tegenboschvanvreden luidt het nieuwe jaar in met een tentoonstelling die gebaseerd is op de verrassingen van het toeval. Toeval wordt wel gezien als een mentale constructie die vooral gebaseerd is op het subjectieve geloof in toevallige gebeurtenissen. In de kunst – net als in de moderne wetenschap – speelt toeval een belangrijke rol, niet als een verstoring van het streven naar perfectie, maar als een drijvende kracht, als een kans. In Toeval is logisch staat de toevalligheid van de ontmoeting centraal, en dan vooral de kans op een dialoog die erdoor teweeggebracht kan worden. Het gaat om de ontmoeting die via de taal van het beeld uitmondt in een dialoog. En we hopen dat die ontmoeting de gevleugelde woorden van Johan Cruijf in herinnering zal brengen: toeval is logisch!
Het werk van de vijf kunstenaars in Toeval is logisch is divers, zowel qua vorm als inhoud, maar deelt een bijzondere aandacht voor de wijze waarop het heden gekleurd wordt door het verleden, en het verleden andersom een nieuwe urgentie krijgt in het heden. De werken die Laurence Aëgerter (1972, FR) toont, zijn afkomstig uit een reeks van vijf jacquard geweven kleden met de titel The Somnambulic Archive. De kleden zijn gebaseerd op foto’s uit het archief van Museum Van Loon in Amsterdam. Aëgerter gebruikte fosforescerend draad voor haar wandkleden The Horse’s Guides, 2012, om het historische narratief van het oorspronkelijke beeld te kantelen: naast het gezadelde paard lichten in het donker de contouren op van een knecht. Deze figuur die op de originele foto weggekrast werd en geretoucheerd met bruine inkt, krijgt dankzij de ingreep van de kunstenaar zijn eigen plaats in de geschiedenis van de familie terug.
De praktijk van Aëgerter is gebaseerd op onderzoek. Dat geldt ook voor het werk van Kymani Ceder (1999, NL) waarin samenwerking en het idee van de community centraal staan. Het gaat Ceder om het vinden van nieuwe manieren om met behulp van metaforen en symbolen verhalen te vertellen. Haar film De Kroon, 2019, begon als een project over natural Black hair en groeide uit tot een poëtische ode aan Afro-Nederlanders die trots zijn op hun kroeshaar en hun wortels. In deze dekoloniale tijdmachine neemt Ceder je mee op een reis door de erfenis van een bijzondere haartraditie en verstrengelt ze heden en verleden met elkaar. Zo'n tachtig mensen werkten mee aan deze korte film, waaronder een aantal bekende Nederlanders zoals Veronica van Hoogdalem, Digitzz, Sylvana Simons, Clarice Gargard en Guillermo Babel. Daarnaast heeft Ceder intensief samengewerkt met kunstenaar Robin Ramos om het werk te realiseren.
Gelaagdheid, metamorfose en reappropriation zijn niet alleen in het werk van Aëgerter en Ceder te zien, ook het werk van Guido Geelen (1961, NL) wordt erdoor getekend. Geelen is een kunstenaar die internationale faam verwierf met zijn beelden van gebruiksvoorwerpen als wasmachines, stofzuigers of boeken in gebakken rode klei. In Toeval is logisch zijn twee bokalen van Geelen te zien uit de serie Spectrum, een ongoing reeks werken waar hij in 1988 mee begon. De bokaal als vorm kent een rijke historische traditie, van eenvoudig tot uitbundig gedecoreerd. Geelen gebruikte een soepterrine als mal voor zijn bokalen. Hij bouwde zijn sculptuur op uit de omgekeerde kom-vorm met daarop dezelfde vorm maar dan gespiegeld, met de holle kant naar boven, én met de kenmerkende oren van een klassieke terrine. Geen glad oppervlak bij de bokalen van Geelen, maar ruw geknede strengen klei waar de afdrukken van de vingers nog in staan. De dynamiek in het oppervlak wordt verhevigd door de vaak kleurige figuurtjes die de bokalen bevolken. Sommige figuren zijn gekneed waar het de andere keer ingelegde plakplaatjes zijn van flora en fauna zoals ze in de jaren 50 door de firma Mulder op de markt werden gebracht om schalen en vazen te decoreren. De plaatjes van koeien, schapen, kippen en zelfs een enkel boerinnetje vormen een speelse verwijzing naar het Hollandse boerenleven. Tegelijkertijd roepen ze de associatie op met het wereldberoemde Meissen porselein. Van dichtbij ogen de veelkleurige figuren realistisch, maar van een afstand transformeren ze in kleurvlekken die samen met de verschillende tinten glazuur de vorm van het beeld als het ware een abstract karakter geven. Zo laat Geelen via het kleurenspectrum de tijd, en daarmee de geschiedenis, vervloeien.
In het werk van zowel Bertrand Cavalier (1989, FR) als van Josep Maynou (1980, ES) vindt de metamorfose plaats in het beeld van het alledaagse. Maynou maakt werk in uiteenlopende disciplines dat gedefinieerd kan worden als een eigentijdse vorm van storytelling. Vaak zijn zijn installaties te zien op plekken die zich buiten het gangbare ‘kunst-format’ bevinden, zoals werkplaatsen waar TV’s gerepareerd worden, privé- appartementen, verlaten industriële ruimtes, wasserettes of tweedehands winkels. De verhalen van Maynou zijn als lost-in-translation-momenten, toevallige ervaringen die zowel echt als ingebeeld kunnen zijn. Van zijn textiel-werken en beelden tot zijn tekeningen en video’s, ieder werk vertelt een geestig verhaal over de structuur van de sociale uitwisseling. In zijn video-werk Untitled, 2017-2019, wordt een herkenbaar alledaags moment van verveling gekoppeld aan grootse prestaties.
Bertrand Cavalier onderzoekt de interactie tussen mensen en hun omgeving, met name de stedelijke omgeving zoals die in het modernisme vorm kreeg. Architectuur is een uitdrukking van de sociaal-politieke orde die een sterke invloed uitoefent op het dagelijks leven. De foto’s van Cavalier laten vooral zien hoe mens en natuur zich in die gebouwde omgeving bewegen, deze ook aantasten, en zo als het ware herstructureren. Permanent Concern bestaat uit een serie smartphone-foto’s die Cavalier afgelopen jaar in Nederland maakte. De objecten en situaties die hij fotografeert, zijn vaak herkenbaar en alledaags, van een plastic tafel tot een bakstenen muur met een verfvlek of een meisje dat met haar springtouw oefent. De maximale zoom die Cavalier inzet, net als zijn keuze om zijn foto’s als monochrome laserprints te presenteren, onthullen de inherente structuur van zijn onderwerpen en hoe ze als ‘vreemdelingen’ de oorspronkelijke orde doorbreken. Zo benadrukt Cavalier de uiteenlopende aspecten van stadsplanning, waaronder ook de onbedoelde, de ‘mislukking’, als een kwaliteit die ruimte geeft voor een subjectief en persoonlijk gebruik van de steden die we bewonen. En ook hier geldt: toeval is logisch!