Kan abstract werk een synergie vormen met figuratie? En kunnen beide vormen met eenzelfde passie en kracht door één kunstenaar gemaakt worden? Met zijn eerste solotentoonstelling op Belgische bodem bewijst Tom Woestenberghs (°1978) bij Art Gallery De Wael 15 dat zijn werk meer dan een loutere Formality is.
Formality, de titel van de tentoonstelling, straalt eenzelfde speelse ambiguïteit uit als zijn werk. Speelt hij immers niet op de dubbele bodem van het woord dat zowel formaliteit als vormelijkheid (etiquette) kan betekenen?
Woestenborghs, die woont en werkt in Merksplas, gebruikt fotografie als basis voor zijn collages, die op hun beurt weer als foto’s lijken. Dit realisme in zijn werk is ongetwijfeld ten dele te danken aan zijn Master Degree Schilderen aan St. Lucas en zijn postgraduaat aan het HISK. Ondanks deze opleiding heeft Woestenborghs verf en penseel verruild voor het snijmes en plakplastic, omdat dit materiaal - naar eigen zeggen - een helderder kleurenpalet oplevert dan verf.
Van speelse popart…
De werken in de tentoonstellingsruimte wisselen elkaar af: speelse popartfiguren spelen haasje-over met strak afgelijnde geometrische patronen. Vanop een afstand vallen dadelijk twee zaken op: de felle kleuren waarmee de werken opgebouwd worden en de grootte van de werken. In Formality onderzoekt Woestenberghs immers ook de relatie tussen het werk en zijn kader: het centrale beeld is telkens 40-50 cm, terwijl de kader eromheen 60-80 cm meet. De vragen die de kunstenaar zich stelt: hoe verhouden beiden zich tot elkaar en is er sprake van beïnvloeding?
Voor mij is deze vraag niet zo belangrijk. Ik wil me bij het figuratieve werk focussen op de formality maar dan in de betekenis van etiquette. De afgebeelde personen in het oeuvre van Woestenborghs blinken immers niet uit door hun verfijnde lichaamshouding of kledij. De dame op het posterbeeld van de tentoonstelling lijkt op het eerste zicht een dochter van Cameron Diaz en een jonge Madonna (de popster): rebels, uitdagend, zelfs een tikkeltje ondeugend erotisch. Ze kijkt de toeschouwer niet in de ogen. Ze wend zelfs de blik af, maar houdt wel onze aandacht doordat ze haar tong uitsteekt. Niet beledigend, maar toch wel met een zekere erotische spanning. Ze bedekt haar naakte boezem met haar handen terwijl ze ons het bekende middelvingergebaar geeft. Een gebaar dat bijna dreigt verloren te gaan in het beeld doordat de roodgelakte vingernagels nauwelijks een contrast vormen met de gekleurde glitters op haar lichaam. De ruimte waarin de dame zich bevindt is niet te definiëren. De geometrische achtergrond doet echter denken aan ‘foute’ badkamertegels uit het midden van de vorige eeuw. Een ander voorbeeld toont ons een getatoeëerd meisje dat op het aanrecht zit van een keuken die zo aan de geest van Mondriaan of Van Doesburg ontsnapt lijkt. Opnieuw die speelse onschuld, die wegkijkende blik, de bedekte naaktheid tegen een geometrische achtergrond.
… tot geometrisch formalisme
Toen de kunstenaar veertig jaar werd, besloot hij zich een volledig jaar toe te leggen op het proces van zijn werk en niet het resultaat. Ik kan me goed voorstellen dat het zaadje voor de non-figuratieve werken in deze expo tijdens die periode gepland werd. Strakke uitvoeringen die zich een weg banen tussen Mondriaan, Van Doesburg en zelfs een Josef Albers: een perfect bewijs dat de kunstenaar zijn canon kent.
Conclusie? Formality is meer dan alleen een tentoonstelling; het is een studie van vorm, kleur en compositie. Het is een viering van de veelzijdigheid van Woestenborghs als kunstenaar en zijn vermogen om verschillende stijlen en technieken te beheersen. Met andere woorden, een expo die zeker de moeite is om te bezoeken.