In Lumen Travo Galerie kun je tot en met 12 juni de groepstentoonstelling ‘Imaginary Travels’ bekijken, met werk op papier van Dianne Hagen, Monali Meher, Thierry Oussou en Jens Pfeifer. De kunstenaars tonen in de expositie een reeks ‘denkbeeldige reizen’, die vrijwel allemaal gemaakt zijn tijdens de eerste lockdown in 2020.
De werken van Dianne Hagen, een Nederlandse kunstenaar, zijn op individueel niveau vrijwel altijd ongetiteld, maar maken vaak wel onderdeel uit van een serie. In deze tentoonstelling titelde ze de werken bijvoorbeeld ‘Aux bain-Marie’, verwijzend naar de beroemde methode om chocolade met zorg te smelten. Het wordt ‘aux’ staat hier voor ‘naar’, het onderweg zijn. Eerder maakte Hagen onder meer werk dat was gebaseerd op de Rorschach test, ook wel bekend als de Rorschach-inktvlekkenmethode. Haar werken hebben zowel een abstract als een figuratief aspect en Hagen staat bekend om de opvallende materialen die ze vaak inzet voor haar instinctieve en fragiel ogende werken: van siliconenkit tot architectenpapier. Voor de getoonde aquarel- en acryltekeningen in deze tentoonstelling gebruikt ze bijvoorbeeld inpakpapier of stukjes textiel. Voor eerdere series op papier gebruikte ze ook stukjes plastic, aluminiumfolie, letters uit tijdschriften, glas en minerale modelleerpasta. Haar werken spelen daarmee met de veronderstelde tweedimensionaliteit van werken op papier en dat levert regelmatig opvallende en onverwachte combinaties op.
De Indiase kunstenaar Monali Meher werkt eveneens met mixed media in een reeks werken op papier die worden verrijkt met voedselkleurstof, inkten, pigmenten, gezichtsverf en sandelhoutolie — die worden gebruikt als middel om fysieke en mentale pijn te verzachten. In combinatie met de verbeeldingen ontstaat daardoor een aantal haast rituele handeling. Meher: “Tekeningen zijn voor mij als autobiografische diagrammen. Omdat ik natuurlijke en kortstondige ingrediënten gebruik resulteert dat in een proces van vergaan en vergankelijkheid. Ik transformeer de aard van de manier waarop materialen reageren, welke vorm of geur ze produceren, welke impact ze hebben op mijn kijkers en hoe de ruimte rond mijn kunst en publiek wordt getransformeerd.” Meher rondde een residentie af aan de Rijksakademie en toonde haar werk onder meer in Tate Modern, de National Gallery of Modern Art in India en het Van Gogh Museum. Ze centreert in haar werk vaak het menselijk lichaam en universele emoties en gebeurtenissen, zoals de dood en het abstracte gevoel van thuisvoelen — of het ontbreken daarvan. Meher maakte deze werken in 2021, tegen de achtergrond van de verschrikkingen die op dit moment plaatsvinden in haar moederland.
Thierry Oussou beschrijft zijn artistieke methode als ‘sociale archeologie’, waarbij hij de relaties tussen etnografische objecten en hedendaagse kunst onderzoekt. Hij werkt daarbij graag op groot formaat en op zwart papier en kijkt daarbij naar de mensen om hem heen, naar hun motivaties, onderlinge verhoudingen en interacties. De in Amsterdam gevestigde kunstenaar werd geboren in het West-Afrikaanse land Benin, een land dat regelmatig terugkomt als onderwerp in zijn werk. Voor zijn meest recente werken deed hij bijvoorbeeld onderzoek naar katoenplantages in Benin en de positieve impact van die plantages op de economische groei van het land. Oussou probeert in zijn werk sociale, historische en politieke machtsstructuren uit het heden en verleden zichtbaar te maken en vast te leggen voordat ze verdwijnen. Hij gaat daarvoor dieper in op thema’s als authenticiteit, geschiedenis, erfgoed en zichtbaarheid. Zijn verbeeldingen worden vaak getekend door spatten, krassen en kalligrafische tekens, in gezichten, objecten en vervormde figuren die lijken te zweven tegen een donkere achtergrond.
De Duitse kunstenaar Jens Pfeifer werd geboren op de Canarische eilanden maar groeide op in Göttingen in Duitsland, omgeven door bomen. De relatie met dieren en de natuur stond daarom lange tijd centraal in zijn werk, vaak vanuit een wetenschappelijke benadering. Hij plaatst mens en cultuur ook vaak tegenover elkaar in zijn werk. Hij studeerde vervolgens aan de Royal College of Art in Londen en aan de Rietveld Academie in Amsterdam. In deze tentoonstelling toont Pfeifer de serie ‘Smokers’, een reeks werken van aluminiumfolie en inkt op papier, die hij maakte tijdens een verblijf in China. Hij maakte er veel foto’s en het viel hem op in hoeverre roken daar intrinsiek onderdeel uitmaakt van het dagelijks leven: als statussymbool (sommige sigaretten bevatten er zelfs bladgoud!), maar ook als sociaal smeermiddel. Hij koos voor aluminiumfolie enerzijds omdat het een onderdeel is van de verpakking van de sigaretten en anderzijds als symbool voor de vele koele, reflecterende elementen in de architectuur van de stad waar hij verbleef. Het werk van Pfeifer is onder meer opgenomen in de collectie van Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam.