Marktpositie
RUUD VAN EMPEL SEISMOLOOG VAN EEN BEELDTIJDPERK
We used to look up at the sky and wonder at our place in the stars, now we just look down and worry about our place in the dirt.
Cooper, Interstellar
Herken je het gevoel? Uit paniek en overlevingsdrang begint een groep mensen een bepaalde richting uit te lopen. Je twijfelt, wacht en lijkt wel gek wanneer je de enige bent die stil blijft staan. Je neemt een tegengestelde beslissing en laat het kuddegedrag voor wat het is… De uitkomst is hoogst onzeker, maar je maakt tenminste een weloverwogen keuze.
In een tijdsgewricht waar de kudde letterlijk alle emoties met een duim beantwoordt en in gemiddeld 280 tekens een eenzijdige catalogus aan gevoelens digitaliseert via sociale media, beschouw ik Ruud van Empel als zo een ‘gek’. Hij blijft staan, kijkt aandachtig rond en beseft dat hij deel uitmaakt van een beeldcultuur die zich de laatste dertig jaar best laat omschrijven als een kluwen van denkbeelden en ideologieën die vooral zichtbaar worden op een kruispunt van financieel kapitaal en (visuele) informatietechnologie. Anders gezegd, onze kapitalistische samenleving heeft er op een onnavolgbare wijze voor gezorgd dat we in ons denken en doen meer dan ooit geformatteerd zijn en we ons op een quasi identieke manier aan de wereld presenteren.
Dat beeldcultuur een belangrijke rol speelt in de huidige geformatteerde en gehomogeniseerde maatschappelijke verhaallijnen is duidelijk. De Techboys, die als rasechte volksmenners het kuddegedrag belonen, hebben van meet af aan de datagedreven beeldcultuur als ideale bondgenoot omarmd Iedereen is tenslotte gevoelig voor beelden. Met als gevolg, meer dan ooit wordt ook beeldcultuur begrepen in economische termen en gehanteerd als ‘beeldkapitaal’, en stelt dat beeldkapitaal door koppig te bepalen wat ‘eigen’ en wat ‘vreemd’ is, het maatschappelijk debat voortdurend op scherp.
Wellicht is dit een onontkoombaar gevolg van de digitalisering midden de jaren 1990 en de bijhorende identiteitscrisis van het medium fotografie. De ‘waarheidsgetrouwe’ analoge fotografie werd ingeruild voor een digitaal vraagteken zonder al te veel waarheidspretentie. Met andere woorden, door de opkomst van de digitale fotografie werd de bodem van de Grote Waarheden meteen netjes gesaneerd en geretoucheerd, in die mate zelfs dat grofweg dertig later geïllustreerd fake news niet meer weg te denken valt uit het publieke debat. Dit soort geformatteerde, doorgaans in scène gezette polarisering – fake versus real – speelt op veel maatschappelijke domeinen (politiek, ecologie, cultuur, economie…) en is gedurende de laatste decennia een overtuigend verdienmodel met woekerwinsten geworden. Samengevat: ‘beeldkapitalisme’. Een kapitalisme dat wordt aangestuurd door algoritmes die onze consumptie van beelden stilaan onverteerbaar maakt. Het is dat ‘beeldkapitalisme’ dat zich intussen dagelijks laaft aan een digitale toolbox; een onuitputtelijke bron van schijnbaar visueel onfeilbare, maar vooral meedogenloze maatschappelijke perspectieven. Alles is mogelijk. Maar wat is er vandaag nog echt mogelijk?
Dergelijke visuele onwentelingen vormen niet alleen de achtergrond bij van Empels volledige carrière, het is ook de hybride grondstof voor zijn grafische, optische, perceptuele, mentale en verbale beelden. Een omvangrijke visuele leefwereld waarmee van Empel graag onze relatie tot het beeld herschikt. Van Empel regisseert die leefwereld met een strakke hand en bezit net zoals één van zijn referentiepunten, filmmaker Roman Polański, het visuele inzicht om zowel het gecultiveerde als het wreedaardige tot in de details te laten spreken. Voor ik daar echter op verder ga, is het aangewezen om eerst met betrekking tot ons kijken naar het werk van Van Empel, een aantal misverstanden uit te klaren.
Botox exotisme
Een toeschouwer die met een vluchtige blik het werk van Ruud van Empel bekijkt, is namelijk vaak geneigd om de techniciteit van de beelden als een exotische, bijna surrealistische variant van de eerder omschreven culturele homogenisering te beschouwen. Toch wil ik hier meteen een einde maken aan dit soort botox exotisme. Het duikt namelijk al te vaak op in reacties rond het werk van Van Empel waarin de technische uitwerking het finale oordeel over het werk gaat domineren.
De manier waarop deze beelden sinds midden de jaren 1990 technisch tot stand komen vormt uiteraard een belangrijk fundament in van Empels oeuvre. Het werk ontwikkelt zich tijdens de late jaren 1980 vanuit een analoog denken en handelen (de pure fotomontage) tot wat van Empel vandaag omschrijft als een ‘technisch naturalisme’ of zelfs ‘een vorm van realisme’. In ieder geval ver weg van wat die argeloze toeschouwer eerder benoemt als een exotische, surrealistische benadering. Het zijn uitspraken die uiteraard gebaseerd zijn op basis van het ingenieuze digitale denken dat van Empel hanteert, maar surrealisme, nee, dat is het niet. Van Empel is géén doorwinterde surrealist die het irreële nastreeft. Integendeel. Het rationele denken blijft in alle series van Ruud van Empel een kernbegrip, waarbij, in tegenstelling tot het surrealisme, visuele en tekstuele verbeeldingskracht nooit worden losgemaakt van verstand en logica. Dus géén surrealistische verzinsels die met behulp van bijvoorbeeld digitale morphing technieken tot stand zijn gekomen. Wel een ‘autonome werkelijkheid’ zoals van Empel het bij voorkeur definieert. Digitaal geproduceerd, maar eerst gefotografeerd met de fotocamera binnen vaak zelfontworpen, tastbare (studio)settings. Het vormt de kern van een kunstenaarspraktijk waarin het door van Empel gemaakte beeldmateriaal vervolgens tot in de kleinste details digitaal wordt samengesteld. En ook al verwijzen ze in het werk van Van Empel naar elkaar, het analoge en het digitale functioneren hier ook perfect naast en zonder enige kennis van elkaar.
Perfectionisme is een denkbeeldig, filosofisch concept
Dat dit resulteert in wat menig critici omschrijven als een ‘mooi’, ‘dromerig’, ‘zoetsappig universum’ met een aantal ‘op ultiem niveau geperfectioneerde beelden’, is naast een tweede misverstand tegelijk ook een bewuste valstrik. We zien of horen van Empel dan wel nooit vanop de barricaden, iedere vorm van activisme is hem vreemd, maar het inzicht dat een beeld nooit neutraal is en het waarneembare overstijgt is in het werk van Van Empel altijd een meesterzet. Zo beschouwt Van Empel perfectionisme terecht als een denkbeeldig, filosofisch concept en niet noodzakelijk als een louter simplistisch, waarneembaar concept. Streven naar perfectie is menselijk, zonder meer verleidelijk en maatschappelijk gezien actueler en populairder dan ooit. Maar het resultaat is vandaag zonder meer verbijsterend. Een vaststelling die ook van Empel niet ontgaat.
Sinds het perfectionisme de maatschappelijke maat der dingen is geworden – het landschap, de woonkamer, de partner… liefst allemaal zo perfect mogelijk – en daarbij de beeldcultuur als een dankbare en goedkope brandversneller gebruikt, trappen we ook meer dan ooit in de val. Heel wat mensen, niet in het minst sterk aangestuurd door een nietsontziende beeldcultuur die via sociale media wild om zich heen slaat, begrijpen nog steeds niet waarom het perfecte leven niet bestaat en onrealistisch is. Het perfecte leven is namelijk denkbeeldig, ongrijpbaar, onrealistisch, laat staan wenselijk. Een besef dat maatschappelijk gezien amper aan terrein wint omdat de heersende beeldcultuur ons graag van het tegendeel wil overtuigen.
Wanneer een doelstelling onrealistisch is – wat perfectie is – wordt het zelfs mogelijk gevaarlijk: ‘Bij een poging om een perfecte selfie te maken aan een waterval, zijn in India vijf jonge vrouwen van een klif gevallen’. Dit recente en zeker niet het laatste voorval in de verslavende zoektocht naar perfectie, in casu het perfecte beeld, illustreert indirect ook de manier waarop we vaak naar het ‘perfecte’ werk van Ruud van Empel kijken. We worden aangetrokken door een idee van perfectie maar slechts weinigen zien de echte uitdaging. De ‘technische perfectie’ waarover zo veel gesproken wordt in het werk van Van Empel is namelijk geen doel, maar een bewust middel. Een uitnodiging om, in navolging van het denkbeeldig, filosofisch concept ‘perfectie’ te kijken naar andere filosofische thema’s binnen het werk van Van Empel, op een manier die begrippen als techniciteit, analoog of digitaal beheerst overstijgen.
Tegendraadse verbeelding
Dus, welke type beeldenmaker is hieraan zet? Waar kijken we eigenlijk naar als we de ‘perfecte’ beelden van Ruud Van Empel aanschouwen? Het antwoord is even eenvoudig als complex: tegendraadse verbeelding verpakt in stilistische, visueel aantrekkelijke concepten en ideeën. Want meer dan techniek, genre of enige andere categorisering die we nogal te vaak uit het Groot Register der Kunstgeschiedenis stelen om iets over een foto te zeggen, is dit fotografisch werk een filosofische themageschiedenis.
Van Empel keert temporele structuren en universele thema’s binnenstebuiten en bewijst hoe we vandaag vanuit een broodnodige transgeletterdheid beelden kunnen maken. Transgeletterdheid begrepen als een kunstenaarspositie, als een bewuste keuze om zich binnen de heersende beeldcultuur toch geletterd en intellectueel op te stellen. Met én in beeld. Maar, zo voegt van Empel er meteen aan toe, niet alleen het maken van dit soort beelden is van vandaag van belang, ook hoe we als toeschouwer kritischer naar beelden kunnen kijken en vooral, waarom we aandachtiger naar beelden moéten kijken is hier aan de orde. In de manier waarop via dit oeuvre bijvoorbeeld de sterk evoluerende asymmetrie valt te ontcijferen in de relatie tussen degenen die kijken en anderen naar wie wordt gekeken, lijkt het alsof van Empel intussen bijna vier decennia lang de alomtegenwoordige visuele blik op haar merites uitdaagt.
Al deze beeldreeksen belichamen deze asymmetrie. Photo Sketch (1995- 2003), The Office (1995-1998, 2001), Study for Women – The Naarden Studies (1999-2000) of recenter Souvenir, Souvenir d’intime (2008, 2015) zijn vraagstukken die het oeuvre van Van Empel dat bijzondere, filosofische temperament geven. Aangevuld met van Empels standpunten rond thema’s die de laatste decennia onderhevig waren aan seismische verschuivingen die overal ter wereld én dus ook overal in de onlosmakelijke beeldcultuur aan de oppervlakte komen. Die verschuivingen zien we in beeldreeksen wanneer van Empel duidelijk reflecteert over begrippen als culturele toe-eigening (Still Life, 2014-2015, 2017) of perfectie versus imperfectie (Theatre, 2010-2013). Maar ook over de natuur als een ontegensprekelijk politiek gegeven (Voyage Pittoresque, 2016-2019 en Floresta, Floresta Negra, 2018), een digitale wereld die zich meer dan ooit onttrekt aan de analoge wereld (Unititled, Study in Green, 2003-2004), de kunstenaar die archiveert om te vergeten (Generation, Wonder, Club, 2010-2011), het begrip schoonheid kneedt tot een verontrustende maar tegelijk doeltreffende visuele aanvalsstrategie ten overstaan van bekrompen denkbeelden (Collage, 2017) of abstracte landschappen (Pollution, 2022) waarin de absolute vrijheid van expressie zich als een unieke, licht opstandige signatuur manifesteert. Het zijn reflecties die allemaal in dit oeuvre vervat zitten. Wie over pakweg vijftig jaar op deze tijd terugblikt, vindt in van Empel wellicht een man van eer die het morele tijdsgewricht in zijn oeuvre perfect weet te vatten.
Morele herbewapening
Ruud van Empel gaat in iedere reeks op een uitdagende manier te werk. Nooit vrijblijvend, maar uiterst bedachtzaam en doorgaans op basis van een speelveld dat je telkens met de neus op een aantal confronterende feiten drukt. De laatste jaren kreeg bijvoorbeeld World (2005-2008, 2010, 2017) veel aandacht. Binnen de christelijke traditie is het witte kind een vorm van standaard iconografie om onschuld te verbeelden. Vanuit de gedachte dat zwarte kinderen net zo onschuldig zijn als witte kinderen heeft Van Empel het concept omtrent schuld en onschuld visueel anders ingevuld.
World, dat over zwarte onschuld handelt, vormt in 2005 reeds een niet mis te verstaan statement dat tot op vandaag niks aan actualiteit moet inboeten. Integendeel. In de nasleep van de wereldwijde gebeurtenissen rond het overlijden van George Floyd in 2020 is diezelfde zwarte huid voor veel toeschouwers een politiek statement geworden. Wat van Empel in World doet is voor velen een vorm van gratuit cynisme, maar niks is minder waar. Cynisme is een wrange grap die de waarheid niet onder ogen durft te komen. Van Empel denkt anders. Hij is menselijker, geëngageerder en oprechter. Hij is, onder meer met een statement als World, zijn tijd ver vooruit. Ver weg van iedere vorm van cynisme.
Het brengt me tot een prikkelende slogan: ‘De beeldtaal van Ruud van Empel biedt de morele herbewapening die onze visuele cultuur nodig heeft’! Vrij van gewichtigdoenerij, populisme en loodzwaar moralisme, maar wel met een fijnmazig afgesteld vizier richting mens en leefwereld. Een blik die bij Van Empel gekenmerkt wordt door rede en mededogen en zich bewust onthult als een noodzakelijk pleidooi voor een nieuw humanisme. Een humanisme dat de feiten erkent; we gaan er globaal op vooruit, maar tegelijk ook een humanisme dat ten volle beseft dat we als mensheid stevig onder druk staan. Niet in het minst omwille van de overheersende scepsis en de breed gedragen demagogie die het vertrouwen in een wetenschappelijk, inclusief en vooral redelijk denken ondermijnt.
Het levert in het werk van Ruud van Empel een vorm van magisch denken op, een denken rond wat mogelijk is. Want als we beeldcultuur effectief willen blijven omschrijven als een uiting van expressie van mensen, én communicatie tussen mensen, dan biedt Ruud van Empel met zijn oeuvre an offer you can’t refuse.
In een quasi uniforme beeldcultuur waar alles op maat en gepersonaliseerd is, vormt het werk van Ruud van Empel een mooie paradox. Als een seismoloog die de trillingsbewegingen in onze beeldcultuur wetenschappelijk registreert en tegelijk ten volle beseft dat wat je ziet niet alleen afhangt van de context, je kennis, je persoonlijkheid of je culture bagage, maar vooral van het onvoorspelbare moment. Daar maak je als kunstenaar het verschil. Het moment waarop je beslist om met de kudde mee te lopen. Of toch niet. En dat laatste is voor van Empel reeds decennialang een weloverwogen en meesterlijke keuze. Noem het Van Empels avant-garde, een positief gekleurde levensfilosofie en een oeuvre dat zich laat omschrijven als de noodzakelijke ‘experimentele voorhoede’. Alleen zo kan Ruud van Empel een tijdsbeeld zorgvuldig neerzetten. En zorgvuldigheid is nog lang geen perfectie.
Christoph Ruys, voormalig directeur Foto Museum Antwerpen FoMU