Atousa Bandeh-werken zijn een manier om de interne wereld te ontdekken, die leidt tot het begrijpen van de uiterlijke wereld, die functioneert als een spiegel van het zelf.
Ze bestudeert met camera en verwerkt met verf. Het resultaat is op zich een gedicht dat rijk is aan metaforen, niet vastzit in categorisch denken maar in indexatief volgen en in contextualiserende conclusies. Voor Kristeva is poëzie noch fetisjisme noch moord, het durft echter naar destructiviteit van de mens te kijken, het sublimeert het door de grammatica te vernietigen waarin de gemeenschappelijke taal wordt gemaakt. Geschiedenis is de gemeenschappelijke taal voor de destructiviteit van de mens. Bandeh zoekt en vestigt de psychische ruimte in het sociale leven onder het bewind van idealisme, traceert ze in de gebouwen van het verleden, in de kale, vergeten landschappen. Ze waarschuwt ons voor de toestand waarin, als poëzie niet zal worden gebruikt en vergroot, we achterblijven bij een stemloze man die huilt om zijn nederlaag tegen zichzelf. (Sam Samiee)
Het werk van Dianne Hagen heeft geen titels. Ze worden terecht genoemd naar de materialen of delen waaruit ze zijn samengesteld, omdat deze werken geen sculpturen zijn of objecten vervaardigd uit grondstof of gemaakt met een doel of functie die hen eenheid of duidelijkheid zouden geven. Ze komen niet toe aan de eenheid van een naam en de duidelijkheid van de taal. Omdat ze geen naam hebben, kunnen ze ook niet in een geheel passen: de werken zoeken geen contact met hun 'omgeving' of de wereld, noch met elkaar. De werken kunnen niet worden "geïnstalleerd". Je kunt alleen naar een plek zoeken waar ze alleen kunnen zijn om in hun eigen ruimte te kunnen bestaan. Evenmin zijn de constructies of structuren van Hagen werk. Men kan de logica waarmee ze zijn gemaakt niet "formaliseren". Het werk is niet georganiseerd of ondersteund door geometrische vormen of getallen, er is geen structuur gevuld en die de onderdelen een noodzakelijke plaats en stabiliteit geeft. Geen abstractie, symmetrie, tegenstelling, evenwicht ... Hagen's werken zijn composities die, omdat ze geen bewijs leveren van een onderliggende geometrie en een concept niet visualiseren, amorf en fragiel lijken en niet gerechtvaardigd.
Mariëlle Videler werk is een zintuiglijke zoektocht naar bewustzijn, lichamelijkheid en vooral het bezielen van de dingen. Hierbij laat ze zich rechtsreeks inspireren door de ‘natuur’ en voedt zich met onderzoek naar de kennis, ideologie en ambacht van vreemde culturen. Videler identificeert zichzelf met een reiziger die fysieke en bovenal imaginaire reizen maakt.
Haar werk en leven staat in het teken van onthechten en opnieuw aanhechten, een obsessieve en confronterende zoektocht naar zuiverheid. Ze bevraagt de effecten van het mondiale extractivisme, toerisme en de muur van global capitalism. En ze zoekt een balans tussen mondiale maatschappelijke reflecties enerzijds en haar eigen lokale en culturele geschiedenis anderzijds.