Een figuur uit de tweede generatie geometrisch abstracten die bijzondere aandacht verdient is Gaston De Mey. Hij maakte vanaf 1968 een radicale keuze die het abstratieniveau van zijn werk nog tot een hogere orde brengt dan ooit voorheen gezien. Hij gebruikte namelijk voor het eerst letters als puur abstracte elementen.
Zonder enige inhoudelijke link worden de tekens van het alfabet gebruikt bij het maken van geometrische composities. Daarmee onderscheidt hij zich enerzijds van zijn stijlgenoten door te werken met bestaande en herkenbare symbolen uit ons dagelijks leven, maar tegelijkertijd ook van figuurdichters en de schrijvers van concrete poezie die de letters in al hun vormen nog steeds gebruiken als inhoudelijke elementen die betekenis moeten geven aan een beeld of boodschap. Letters zijn voor Gaston De Mey met andere woorden als elementaire deeltjes in zijn oeuvre die enkel tot doel hebben een volstrekt abstracte compositie te vormen.
Pas veel later in zijn leven, rond de overgang naar het nieuwe millennium, kwam de betekenis van het woord in zijn werk. Met spiegelcomposities gebruikte hij namen van kunstenaars en filosofen of citaten uit de literatuur als bron voor nieuwe lettercombinaties.