Binnen de ogenschijnlijke beperkingen van een vast formaat, openbaart zich een ongrijpbare vloeibaarheid. Verflagen lijken traag en bedachtzaam aangebracht, maar in werkelijkheid zijn ze snel, trefzeker, bijna vluchtig gepenseeld. Marc blijft ongemeen trouw aan zijn kleurenpalet, een constante die hij al veertig jaar met precisie aanhoudt. De verfhuid leeft, trilt, houdt nooit de adem vast. Het werk beweegt, speelt met zwaartekracht, met leesrichting, alsof de elementen altijd in transitie zijn; niets is vast, niets is definitief.
Marc gedraagt zich als een orkestleider die de partituur nauw volgt, maar altijd ruimte laat voor improvisatie. In zijn composities verschuift de vertrouwde orde, scherpe dieptes worden plots verstoord, en een moment wordt verlevendigd door een onverwachte kleurflits. Elke penseelstreek is een nieuwe beweging, een wending die zich voortdurend aanpast aan de vloeibaarheid van de ruimte: nooit afgebakend, altijd overlappend, altijd in dialoog met zichzelf.
De kleine formaten verhalen over de pols, de snelle bewegingen, het onmiddellijke gebaar. De grotere formaten begrijpen dan weer het lichaam, de arm die zich uitstrekt, die ruimte zoekt. Deze doeken verbergen niet alleen de muzikaliteit van het schilderproces, maar onthullen een kracht die voorbij de afgebakende ruimte breekt. Zoals een dans die zich niet laat beperken door regels, die vrijheid zoekt in haar eigen beweging, haar eigen vloeibare expressie.
Kleine choreografieën, verfijnde innerlijke bewegingen die de pure abstractie bezingen, altijd in beweging, ongrijpbaar zoals een vissenlijf.