In de rubriek ‘De keuze van…’ laten we een keur aan kunstliefhebbers (van incidentele kopers tot kunstprofessionals) aan het woord over hun beleving van kunst, en vragen we naar hun voorkeuren: waar zien ze het liefste kunst? Waar kopen ze, en vooral: wie kopen ze? In dit deel Emily Ansenk (directeur Kunsthal tot 1 september, daarna directeur Holland Festival)
Wat betekent kunst voor jou?
Ik kan me geen leven zonder kunst voorstellen. In mijn werkende leven is kunst altijd leidend: de tentoonstellingen die wij in de Kunsthal maken, gaan over de verbinding tussen de kunstwerken en een breed – en veelal nieuw – publiek. Het mooiste is als aan de bezoekers kunt zien hoe ze zich met kunst, en de getoonde kunstwerken, verbonden voelen. Bijvoorbeeld tijdens All you can Art, het programma dat we met de kunstenaars Tirzo Martha en David Bade en het Instituto Buena Bista op Curaçao hebben opgezet en dat gaat over meedoen en meemaken. Of nu, tijdens de tentoonstelling I’m Your Mirror van de Portugese Joana Vasconcelos, die iedereen aanzet tot nadenken en participatie. Vooral de meerlagigheid in haar werken, die met humor – en gehuld in felle kleuren – actuele onderwerpen behandelen: de positie van de vrouw, identiteit en migratie en traditie ten opzichte van vooruitgang.
Heb je kunst van huis uit meegekregen of heb je zelf je pad moeten vinden?
Een beetje van beide. Mijn ouders namen ons al op jonge leeftijd mee naar steden in Europa, waar we altijd de oude stadscentra en de kerken bezochten, en ook wel musea. Mijn oma was vaak aan het schilderen als we daar op bezoek gingen, en ze liet ons de prachtigste kunstboeken zien. Toen ik een jaar of vijftien was, heb ik bewust de keuze gemaakt om kunstgeschiedenis te gaan studeren, ook al werd me dat aan alle kanten afgeraden, omdat er geen werk in te vinden zou zijn, begin jaren 90. Het is altijd goed om je eigen pad te volgen en niet te gaan voor de schijnbaar veilige optie – dat pakt toch vaak minder goed uit. Tijdens mijn studie heb ik stage gelopen bij de kunstcollectie van de ING, afdeling Kunstzaken, onder leiding van de fantastische Sacha Tanja. Van haar heb ik – en velen met mij – veel geleerd. Op mijn 25e werd ik directeur van het nog op te richten Frisia Museum in Spanbroek, een initiatief van Dirk Scheringa. Dat was een geweldige tijd, waarin het oprichten van het museum – inclusief verbouwing en opbouwen van een organisatie – hand in hand ging met het aankopen van werken voor de collectie, en het maken van tentoonstellingen. Na ruim twaalf jaar heb ik de overstap gemaakt naar de Kunsthal, een expositieruimte zonder eigen collectie maar met een brede en zeer succesvolle programmering. Nu, elf jaar, later verlaat ik de Kunsthal per 1 september om directeur van het Holland Festival te worden.
Waar haal je je informatie over het wel en wee in de kunstwereld vandaan: krant, vakbladen, televisie, online?
Ik ben een alleslezer wat betreft informatie over kunst en de kunstwereld: ik bekijk dagelijkse websites als artdaily.org, theartnewspaper.com, artnews.com, maar ook Nederlandse en buitenlandse vakbladen, en natuurlijk de (inter)nationale kranten en dan met name de kunst en cultuurkaterns (die overigens steeds kleiner worden). Ik lees graag boeken over kunst en kunstenaars, en kijk graag documentaires. Omdat we in de Kunsthal zo breed programmeren – beeldende kunst, fotografie, design, architectuur en mode – zoek ik gericht naar informatie over het betreffende onderwerp. In oktober opent bijvoorbeeld de tentoonstelling Couturissime van modekoning Thierry Mugler, waardoor ik veel meer in de modebladen en -blogs duik. En rond de voorbereiding van de HipHop tentoonstelling heb ik veel documentaires gekeken en Instagram Stories gevolgd.
Waar bekijk je het liefste kunst? In een galerie, museum, een beurs of online?
In musea, galeries, beurzen, biënnales, beeldentuinen en op andersoortige onverwachte plekken. Ik bezoek waar ik ook ben musea en galeries, en ben voor mijn werk veel op reis om gericht kunstenaars of partner-instellingen te bezoeken. Ik bezoek ook wel kunstbeurzen, maar dat doseer ik, want er treed bij mij op een zeker moment ook een soort ‘beursmoeheid’ op, waardoor je niet echt meer kijkt.
Eigenlijk vind ik het bezoeken van een kunstenaar in haar of zijn atelier nog het meest inspirerend. Door de interactie met de kunstenaar leer je het meest, kijk je beter en krijg je meer gevoel bij het werk. Een goed gemaakte tentoonstelling die verrast en echt een nieuw perspectief laat zien geeft mij enorm veel energie, daar kan ik ontzettend gelukkig van worden.
Hoe vaak per jaar koop je kunst? Koop je werk in oplage of liefst uniek werk?
Het eerste kunstwerk kreeg ik tijdens mijn afstuderen van mijn toenmalige vriend, inmiddels mijn echtgenoot. Sindsdien kopen we samen kunst, minstens een werk per jaar, soms vaker. We houden beiden van schilderkunst, dus we hebben veel schilderijen, maar ook fotografie en een enkel beeld.
En waar koop je dan: in de galerie, op een kunstbeurs, op een veiling of online?
Ik heb nog nooit werk online gekocht. Ik wil het graag in het echt zien, voelen en beleven. De meeste kunstwerken hebben we via een galerie gekocht, maar ook via de kunstenaar zelf en een enkel werk op een kunstbeurs, zoals een monoprint van David Shrigley bij Nicolai Wallner tijdens Frieze, rond 2001. Of het werk Waldwende van Jochen Mühlenbrink bij Rupert Pfab tijdens Art Rotterdam 2008 (nu vertegenwoordigd door Galerie Gerhard Hofland in Amsterdam) of laatst nog het werk Deer Head (2017) van Ulla-Stina Wikander bij Cokkie Snoei, ook tijdens Art Rotterdam.
Is het belangrijk dat jij en je partner het altijd eens zijn over een aankoop?
Meestal zijn we het eens, en vallen we op hetzelfde werk. We zijn snelle beslissers, als we iets mooi vinden dan kopen we het ter plekke. Een enkele keer slapen we er nog een nachtje over en gaan we nog een keer kijken. We spreken met de kunstenaar en kijken naar zijn of haar andere werk. We kijken naar het kunstwerk zelf en niet of het wel past bij de andere werken, of voor een bepaalde plek in huis. De twee foto’s van Loretta Lux in de foto boven dit interview zijn getiteld Hidden Rooms 1 en 2, en kocht ik in 2001 of 2002 bij Adriaan van der Have van Torch Gallery. Het was liefde op het eerste gezicht.
Inmiddels kunnen we lang niet meer alle werken ophangen en neerzetten, maar ik kan lastig afscheid nemen van werken.
Is er een galerie waar je een speciale band mee hebt?
We hebben altijd bij veel verschillende galeries gekocht, zowel in Nederland als in het buitenland. In Rotterdam kom ik graag bij Cokkie Snoei, in Amsterdam ben al decennia bevriend met Rutger Brandt, Nico Delaive en Ron Mandos, en heb werken gekocht bij Torch Gallery, Fons Welters en vroeger bij Hof & Huyser.
Als je onbeperkt budget had, van wie zou je dan een werk aankopen?
Ik zou vooral graag onbeperkte ruimte hebben: dan zou ik een grote installatie van Funda Gül Özcan naast de Spider (Cell) van Louise Bourgeois plaatsen. Ik ben zeer gecharmeerd van het werk van Funda, de manier waarop zij haar installaties opbouwt en hoe die interacteren met het publiek. De monumentale werken van Louise Bourgeois en met name haar 'Cells' heb ik in 2015 gezien in het Haus der Kunst in Munchen, een fenomenale tentoonstelling.
Wie zijn je favoriete kunstenaars (op Gallery Viewer), en waarom?
Lastige vraag, want het zijn er velen.- Ik houd van het werk van Ellen Gallagher, vanwege haar prachtige lijnvoering, onderwerpkeuze en materiaalgebruik.
- Ik volg al vanaf de jaren ’90 het werk van Michael Raedecker (GRIMM), indertijd getipt door een vriendin, terwijl ik nog stage liep. Ik bewonder zijn borduursels, die hij welhaast gebruikt als kwaststreek, en zijn subtiele kleurgebruik.
- En als we het nog even bij schilderkunst mogen houden, dan wil ik ook graag Emo Verkerk (Willem Baars Projects) en Helen Verhoeven (Stigter & Van Doesburg) noemen. Natuurlijk enorm verschillend, maar beiden ontroeren me door de wijze waarop ze met verf een beeld tevoorschijn toveren dat zo raak, zo veelzeggend is.
- Daarnaast ben ik zeer geïntrigeerd door het veelzijdige werk van Rafaël Rozendaal (Upstream), wiens werk we tijdens twee tentoonstellingen in de Kunsthal hebben getoond: Human Digital (2016) en Trouble in Paradise (2019). Zijn digitale werk is zowel poëtisch en visueel aantrekkelijk, als raadselachtig en afstandelijk.
- En als laatste wil ik nog het werk van Jan van Munster noemen. Ook zijn werk hebben we in de Kunsthal getoond, tijdens de tentoonstelling Actie-Reactie, 100 jaar kinetische kunst (2018). Hij was de enige Nederlandse kunstenaar die we in dat overzicht toonden. Het werk was simpel en spectaculair. Gloeiende draden die in wisselende patronen rood opgloeiden. Door de warmte deed je automatisch een stap naar achter, terwijl het schouwspel je tegelijkertijd naar voren lokte. Prachtig in zijn eenvoud.
Gallery Viewer en Het Parool zijn op 18 april 2019 mediapartners geworden. De samenwerking bestaat uit een uitwisseling van content. Zo publiceert Het Parool wekelijks de rubriek ‘De keuze van…’ van Oscar van Gelderen en Manuela Klerkx in de krant en op de site.