Het absurdisme moet er binnenkort aan geloven volgens Joncquil. Het is ingehaald door de werkelijkheid. Tot die tijd geldt voor hem geen vreemder ding te bedenken is dan het ‘alledaagse’. Op dit moment heeft hij een duotentoonstelling met de Zweedse kunstenaar Michael Johansson bij Galerie Ramakers met de titel 'potato tomato'. Die titel verwijst naar de fonetische grapjes tomato-tomato en potato-potato die de minieme verschillen tussen het Brits en Amerikaans Engels benadrukken en zoveel betekenen als lood om oud ijzer. ‘De titel refereert aan de multi-interpretabelheid van ons werk, en in het verlengde daarvan ook van de werkelijkheid.’
De samenwerking en vriendschap met Johansson gaat inmiddels al bijna 20 jaar terug. Ze ontmoetten elkaar op een beurs in Stockholm en werken sindsdien geregeld samen. ‘Bij zijn werk dacht ik op een gekke manier: ‘Hé, dat zou ook mijn werk kunnen zijn’.’ Ze vinden elkaar in details waar ieder ander aan voorbij zou gaan, zoals de Duitse acteur die zijn stem leent aan Bruce Willis. ‘Wat doet hij nu, nu Bruce Willis dementeert?’
'potato tomato' is nog tot en met 4 mei te zien bij Galerie Ramakers in Den Haag.
Waar is je atelier en hoe ziet het eruit?
Mijn atelier is in broedplaats de DCR op De Constant Rebecqueplein, het ateliercomplex in het stroomkwartier in Den Haag. De gemeente bracht hier begin deze eeuw kunstenaars samen van verschillende broedplaatsen die destijds verdwenen. Zij hebben het pand helemaal gestript en jarenlang gerenoveerd. Toen ik er in 2007 in trok, was het pand bijna klaar. Indertijd was mijn eigen atelier nog een casco. Het is een ruimte met hoge plafonds en grote ramen. Voorin de ruimte maak ik mijn werk, achterin heb ik een zithoek en opslag aan werk en materialen. Op de lange wand heb ik tal van lampen uit de jaren ’50 gemonteerd, een verzameling die langzaam een werk wordt. Mid-century design speelt vaker een rol in mijn werk.
In het midden van het pand zat een gemeenschappelijke ruimte nog zonder duidelijke bestemming De entree was omgetoverd tot een museale ruimte. Eelco van der Lingen (huidige directeur van het Mondriaan Fonds, red.) en ik hebben toen nagedacht over een goede benutting van die plek. Na een succesvolle tentoonstelling was het logisch een programma te maken. We wilde het elan van een museum combineren met de doelgerichtheid van een galerie en de creativiteit van een kunstenaarsinitiatief. Daaruit is de stichting NEST ontstaan waarmee we samen exposities cureerde. Hij kon het goed verwoorden en ik hield mij vooral bezig met het opbouwen en inrichten van de tentoonstellingen.
Wat heeft een goede atelierruimte nodig voor jou?
Ik heb in het verleden veel verschillende ateliers gehad in alle soorten en maten. Ik kwam er al snel achter dat een atelier met hoge plafonds beter werkt voor mij, De hoogte van een ruimte is voor mij belangrijker dan bijvoorbeeld de diepte van de ruimte. Wellicht om de gedachten te kunnen laten rijzen en dalen.
Stel ik loop stage bij je, wat maak ik dan op een gemiddelde dag op je atelier mee?
Ik ken niet echt gemiddelde atelierdagen. Ik geloof niet in de vroege start dus je hoeft niet om 8 uur ’s ochtends op mijn atelier te staan. We zullen al doende veel bepraten en verwonderen. Met een stagiair zou ik veel aandacht besteden aan de lunch, die schiet er bij mijzelf wel eens bij in. Praktisch gezien zit er geen constante in wat ik op een dag op mijn atelier doe. De waan(zin) van de dag kan een tig werken opleveren, maar kan ook betekenen dat ik op een dag veel tijd ‘verdenk’ en inwendig produceer.
Iemand opperde eens door die schijn aan overvloedige tijd om naast het kunstenaarschap te gaan studeren, zodat ik mijn dagen effectiever zou gebruiken. Dat heb ik een tijd met veel plezier gedaan, ik studeerde filosofie en humanistiek. In eerste instantie kreeg zij gelijk: ik deed op die manier veel ideeën op en kon die vrijwel direct toepassen in mijn werk. Na enige tijd bleek dat dat toch niet helemaal werkte, omdat ik al schilderend stond te denken dat ik colleges moest voorbereiden en Camus lezend allerlei beelden kreeg om te realiseren. Ik heb dan letterlijk die (hoge) breinruimte en lege muur nodig. De tijd en mentale ruimte om ideeën te laten komen. 8 uur naar een muur kunnen staren is voor mij enorm nuttig. Het ideale atelier? Misschien een kerkgebouw van de Bossche school. Het zou in ieder geval uit twee delen bestaan. Een deel gevuld met context en materiaal en een leeg deel waar niets de focus kan verstoren.
Je huidige show bij Galerie Ramakers met Michael Johansson heet 'potato tomato', een samentrekking van de fonetische grap tomato–tomato en potato-potato die de verschillen tussen het Brits en Amerikaans Engels benadrukt en zoveel betekent als lood om oud ijzer. Hoe kwamen jullie op die titel?
Michael en ik hebben er lang over nagedacht hoe onze verwantschap het beste te verwoorden en kwamen tot deze gelaagde ‘woordgrap’ die verandert in een filosofische stelling. Door een drukfout kwam op de uitnodiging Tomato potato te staan en hoe lood en oud ijzer ook, waren we het er toch smalend over eens dat het dan iets heel anders zegt. De titel refereert aan de multi-interpretabelheid van ons werk, en in het verlengde daarvan ook van de werkelijkheid.
Hoe kwam de samenwerking met Michael Johansson tot stand?
Jaren terug heb ik hem ontmoet in Stockholm, we waren daar in ons oprichtingsjaar met Nest, het leek ons een goed idee meteen internationaal te gaan. Eerst zag ik zijn werk op Market, het Art Rotterdam van Scandinavië en daarna trof ik hem zelf op Supermarket, een beurs voor kunstenaarsinitiatieven. Bij zijn werk dacht ik op een gekke manier: ‘Hé, dat zou ook mijn werk kunnen zijn’. Daarbij had hij ook een kunstenaarsinitiatief dus het werd een beetje een deja-vu-achtig gesprek.
Het is niet alsof ik in de spiegel kijk naar een kopie van mezelf, maar als ik in Zweden was opgegroeid, was er een kans dat ik een soort Michael Johansson was geworden. We delen een verbazing over de werkelijkheid, die waargenomen absurditeit ligt ten grondslag aan ons beider werk. We sloegen bijvoorbeeld allebei aan op het idee dat er een Duitse acteur is die zijn stemt leent aan Bruce Willis en als een schaduw alleen werk heeft als Bruce een nieuwe film maakt. Ik stel mij de gezichten van de mensen bij de bakker voor als hij een brood bestelt. Of wat doet hij nu, nu Bruce Willis dementeert? Dat levert mij tomeloze inspiratie op. Je kan naar mijn idee geen vreemder ding bedenken dan het ‘alledaagse’.
Hoe ziet jullie samenwerking eruit?
Dat ligt eraan waar we aan werken. In het geval van samenbrengen van ons individuele werk is het alsof je in je eigen hoofd verschillende opties afgaat en ergens een keuze maakt. Maar dan mompelend tussen twee mensen. Dat vanzelfsprekende begrijpen uit zich in dat hij soms Zweeds tegen mij praat en ik in het Nederlands reageer en we dat pas achteraf door hebben.
We gebruiken allebei objecten in ons werk die ooit voor iets anders gemaakt zijn, maar op een potato tomato manier. Michael maakt in de regel strakker werk dan ik maar met vrij willekeurig materiaal. Mijn werken zijn ogenschijnlijk losser maar kennen dan weer veel meer specifieke voorbereidingstijd. De beelden zijn er vaak eerder dan de objecten die ik nodig heb. Ik denk dat hij mij daarom vraagt om mee te werken aan zijn grote projecten. Ik ben niet de handigste met zaag of boormachine, maar ik snap wat er inhoudelijk moet gebeuren en kan misschien oplossingen aandragen die hij zichzelf niet toestaat en vice versa.
Vijftien jaar terug hadden we voor het eerst een tentoonstelling samen. Destijds maakte ik veel monochrome figuratieve schilderijen die ik geometrisch gegroepeerd had in balans met zijn sculpturen. Dit keer toon ik ook meer van mijn sculpturen die vaak gaan over een tweeledigheid waardoor ons werk iets meer op elkaar lijkt.
Welk project zou je oppakken als tijd en geld geen rol zouden spelen?
Dan zou ik misschien helemaal geen werk kunnen maken, denk ik, want dat zijn vaak belangrijke componenten in mijn werk. De waarde en de betekenis die onderhevig is aan de tijd en context waarin we ons begeven. Ik zou wel een werk willen maken over de megalomanie van het ik en de consumptiemaatschappij, over waarde toekennen aan iets en hoe we die waarde interpreteren.
In de 17e eeuw liepen er in Londen mensen over straat met een ananas onder hun arm om te laten zien hoe rijk ze waren. Ik denk dat de tijd die betekenis zodanig verdund heeft maar dat we daarom nog steeds het vreemde fenomeen kennen van gouden ananassen die we bijv. met veel bling bling terugzien in de mode. Terwijl je dan onwetend het stuk fruit uitdraagt als signaal voor vrije geest en liefde.
In het verlengde daarvan denk ik aan een aardbeienwarenhuis op een exclusieve locatie waar je aardbeien per stuk kan kopen tegen de normale marktwaarde. Hoe mooier de aardbei, hoe exclusiever gepresenteerd. De winkel is het hele jaar geopend maar heeft maar 6 maanden daadwerkelijk iets te verkopen, omdat het natuurlijk een seizoensproduct is. De rest van de tijd verkoopt men met veel enthousiasme enkel nee en het verlangen in een chic verkozen spiegelbeeld van het communisme.
Ik loop over van ideeën en ik kan lang niet alles uitvoeren in één leven. Dus ik zou met onbeperkte middelen een studio willen beginnen vol met gespecialiseerde medewerkers. Een leger doeners die sneller werk kunnen maken dan ik zelf.
Waar ben je op dit moment mee bezig?
Nu de show loopt is het weer volop herijken. Tijdens het inrichten zie je je eigen werk eigenlijk pas voor het eerst in context dus ik ga regelmatig met mensen kijken over wat er nu werkelijk wordt gesteld.
Eigenlijk is dit een slecht moment voor een show die uitgaat van absurdisme, want we worden ingehaald door de werkelijkheid. De Surrealisten verklaarden hun stroming dood na de onbevattelijkheid van de tweede wereldoorlog. Nu potato en tomato de V.S. besturen, vrees ik dat het absurdisme aan de beurt is. Het lijkt niet langer een interpretatie te zijn maar de nieuwe realiteit. Het beste zou nu misschien zijn om biograaf te worden en gewoon de ‘waarheid’ op te schrijven met als resultaat een roman met kafkaëske kwaliteiten.
Daarnaast moet ik binnenkort mijn atelier tijdelijk inpakken en verplaatsen ivm een verduurzaming van het gebouw. Ik krijg dus letterlijk mijn gehele eigen geschiedenis door mijn handen, over herijken gesproken. Ik zoek nog een stagiaire om daarbij te helpen…