Debuteren is nooit makkelijk, zeker in deze tijden. Aan energie en positiviteit zal het bij Loes Koomen niet liggen. Ze debuteert bij Galerie Stigter Van Doesburg met Happy Buildings, Sad Trees - 18 werken met schurende kleurstellingen en ongrijpbare vormen over de groeiende kloof tussen stad en platteland.
Loes Koomen had al een enorme staat van dienst als grafisch ontwerper. Zo was ze onder andere verantwoordelijk voor de restyling van Het Parool, de Leeuwarder Courant en Vrij Nederland. Ook tekende ze voor het concept van Hollands Diep. Tien jaar terug begon het schilderen toch weer aan haar te trekken. Daarna ging het snel.
GV: Waarom ben je weer gaan schilderen?
LK: Ik ben eigenlijk altijd voor mijzelf blijven schilderen. Op mijn 17e ging ik naar de kunstacademie. Ik kwam uit een beschermde omgeving en was zo groen als gras. Om autonoom kunstenaar te worden moet je een verhaal te vertellen hebben, en dat had ik op die leeftijd gewoon nog niet. Daarom ben ik grafisch ontwerp gaan studeren. Als conceptontwerper heb ik altijd opdrachten gehad uit de journalistieke en culturele hoek.
Tien jaar terug begon het schilderen weer flink aan mij te trekken. Ik ben toen een vaste avond per week gaan schilderen. Vrijwel direct merkte ik dat dit was wat ik wilde doen. Twee jaar later werd dit atelier in Loods 6 mij in de schoot geworpen en besloot ik steeds vaker ontwerpopdrachten af te stoten en er vol voor te gaan. Ik gaf mezelf een aantal jaar de tijd om ook alle mogelijke bagger te maken, om zo uit te zoeken welke kant ik op wilde. Vier jaar geleden vond ik mijn richting en ben vanaf dat moment fulltime gaan schilderen.
GV: Vaak wordt gezegd dat jouw werk aan de jaren ’60 refereert. Zo noemde Diana Stigter jouw werk 'soft edge’ in het verlengde van de hard edge kunst uit die tijd. Kun je je daarin vinden?
LK: Mijn werk gaat vooral over thema’s die mij bezighouden. Sociaal-maatschappelijke thema’s als vrijheid, gelijkheid en discriminatie. Ik sta volledig in het hier en nu, maar die thema’s speelden ook al in de jaren ’60. Het raakvlak met de kunst uit die periode is dat ik dat mijn werk eenzelfde soort positieve energie meegeef.
GV: De tentoonstelling heet Happy Buildings, Sad Trees; waar gaat de tentoonstelling over?
LK: Happy Buildings, Sad Trees gaat over de kloof tussen stad en platteland, een thema dat mij al heel lang bezighoudt. De trek naar de stad is mijn ogen op langere termijn niet houdbaar. Dat zijn complexe vraagstukken, waarin eenduidigheid vaak ontbreekt. Door mijn werk een positieve uitstraling te geven, hoop ik dat mensen eerder openstaan voor ingewikkelde kwesties. In mijn werk vertaalt zich dat naar abstracte vormen die ergens vandaan komen. Zo zijn de vormen in het drieluik Tracks and Gaps gebaseerd op de sporen die tractorbanden nalaten. Je mag er uiteraard van alles in zien, maar het zijn bij mij nooit louter alleen esthetische vormen.
GV: Wat is de meest opvallende ontwikkeling ten opzichte van je eerdere werk?
LK: Dat is het ontbreken van de kleur zwart. Voorheen was dat een van mijn basiskleuren. Daarnaast zijn de composities complexer geworden. Ook heb ik het gevoel dat ik nu mijn beeldtaal gevonden heb. Het is geen eindpunt, maar iets waarmee ik verder kan.
GV: Ik kan me voorstellen dat je niet zomaar op die kleuren uitkomt. Klopt dat?
LV: Ik heb lang kleuronderzoek gedaan om precies de juiste kleuren te vinden, om te zien hoe ze op elkaar reageren. Ik wil dat de kleuren zelfstandig iets gaan doen en een enorme energie overbrengen.
GV: Een van de dingen die opvallen aan je werk zijn de verfresten. Laat je die expres zitten?
LK: Die ontstaan tijdens het schilderen en als ze iets toevoegen aan het geheel laat ik ze staan. Een mens is ook niet perfect; ik wil dat je die imperfectie in mijn werk terugziet.
GV: Iets anders, hoe kom je als relatieve buitenstaander bij een grote naam als Stigter Van Doesburg terecht?
LK: Het eerste contact was op This Art Fair in 2017. Ik raakte met David en Diana aan de praat en er was een klik. Ik ben in feite een zij-instromer. Het geijkte pad is natuurlijk dat je na de academie wordt opgepikt door een galerie. Omdat ik geen relaties in de kunstwereld had, besloot ik de hulp van een agent in te schakelen, Manuela Klerkx, wat de beste stap is geweest die ik kon zetten. Zij gooide vorig jaar een balletje bij hen op, wat weer leidde tot een studiobezoek en tot deze show.
GV: Zitten er ook voordelen aan het debuteren met een solotentoonstelling op latere leeftijd?
LK: Ik was uiteraard verguld met het aanbod van een solotentoonstelling, zeker omdat het meer voor de hand ligt om eerst in een groepshow getoond te worden. Ik heb als voordeel dat ik altijd ben blijven werken op het ritme dat ik had als ontwerper. Zo wacht ik bijvoorbeeld niet op inspiratie, maar blijf ik gewoon dagelijks hard doorwerken. Bovendien zijn tal van zaken in mijn leven al geregeld, zoals een huis en een goed huwelijk. Ik kan me dus volledig op het schilderen storten.
De tentoonstelling Happy Buildings, Sad Trees van Loes Koomen is van vrijdag 15 mei tot en met zaterdag 27 juni 2020 te zien bij Galerie Stigter Van Doesburg. Loes Koomen is op 15 mei bij de opening van 15u tot 18u aanwezig.