In de rubriek ‘De keuze van…’ laten we een keur aan kunstliefhebbers (van incidentele kopers tot kunstprofessionals) aan het woord over hun beleving van kunst, en vragen we naar hun voorkeuren: waar zien ze het liefste kunst? Waar kopen ze, en vooral: wie kopen ze? In dit deel Bent Van Looy (muzikant/schrijver/schilder, 45 jaar)
Wat betekent kunst voor u?
Voor mij was kunst altijd vanzelfsprekend. Een dagelijkse realiteit die mij uit diezelfde dagelijkse realiteit kan optillen, soms. Het zien, lezen of horen van kunstwerken maakt dat de wereld even zindert, even zin lijkt te hebben. Het maken van muziek of schilderijen geeft mij het gevoel dat ik – even – bestaansrecht heb in die wereld.
Heeft u kunst van huis uit meegekregen of heeft u zelf uw pad moeten vinden?
Wij werden regelmatig meegenomen naar musea en beeldenparken, ik herinner mij een obsessie met de ijsbeer van Pompon en de buiken van de zwangere vrouwen van Rik Wouters in Middelheim, het imposante Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen, Rubens! Ensor! Het snoepautomaat op de benedenverdieping! Krijten en papier waren altijd beschikbaar. Er was geen dwang, eerder een vanzelfsprekende uitnodiging om ermee aan de slag te gaan. Geen van mijn ouders tekende veel maar ze vonden het belangrijk dat wij dat wel deden, en vonden het goed dat ik daar obsessief mee bezig was, het grootste deel van de tijd.
Waar haalt u uw informatie over het wel en wee in de kunstwereld vandaan: krant, vakbladen, televisie, online?
Ik mag ’s vrijdags Culture Club op Radio 1 presenteren. Daarvoor snuister ik in alle denkbare media naar interessante dingen. Instagram is – voor beeldende kunst – toch een goed medium, al riskeer je wel in je eigen bubbel te blijven plakken.
Waar bekijkt u het liefste kunst? In een galerie, museum, een beurs of online?Ik kom graag in galeries. De mengeling van het nieuwe, het opwindende en de diversiteit in aanbod en aanpak maken het galeriebezoek spannend. In een museale context heb je daarentegen wel een rustiger sfeer, waarin je de werken kan bekijken. Alsof ze door daar te hangen minder koopwaar en meer eeuwigheid zijn geworden.
Hoe vaak per jaar koopt u kunst? Koopt u werk in oplage of liefst uniek werk?
Nu en dan valt alles op zijn plaats: een verliefdheid op een werk, een ontmoeting met een inspirerende kunstenaar, een beetje geld op de rekening. Ik zou zeggen: zo’n twee keer per jaar.
En waar koopt u dan: in de galerie, op een kunstbeurs, op een veiling of online?
Meestal in de galerie, soms online (dat was vooral tijdens de lockdown een dingetje, kunstenaars die elkaar onderling steunden door bijvoorbeeld werk op papier van elkaar te kopen). Ik vind het ook altijd fijn om met een andere kunstenaar werk te ruilen. Dat maakt het nog persoonlijker.
Is het belangrijk dat u en uw partner het altijd eens zijn over een aankoop? Hoe beslist u/jullie?
Ik vrees dat ik te impulsief ben om lang te overleggen. Kunst kopen is toch een beetje zoals de liefde, soms moet je gewoon springen.
Is er een galerie waar u een speciale band mee heeft?
Ik ben aangesloten bij Super Dakota, een erg internationaal georiënteerde galerie in Brussel. Daar loop ik graag binnen wanneer ik in de buurt ben, er hangt of staat altijd iets prikkelends. In eigen stad heb ik, sinds ik terug in Antwerpen woon, een heel goeie band met Sofie Van De Velde en Jason van PLUS-ONE en veel van de kunstenaars die zij tonen – als een echte familie.
Als u een onbeperkt budget had, van wie zou u dan een werk aankopen?
Van de man die – zonder enige steun van vrienden en tijdsgeest – de dwangbuis van het Abstract Expressionisme van zich afschudde en zichzelf heruitvond: Philip Guston. Zijn volstrekt herkenbare werk is nog steeds elektrisch geladen.
Wie zijn uw favoriete kunstenaars (op Gallery Viewer), en waarom?
Op GalleryViewer waande ik mij op een kunstbeurs! Ontdekkingen en herkenning. Een paar grote kleppers die ik erg goed vind, zijn de verstilde grootsheid van het de wereld van David Claerbout, de voelbare borstels van Borremans, en de naar buiten gekeerde braniefoto’s van held Ed Van Der Elsken, maar ook veel jonge schildermonsters: Louis Fratino, die met zijn zwierige stijl de tijd laat stilstaan en heel persoonlijk werk maakt, de absintgroene visioenen van Salman Toor – die bijna illustraties lijken van een kinderboek dat niet voor kinderen geschikt is, maar het illustratieve altijd overstijgen – en ook mooi: de intuïtieve virtuositeit en fluorescerende tepels van Jenna Gribbon en het welomlijnde, wat muffe jongensuniversum van Felix De Clercq.