Theo Kuijpers (1939) begeeft zich op de grens tussen figuratie en abstractie, gevormd als jonge student door docenten als Jan Gregoor en Lambert Tegenbosch. Hij is een constructivist, materiekunstenaar, een erfgenaam van de eerste golf Nederlandse kunstenaars na de tweede wereldoorlog. Hij is zowel beïnvloed door COBRA als door ZERO, maar heeft een geheel eigen beeldtaal ontwikkeld, die teruggaat op zijn diepste wezen, zijn eigen achtergrond als kind van het Brabantse platteland. Kleuren zijn krachtig, vormen kernachtig.
De inspiratie tijdens zijn meer dan 50-jarige carrière haalt Kuijpers uit reizen, waarbij Marokko en Australië de hoofdrol spelen. Het zijn altijd verhalen, verhalen over de sporen die mensen achterlieten, in architectuur in Marokko, in het landschap in Australië. Die laatste inspiratie leverde heel tastbare schilderijen op door het gebruik van natuurlijke materialen als twijgen en stokken, maar ook tentzeil en kleding, die hij aanbrengt tussen canvas en verf. Kuijpers componeert met materie. Hij werkt niet ter plaatse, maar neemt de impressies en emoties mee naar de discipline van zijn atelier in Eindhoven. Daar componeert hij herinneringen op doek, sublimaties van het eenmaal beleefde. Zowel doordacht als intuïtief.