Ellen de Bruijne Projects in Amsterdam presenteert tot en met 6 juli een solotentoonstelling van Jannie Regnerus: haar eerste solotentoonstelling in tien jaar. Naast haar beeldende kunstpraktijk is Regnerus namelijk ook een veelgeprezen schrijver, met romans zoals De ent, Nachtschrijver en Het lam, waarvan de laatste een plek kreeg op de de longlist van de Libris Literatuur Prijs en een nominatie voor de Opzij Literatuurprijs. Regnerus maakte eerder onder andere videowerken, maar recent besloot ze om opnieuw aandacht te wijden aan het schilderen, het discipline dat ooit het startpunt vormde van haar carrière als kunstenaar.
Jannie Regnerus werd in 1971 geboren in Oudebildtzijl. Ze studeerde aan de Kunstacademie in Maastricht en de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. De kunstenaar en auteur bracht langere tijd door in het buitenland, waaronder een uitwisseling naar Salamanca tijdens haar periode aan de kunstacademie en een artist-in-residence programma van een jaar bij CCA Kitakyushu in het zuiden van Japan (2000-2001), dankzij Stichting Fonds Beeldende Kunsten, Vormgeving en Bouwkunst. Daar ontwikkelde ze een diepe fascinatie voor de Japanse cultuur en rituelen, maar ook voor de technologie van het land. Over die periode schreef ze het (autobiografische) boek Het geluid van vallende sneeuw: Herinnering aan Japan (2007), waarvoor ze een Bob den Uyl-prijs in ontvangst mocht nemen. Regnerus bracht ook twee jaar door in Mongolië, waarover ze het boek De volle maan als beste vriend – Twee jaar in Mongolië (2005) schreef. Naast het autobiografische element in Het geluid van vallende sneeuw worden haar boeken worden soms ook explicieter geïnspireerd door de kunstwereld. Zo gaat Nachtschrijver over een restaurator in het Rijksmuseum.
Regnerus: “Sommige van mijn schilderijen lijken immaterieel, alsof ze helemaal geen gewicht hebben, alsof een ‘briesje wind’ over het canvas is gegaan. Maar als je dichterbij kijkt, zie je de 'huid' die bestaat uit vele dunne lagen verf, je herkent de beweging van de hand en de kwast, en waarschijnlijk enkele imperfecties zoals verfspetters, haren van de kwast.”
Het werk van Regernus was onder meer te zien in het Stedelijk Museum, Kunstmuseum Den Haag, het Fries Museum, De Vishal, Marres, M HKA Antwerpen, PARCO MUSEUM TOKYO en op Art Basel. In 1996 ontving ze een Buning Bronger Prijs.