Achter de vrolijke beeldtaal van de Nederlandse kunstenaar Helen Verhoeven schuilen soms donkere verhalen. Verhoeven: “In mijn schilderijen gaat het vaak over akelige dingen, maar hopelijk met een zekere lichtvoetigheid, omdat humor nu eenmaal het beste tegengif is voor alle ellende.” De schilder put daarvoor uit traumatische ervaringen, die ze deels onderging en deels opzocht. Een reeks van haar nieuwste werken is tot en met 9 oktober te zien in een tentoonstelling in Galerie Stigter van Doesburg.
Verhoeven verhuisde op twaalfjarige leeftijd van Leiderdorp naar Los Angeles, voor de filmcarrière van haar vader. Haar ouders kozen ervoor om haar in LA naar een openbare school te sturen, omdat dat in Nederland simpelweg veel gebruikelijker is. Daar kwam ze in contact met agressie, drank, drugs, seksueel grensoverschrijdend gedrag en gangs. Haar vriendinnen sloegen zelfs iemand in een coma en via Facebook constateert Verhoeven nog steeds regelmatig dat oude klasgenoten inmiddels in de gevangenis zitten. Tijdens haar opleidingen aan het San Francisco Art Insititute en the New York Academy of Art ging ze actief op zoek naar intense emotionele ervaringen, hoewel ze daar ook wel paniekaanvallen aan heeft overgehouden. Zo werkte ze in een abortuskliniek in een achterstandswijk, waar ze de meest hartverscheurende situaties aantrof. Verhoeven: “Een piepjong meisje kwam voor een abortus. Zij had een enorme, huisgemaakte tatoeage van een piemel op haar buik. Doodeng, dat beeld is me altijd bijgebleven.” Ze werkte ook een tijdje op de spoedeisende hulp, ontleedde lijken in een laboratorium en ze hielp een tijdje in een daklozenopvang. Verhoeven: “Ik heb een eindeloze put gevoelens verzameld, naast feitelijke kennis.”
Verhoeven vervolgde haar studie aan de Rijksakademie van beeldende kunsten in Amsterdam en woont tegenwoordig in Berlijn, waar ze haar atelier houdt in een oude afluistercentrale van de Stasi. Tijdens haar werkproces sluit Verhoeven haar atelier hermetisch af voor nieuwsgierige ogen. Verhoeven: “Ik vind kunst maken extreem privé, heel persoonlijk.” Zo maakte ze een tijdje veel werk over moeders en kinderen, als manier om om te gaan met het feit dat het niet lukte om zwanger te worden. Een maand later bleek ze alsnog in verwachting [ze heeft inmiddels twee kinderen]. Verhoeven: “Ik vind schilderen sowieso een soort proces van exorcisme. Je laat het los, je laat het er uit en je laat het gaan.”
De Nederlandse schilder staat bekend om haar uitvoerige voorwerk: zo verdiept ze zich voorafgaand aan het maken van een schilderij bijvoorbeeld in klinische studies en archieven, maar ook in hagiografieën (biografieën over heiligen), de mythologie en de kunstgeschiedenis. Thematisch verbindt ze universele thema’s zoals vruchtbaarheid en schoonheid, maar ook macht en de dood. Haar verbeeldingen ogen tegelijkertijd heel droomachtig, alsof je naar een vage herinnering kijkt. Verhoeven gaat daarvoor te werk in een combinatie van figuratie en abstractie en maakt daarbij gebruik van verschillende texturen en patronen, waardoor het geheel haast een collage-effect krijgt.
In 2015 rondde ze een ambitieus werk voor de Hoge Raad (van 4 bij 6,5 meter) af waar ze 2,5 jaar aan gewerkt heeft. De afgelopen periode maakte ze nog een aantal gigantische werken, waarvan er één op dit moment te zien is in Museum Catharijneconvent in Utrecht en één onlangs in het Koninklijk Paleis in Amsterdam: een indrukwekkend en complex groepsportret van de Koninklijke familie. Daarnaast maakte ze de in het afgelopen jaar een aantal kleinere portretten, die meer naar binnen gekeerd zijn. Deze intieme werken zijn op dit moment te zien in de galerie.
Het werk van Verhoeven is onder meer opgenomen in de collecties van het Centraal Museum, het Stedelijk Museum en het Bonnefantenmuseum (waar ze een solotentoonstelling had in 2018). Haar werk is daarnaast te vinden in de collecties van Saatchi Gallery, The Museum of Contemporary Art in Miami, DSM, De Nederlandsche Bank, Eneco en de Rabobank. In 2008 sleepte ze de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst binnen, gevolgd door de Wolvecampprijs in 2010 en de ABN Amro Kunstprijs in 2018.