De Belgische kunstenaar Willy De Sauter werkt al sinds de jaren 60 aan een consistent oeuvre, gebruikmakend van een fundamentele vormentaal. Terwijl zijn eerste werken voornamelijk opgebouwd waren door het consequent herhalen van lijnpatronen, is hij zich meer recent gaan toeleggen op monochrome krijtschilderijen en -objecten.
Reeds begin jaren 1970 ontwikkelde Willy De Sauter een beeldtaal die zeer minimaal oogde. In verschillende reeksen tekeningen uit die jaren werkte Willy De Sauter consequent met de verticale lijn. Zo maakte De Sauter een reeks werken waarvoor hij een foto uit een magazine selecteerde (zoals een boot of een kudde giraffen) en vervolgens het verticale lijnenspel in de foto (de masten van de boot, de giraffennekken) op hetzelfde formaat herhaalde in een tekening. De Sauter tekende wat hij zag, maar zonder de verwijzing naar de originele foto werd het een abstracte tekening. Na deze eerste experimenten maakte De Sauter verschillende tekeningen reeksen met een processueel karakter, door bijvoorbeeld lijnen telkens te verdubbelen totdat de finale tekening een volledig zwart vlak werd. In andere tekeningen reeksen ontwikkelde hij dan weer een spel met de lengte of de dikte van de lijn. Het trekken van een lijn werd zo een attitude, een keuze om de artistieke schepping terug te leiden tot zijn essentie.
In de jaren 1980 wordt ruimte een belangrijk element in het werk van De Sauter. Vanaf dan gaat hij enerzijds driedimensionale beelden maken maar ook werk dat expliciet refereert aan architectuur. In verschillende levensgrote tekeningen herneemt De Sauter structuren van gebouwen die hem aanspreken omwille van hun modernisme, zoals bijvoorbeeld het Wittgensteinhuis in Wenen. Als kunstenaar voelt De Sauter zich verwant met de architect die ook orde zoekt en structuur creëert.
De recente monochrome krijtwerken van Willy De Sauter zijn een voortzetting van zijn jarenlang onderzoek naar een fundamentele benadering van kunst. De eenvoud en schraalheid van het werk zijn het resultaat van zijn niet aflatend reductieproces om tot de essentie te komen. Desalniettemin vragen deze werken ook een intensief en ambachtelijk creatieproces en dus ook een betrokkenheid van de kunstenaar. Ondanks hun minimalistische verschijningsvorm zijn de krijtwerken zeker ook te relateren aan de westerse schilderkunsttraditie: de Vlaamse Primitieven gebruikten namelijk al een mengsel van krijt en lijm als grondlaag voor hun houten panelen. Op het eerste gezicht lijken het niet meer dan steriele witte panelen te zijn maar wanneer je de tijd neemt om te kijken word je verleid door de organische materie, de krijtstrepen in het oppervlak, de rijke intensiteit van het wit, de contrasten tussen glad en mat, het veranderend spel met het daglicht …
Door de variabele afmetingen en diktes van de panelen en de keuze om de werken horizontaal op de vloer of tafels te presenteren of verticaal tegen de muur te installeren, ontstaat er een ritmisch spel in de ruimte. Willy De Sauter tracht steeds de tentoonstellingsruimte zo veel mogelijk te ontdoen van visuele ruis of pollutie die de aandacht afleidt. Op die manier wordt een tentoonstelling van Willy De Sauter een serene ruimte die voor sommige toeschouwers zelfs een meditatieve kwaliteit kan hebben. De visuele rust die hij steeds opnieuw schept in zijn werk daagt de toeschouwer uit om tijd te nemen en geconcentreerd de rijkdom aan subtiele visuele prikkels te percipiëren en te beleven. Willy De Sauter is als kunstenaar dan ook niet geïnteresseerd in het spectaculaire gebaar maar wenst wel met zijn werk de fundamenten van de kunstbeleving op een radicale manier te herdefiniëren.
(tekst deels uit brochure Museum Dhondt Dhaenens)