Carole Vanderlinden houdt haar opties open, zonder zich te beperken tot een bepaald stilistisch idioom of een karakteristieke manier van schilderen. Vanderlindens schilderkunstige aanpak kan worden omschreven als een 'noch/noch'-houding: noch puur figuratief, noch strikt abstract, maar beide en geen van beide tegelijk.
Vanderlindens schilderspraktijk richt zich op materie, op het vlees van de schilderkunst. Maar het is nooit volledig action painting in de traditionele zin van het woord, aangezien het naar de rand van een beeld of verhaal kan worden gevoerd, wat niettemin actieve deelname vereist van de toeschouwer, die de vormen in gedachten moet afmaken.
De titel van de huidige tentoonstelling, A slipping glance, wordt toegeschreven aan Willem de Kooning, de legendarische abstract expressionistische schilder. De verwijzing naar de Kooning benadrukt Vanderlindens besluitvaardige manier van schilderen, de snelheid van haar penseelstreek, die doet denken aan de schilderkunst van de New York School die gevormd werd door de Kooning. Maar de juxtapositie met die schilderkunst drukt ook het verschil uit tussen de twee, het feit dat Vanderlindens manier van schilderen niet alleen besluitvaardig is, maar ook beschouwend; ze wentelt zich in de schilderkunstige materie als middel tot introspectie, tot het uiten van twijfel en aarzeling. De zinsnede ‘A slipping glance’ wekt de notie op van menselijke waarneming, van een observatie die niet kan worden vastgezet of voortgezet en daarom verandert in een herinnering, een echo. Het plaatst de voorbijgaande aard van dingen, en het verstrijken van de tijd, in het hart van Vanderlindens praktijk.
In Vanderlindens schilderkunst is een vlek tegelijkertijd een constructief element, en vice versa. De twee zijn in haar werk niet van elkaar te onderscheiden. Vanderlindens schilderkunst is een onophoudelijk experiment in het weigeren om een onmiskenbaar systeem te hanteren of een afgebakende identiteit aan te nemen. Hierdoor is de kunstenaar in staat tot het continu aanscherpen van haar aanwezigheid in en bewustzijn van de wereld, de geschiedenis en de cultuur als een dynamische, veranderlijke situatie en balans. Het verwijst naar de schilderkunst als een materieel domein, als een specifieke geschiedenis en als een belichaming en projectie van een innerlijk zelf.
In haar werk creëert en herstelt Vanderlinden een primaire ervaring van de schilderkunst in haar pre-ontwikkelde vorm. Ze richt zich op de ruwe, onbewerkte materialiteit van het schilderen en op de mogelijkheid om het te verfijnen zonder in te boeten aan vitaliteit. Ze beheerst de schildermaterie door het te laten zijn zoals het is. Ze positioneert zichzelf als een meester in dat laten zijn, als een volwassen kind. Zo maakt ze deel uit van en draagt ze bij aan het modernistische ethos van de schilderkunst.
In haar huidige tentoonstelling bij PLUS-ONE Gallery presenteert Vanderlinden een nieuwe groep werken op losse doeken, die het onbepaalde karakter van haar praktijk naar een nieuw niveau tillen door de gelijktijdigheid te behouden van tekenen en schilderen, van een etude en een voltooid werk, van periferie en centrum. Ze vergroot de kwaliteit van de verscheidenheid waar haar werk door wordt gevoed en waar het uit voortkomt, en demonstreert de optie om zowel besluitvaardig besluiteloos als besluiteloos besluitvaardig te zijn.
Ory Dessau