ontwerpers. Het ligt helemaal aan de rand van Amsterdam, in een groene omgeving. Mijn atelier bevindt zich op de tweede verdieping, met dakramen die op het zuiden gericht zijn.
Neem ons mee naar een dag in je atelier. Hoe begin je je dag? Heb je bepaalde routines die je helpen op gang te komen?
Zodra ik de studio binnenkom, luid ik de belletjes die aan een maïswortel hangen naast de ingang, om mijn aanwezigheid aan te kondigen. Daarna zorg ik voor het water: ik zet precies één liter thee, geef water aan mijn hond als ze die dag mee is gekomen, en geef water aan de planten. Dan, als ik vies werk ga doen, trek ik andere kleren aan.
Denk je dat je interesse in geschiedenis geworteld is in je jeugd? Of heb je deze interesse pas later in je carrière ontwikkeld?
Ik vind het mooi dat de woorden ‘geschiedenis’ en ‘wortels’ naast elkaar staan in je vraag. Dat opent eigenlijk al de deur naar mijn antwoord. Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in de wortels van dingen – de wortels van kunst, van schilderkunst, van landbouw, waarmee ik eigenlijk bedoel: het begin ervan. Het begin van geloof, bijvoorbeeld, vind ik erg interessant. Dus ik ben altijd al geïnteresseerd geweest in geschiedenis en de oorsprong van dingen, maar het onderzoek naar mijn eigen wortels en voorouders kwam later. Dat was een soort openbaring, een moment waarop ik besefte dat alles waar ik naar op zoek was, eigenlijk gewoon recht voor me lag – in mijn eigen wortels.
Kun je iets vertellen over je onderzoek voor je tentoonstelling bij GoMulan Gallery? Welke bronnen heb je geraadpleegd?
De belangrijkste bron was het boek The Goddess from Anatolia, geschreven door James Mellaart, Udo Hirsch en Belkis Balpinar. Het is een zeldzaam boek waar ik jarenlang naar heb gezocht, en onlangs had ik het geluk een volledig exemplaar te vinden. Het boek speculeert – aan de hand van beelden en tekst – over een continue lijn tussen neolithische godinnenverering en hedendaagse patronen in kilim-ontwerpen. Voor mij is dat op een bepaalde manier vanzelfsprekend; ik voel diep vanbinnen dat het waar is. Toch werd dit boek, net als zijn schrijvers, zwaar bekritiseerd omdat ze volgens de academische wereld te veel speculeerden. Het verhaal lijkt sterk op dat van Marija Gimbutas, een Litouwse archeologe en antropologe, van wie ik ook werk heb gelezen. Zij inspireert mij enorm. Gimbutas schreef het boek The Living Goddess, dat mijn andere installatie 'Goddess Theory' sterk heeft beïnvloed. In tegenstelling tot de andere schrijvers, die tekeningen gebruikten om te speculeren over godinnen, deed Gimbutas veldonderzoek en vond zij daadwerkelijk godinnenbeeldjes van klei. Toch werd ook zij grotendeels genegeerd door de academische wereld, vooral vanwege misogynie.
Mijn eigen ervaring met reizen naar archeologische vindplaatsen zoals Çatalhöyük en Göbeklitepe was ook verhelderend. Deze neolithische vindplaatsen bevinden zich in het zuiden en zuidoosten van mijn huidige thuisland, Anatolië – waarvan het zuidelijk deel ook bekendstaat als Mesopotamië. James Mellaart, een van de auteurs van het eerder genoemde boek, was een van de eerste opgravers van Çatalhöyük, dat wordt beschouwd als een van de eerste menselijke nederzettingen in stadsvorm, zo'n 7000 jaar geleden. Göbeklitepe is nog ouder, en ligt oostelijker. Het werd al bewoond vanaf 9500 v.Chr. Het is een ongelooflijk abstracte, artistieke architectuur bestaande uit stenen zuilen met mysterieuze vormen en sculpturale voorstellingen van dieren zoals wilde zwijnen, gieren, slangen en menselijke figuren. Men vermoedt nu dat deze plek te maken had met het ontstaan van landbouw en geloof.
Als je hedendaagse geschiedenisboeken leest, zie je vaak hoe de ontdekking van Göbeklitepe alles heeft veranderd in onze kijk op de geschiedenis. Het is controversieel, ook omdat het wijst op het bestaan van een matriarchale samenleving. In mijn werk probeer ik altijd het gevoel op te roepen dat ik had toen ik deze plek bezocht. Mijn werk speculeert dus ook over verloren kunstwerken en artefacten uit de geschiedenis. Dichter bij onze tijd noemt de Bijbel hoe de Asjerapalen opzettelijk werden vernietigd door de Jezuïeten als onderdrukking. Die palen waren gewijd aan de vruchtbaarheidsgodin Asjera, ook bekend als Astarte of Asjerim. Zij was de laatst overgebleven godin en werd met geweld uitgeroeid door patriarchale religieuze systemen, en dat is nog maar 2000 jaar geleden. (Exodus 34:13: “Breek hun altaren af, verbreek hun gewijde stenen en hak hun Asjerapalen om.”)
Worden godinnen zoals Ishtar, Tomris, Umay en Cybele ook gevierd in Turkije? Of is het bestaan van dit matriarchaat pas recent ontdekt?
Ja en nee. Het land is vandaag de dag nog steeds sterk patriarchaal. Toch laten deze godinnen hun sporen na in de vrouwennamen van nu. Zo heet mijn tante Sibel, een afgeleide van Cybele. Tomris was vroeger een gangbare naam, en toen ik tiener was, was er een zangeres die Umay Umay heette – dat is nu de naam van mijn kleine zusje. Er is dus een doorlopende lijn. Ik verwacht ook een terugkeer van de godin in de cultuur van het land, als een radicale politieke kracht. Umay bijvoorbeeld staat nog steeds bekend als een voor-religieuze Turkse godin die waakte over zwangere vrouwen en hun baby’s. Ze is eigenlijk de oppergodin op dat gebied. Het woord umāy betekent placenta, baarmoeder of uterus. Ze wordt ook in verband gebracht met de eerste sjamanen, die vrouwen waren. Wat haar bijzonder maakt, is dat ze in de bredere Turkse wereld wordt vereerd, zoals in Turkmenistan en Kazachstan. Dat zie je ook in een recent populair lied genaamd Homay, van de Basjkierse band Ay Yola.
Cybele is een soortgelijke godin, meer gelinkt aan landbouw. Ze wordt op veel verschillende manieren afgebeeld, van de neolithische tijd tot in de Griekse mythologie, waar ze vaak verandert in Demeter, de oogstgodin. Ze zit op een troon, met leeuwen aan haar zijde, en soms heeft ze vele borsten. Je kunt haar ook 3D-geprint terugvinden in andere werken. Archeologen vermoeden dat die borsten in feite graankorrels voorstellen. Haar beeldjes werden vaak gevonden in graanopslagplaatsen, bij het begin van de landbouw.
Het gebruik van digitale technieken zoals 3D-printen in combinatie met je oude referenties is erg vernieuwend. Speel je vaker met die spanning tussen oud en nieuw?
Ja, dat probeer ik altijd. Mijn referentiekader is 10.000 jaar geleden en 10.000 jaar in de toekomst. Toen deze archeologische artefacten werden gemaakt, waren ze waarschijnlijk de nieuwste technologie van hun tijd. Kleibakken op hoge temperatuur was revolutionair in de neolithische tijd. Ik geloof dat 3D-printen in metaal nu vergelijkbaar is. Ik denk constant na over wat er nog uitgevonden zal worden. Door de huidige technologieën te gebruiken, probeer ik ook de toekomstige godinnen te verbeelden – zij die nog moeten komen.
Je werk lijkt de aanwezigheid van vrouwen in de prehistorie te herstellen. Zie je jouw kunstpraktijk als een vorm van verzet?
Absoluut. Ik bekijk alles door een feministische lens en voeg vrouwen weer toe op plaatsen waar ze zijn uitgewist door de patriarchale pen. Architectuur, landbouw, kunst: al deze domeinen worden ons gepresenteerd alsof ze door mannen zijn uitgevonden, maar ik geloof daar niets van.
De figuur in 'Mother of My Mother' lijkt vrij autoritair. Wat symboliseert haar houding voor jou in relatie tot haar rol als moedergodin?
Zij is inderdaad de oudste voorouder in de tentoonstelling. Ze zit op haar troon, omringd door twee leeuwen. Ze straalt absoluut een soort gezag uit dat voortkomt uit jarenlange ervaring. Ze lijkt ook letterlijk op mijn eigen moeder en mijn grootmoeder, die onlangs is overleden.
De pose van 'Umay The Progenitrix' voelt wat opener, of scheppender. Heb je haar bewust anders proberen te weerspiegelen?
Ja, dat is een heel terechte observatie. 'Umay the Progenitrix' vertegenwoordigt in deze context en voor mij persoonlijk de toekomst. Ze moet nog worden. Naast de archeologische en neolithische referenties komt zij aan de andere kant van de medaille, van wat nog niet gebeurd is. Ze is beïnvloed door het werk van Octavia E. Butler, vooral haar boek Dawn. Ze zou een godin uit de ruimte kunnen zijn, uit een andere dimensie, misschien niet menselijk, misschien half mens-half boom, misschien een buitenaardse vrouw. Ze is open en bevat nog talloze mogelijkheden en tentakels. Ze heeft een innerlijke ruimte die puur potentie is.
Wat zouden je Amazonenfiguren ons kunnen leren over hoe we hedendaagse vrouwen bekijken?
Ze laten ons zien dat we veel sterker zijn dan we denken.
Waar werk je op dit moment aan?
Op dit moment richt ik me op twee belangrijke projecten: een is een groepstentoonstelling die in juli opent in Amsterdam. Ik maak een nieuwe installatie over het fenomeen ‘naturalisatie’, zowel van mensen als van planten. Voor het eerst maak ik een persoonlijk werk. Daarnaast ontwikkel ik samen met het collectief waar ik deel van uitmaak, 4Siblings, een nieuw stuk land in Sloterplas, Amsterdam. We gaan de bodem saneren en land art en voedselsoevereiniteitsprojecten ontwikkelen. Het thema van dit jaar is Decompositions en het resultaat hiervan is eind september. Je bent van harte welkom!