In de nieuwe galerieruimte van Galerie Caroline O’Breen opent op 24 oktober de solotentoonstelling ‘Twilight Zone, Museum Boijmans Van Beuningen’ van Satijn Panyigay. In deze tentoonstelling neemt Panyigay ons op verkenning door een leeg Boijmans van Beuningen. Ze laat ons daarmee zien dat het museum meer is dan een reeks witte achtergronden. Hoe bepalend zijn de ruimtes waarin we naar kunst kijken voor de manieren waarop we die kunst ervaren?
We schreven al eerder dat de witte muren van galeries en musea verre van neutraal zijn (zie artikel). Musea zijn nooit neutrale plekken: wat je ziet in een museum is grotendeels bepaald door mensen die historisch gezien macht hebben gehad, waardoor je er vooral veel kunst ziet van witte mensen en dan specifiek: mannen. Dat zie je ook terug in dat wat er verbeeldt wordt in de kunst die zeker in de figuratieve kunst lang bepaald werd door de ‘male gaze’, racisme, oriëntalisme en exotisme. Dit is geen nieuw probleem: de Guerilla Girls vragen ons al 35 jaar waarom vrouwen ondergerepresenteerd worden in musea en galeries. Het is ook geen gedateerd probleem, zo blijkt uit het succes van de kritische videoclip ‘Apeshit’ (2018) van Beyoncé en de Nederlandse podcast ‘Naakt op een Kleedje’, waarvan de naam refereert aan het teleurstellende feit dat vrouwen nog steeds even vaak naakt verbeeld worden in musea als dat ze er als kunstenaar vertegenwoordigd zijn. De BLM-beweging herinnert ons er aan om nog harder te werken aan representatie en dekolonisatie in culturele instellingen: zowel aan de muur als in het bestuur. Musea zien steeds vaker in dat ze naast een kunsthistorische rol ook een belangrijke maatschappelijke rol hebben. Ook Museum Boijmans van Beuningen is daar de afgelopen jaren mee bezig geweest, hetgeen onder meer gereflecteerd wordt in hun social media strategie.
De Amerikaanse journalist Charles Jencks beschreef in 2000 in The Art Newspaper hoe musea, met hun iconische gebouwen, super star kunstenaars en megacollecties steeds meer gaan lijken op kathedralen, waarin kunst een haast sacrale functie krijgt. Maar wat blijft daar van over als de muren leeg zijn? In deze tentoonstelling in Galerie Caroline O’Breen nodigt Satijn Panyigay ons uit om te kijken naar de karakteristieke en herkenbare lege ruimtes van Museum Boijmans Van Beuningen. Ze mocht het museum in 2019 vastleggen net voordat het museum zeven jaar zijn deuren sloot. Boijmans is al 85 jaar gevestigd in het gebouw, waardoor de muren een zekere geschiedenis ademen. Panyigay toont ons een beeld van het museum dat maar weinig mensen te zien hebben gekregen: met naakte muren die bijna iets kwetsbaars uitstralen omdat je weet dat ze niet leeg horen te zijn. Dat levert een bepaalde spanning op, want wat is een museum zonder kunst? De foto’s zijn onderdeel van een groter project waar bij Panyigay beroemde Nederlandse musea voor hedendaagse kunst vastlegt in deze haast doelloze periode, tussen tentoonstellingen in. Eerder legde ze het Kröller-Müller Museum al vast op deze manier. Ze toont ons daarmee een museum zonder kunst en zonder bezoekers, waarin het museum even geen functie en misschien zelfs geen autoriteit lijkt te hebben.
In haar foto’s van Boijmans van Beuningen zie je alleen nog enkele sporen van wat er ooit te zien was: een enkele spijker of een verkleuring op de muur. Panyigay vraagt je fantasie verder invulling te geven. Net als in haar andere werk speelt ze daarbij met licht en donker, met veel gevoel voor melancholie en, in het geval van Boijmans, misschien zelfs wel nostalgische gevoelens die mensen ervaren tijdens het zien van deze foto’s, zeker gezien het feit dat een fysiek bezoek aan het museum museum nog zo lang buiten bereik zal zijn. De achtergrond van het museum wordt daarbij ineens de voorgrond. Panyigay zoekt naar eigen zeggen naar een zekere ‘presence’ in deze schijnbare leegte, maar wat is die aanwezigheid precies, die essentie, zonder kunst? Die invulling mag je zelf geven.