De Spaanse kunstenaar Jaume Amigó beschouwt zijn atelier als een eiland, een plek waar hij zich tijdelijk kan losmaken van de buitenwereld. Zo werkte hij onder meer in Ifitry, Osaka en Tokio, waar hij tijdelijke ateliers opzette die meebewogen met zijn reislustige leven. In zijn nieuwe tentoonstelling ‘Islands’ bij Galerie Roger Katwijk geeft Amigó vorm aan dat eilandgevoel. In zijn warme scharlakenrode schilderijen vangt hij de vormen, geuren en de herinneringen van de plaatsen waar hij verbleef.
Het werk van Amigó was afgelopen weekend te zien bij booth #69 op PAN Amsterdam in de RAI. Aansluitend is zijn werk tot en met 29 november te zien bij Galerie Roger Katwijk in Amsterdam.
Je beschrijft jouw atelier als een mobiele en open ruimte. Wat bedoel je daar precies mee?
Eigenlijk is mijn atelier overal waar ik op dat moment ben. Ik heb ateliers gehad in Japan, Marokko en op veel andere plekken. Ik vind het fijn om een tijdelijk atelier in te richten; dat maakt het mogelijk om de essentie van een plaats in me op te nemen en te vertalen naar mijn schilderijen.
Nodig je weleens andere kunstenaars uit in het atelier, of is het vooral een plek van afzondering?
Om te kunnen schilderen moet ik alleen zijn. Ik zie het atelier als een plek van stilte en concentratie. De enige levende wezens met wie ik het deel zijn mijn honden.
Wat is het eerste dat je doet als je jouw atelier binnenkomt? Zijn er rituelen die helpen om aan het werk te gaan?
Ik heb veel rituelen als ik mijn atelier betreed. Ik kijk graag eerst naar wat ik de dag ervoor heb geschilderd; dat helpt me om opnieuw in het werk te komen. Vaak zet ik muziek op en steek ik wierook aan voordat ik begin. Op dagen dat ik niet weet waar te starten, veeg ik de vloer. Dat is een soort zen-oefening die me helpt te visualiseren wat ik ga doen.

Jouw schetsboeken zijn een belangrijk onderdeel van je werk. Hoe gebruikt je ze, meer als schetsen of als dagboeken?
Ik heb altijd geloofd dat wanneer je een idee voor een schilderij niet opschrijft, dat idee verdwijnt. In mijn schetsboeken maak ik tekeningen, noteer ik ideeën en concepten, stel ik lijstjes op en bewaar ik bladeren die langzaam opdrogen. Het is een manier om mijn gedachten te ordenen. Ik blader er vaak in terug en vind er altijd iets dat me opnieuw inspireert.
Je werkt met veel verschillende materialen, met welke materialen werk je het liefst?
Ik hou van papier; ik voel me er erg op mijn gemak mee. Papier leeft, het verandert van vorm, rimpelt, en brengt altijd iets onverwachts in het werk. Ik werk vaak met Japans papier. Het is van uitstekende kwaliteit is en past perfect bij wat ik in mijn tekeningen wil bereiken. Met klei werk ik al sinds mijn jeugd, omdat het me in staat stelt ideeën driedimensionaal uit te drukken. Door de jaren heen heb ik veel keramische stukken gemaakt.

Je omschrijft jezelf als een verzamelaar van vormen. Wat bedoel je hier precies mee?
Wanneer ik reis naar Marokko, Japan of waar dan ook let ik altijd op vormen die me verrassen omdat ze onbekend zijn. Daarom teken ik ze in mijn schetsboeken. Zo verzamel ik nieuwe vormen die ik ontdek, anders dan de vormen die ik ken en die me in mijn atelier omringen.
De nieuwe tentoonstelling bij Galerie Roger Katwijk draait om het thema ‘Islands’. Welke eilanden komen we tegen, bestaande eilanden of het eiland als concept?
Het eiland als idee speelt al lange tijd een rol in mijn werk. Meer dan een geografische plek interesseert het me als metafoor. Mijn atelier is als een eiland, een plek waar ik me afzonder van de buitenwereld. Bijna alle werken in de tentoonstelling bij Galerie Roger Katwijk verbeelden eilanden. Tijdens het schilderen kwamen geuren, sensaties en herinneringen terug van eilanden waar ik in de loop der jaren heb gewoond, gewerkt of gereisd.

Je verwijst in je werk naar de Japanse dichter Matsuo Bashō. Waarom ben je door hem gefascineerd?
Een manier van reizen is lezen. Veel jaren geleden las ik De smalle weg naar het binnenland van de Japanse dichter Matsuo Bashō (1644–1694), en ik voelde er meteen een diepe verbondenheid mee. Het was alsof ik mijn eigen reizen door Japan herbeleefde. Wat me vooral trof, was de eenvoud waarmee hij alles beschrijft. Zijn haiku vangen een enorme diepte in slechts enkele woorden, heel zen.
Rood is een dominante kleur in je werk. Waarom die kleur?
Ik heb altijd met pigmenten gewerkt, en vaak gebruik ik scharlakenrood. Jaren geleden speelde rood nog een bescheiden rol in mijn werk, maar geleidelijk kreeg het steeds meer gewicht, tot het hele composities begon te vullen. De kleuren die ik gebruik zijn altijd verbonden met mijn gemoedstoestand, met de plek waar ik schilder of met de aard van het project waaraan ik werk.
Wat zijn je volgende stappen? Zijn er nieuwe plekken, materialen of technieken die je wilt verkennen?
Mijn volgende stappen beginnen altijd in het atelier, bij het schilderen. Op dit moment bereid ik een tentoonstelling voor in Osaka in Japan en een residentie in Marokko. Dit jaar heb ik ook een reeks bronzen beelden gemaakt, een geheel nieuwe wereld om te verkennen.
