Het werk van Daniel Mattar is een verkenning van technologie en verf in hun puurste, meest geconcentreerde vorm. Het lijkt te ontspringen aan een mechanisch oog, dat verder kijkt dan de menselijke waarneming, en een ode brengt aan de kracht van de verf. Elke druppel die hij aanbrengt, elke bolling en stolling, doet denken aan industrieel ontwerp, maar verwijst tegelijk naar de elementaire puurheid van de oervorm.
Zijn achtergronden zijn geen zachte colorfields, maar kleurvlakken die ongenadig de ruimte ontkennen, het vlak opeisen en het fundament vormen voor de uitvergrote verfdruppels of vegen, die zich als een levend mechanisme in de ruimte bevindt. Het werk is als een aankondiging van een bas-reliëf, een toenadering tot de gene zijde, een verlangen dat zich uitstrekt naar de aanraking die nooit komt, afgeschermd door het glas dat de afstand bewaakt.
Wat Mattar creëert is een werk dat zowel de stolling van de tijd als de vloeibaarheid van de moment bevat, een spanning die slechts op het grensvlak tussen de mechanische en de organische wordt begrepen.