Wij openen het nieuwe galerieseizoen met, voor het eerst, de combinatie Sigrid van Woudenberg en Bas Wiegmink. Laat je door hen meevoeren naar nieuwe ervaringen. Terwijl alles verandert en niets hetzelfde blijft, kan ieder moment de verwelkoming van ander leven zijn. De buitenwereld dicteert soms hoe en wat te doen. Je zult je ertoe moeten verhouden. Willen we onszelf de baas blijven, dan moeten we ons inzicht verschaffen en sterken met bewustzijn.
Sigrid van Woudenberg (1967) hanteert en onderzoekt haar materiaal op alle mogelijke manieren. Zij boetseert het heel fysiek als een beeldhouwer, met grote precisie. De witte ondergrond van het papier wordt soms blank gelaten, opdoemend als licht tegenover het zwarte Siberisch krijt. Zij geeft haar materiaal uitdrukkingen van zacht naar hard en vice versa. Met schijnbaar eenvoudige handelingen creëert zij een optimale expressie. Alle tinten grijs van diep donker tot helder licht vormen haar kleurrijke palet.
In haar nieuwe tekeningen keert Van Woudenberg van het buitenleven, dat we van haar gewend zijn, naar haar binnenruimte. Zij zoomt meer in op haar ‘interieur’, dat loom oogt, intiem en tegelijk verrassend vitaal.
Bas Wiegmink (1977) schildert met veel contrasten in een uitbundig, romantisch kleurenpalet, soms zelfs fluorescerend. Zijn filmische en vrije manier van schilderen maakt het kijken blijvend interessant. In zijn eerdere werk groeien bomen en planten wild tussen gebouwen door. Uitbundige flora heeft daar alle ruimte ingenomen met soms nog resten van menselijk leven.
In de nieuwe schilderijen van Wiegmink blijft de flora met krachtige overtuigende toetsen en in heftige kleuren aanwezig, maar ondergaat de natuur een schijnbare ordening. Ze zweeft nu, als het ware gevangen in een alomvattend grid, in allerlei wisselende structuren van oneindigheid. Zoals een escapist onderzoekt hij de vorm om zich steeds te kunnen vernieuwen, een contrast dat het dubbelzinnige verraadt van de werkelijkheid.