“Ik liet mijn hand sneller gaan dan mijn verstand.”
– Thameur Mejri
Soms is het niet het voltooide gebaar dat ons raakt, maar juist de misstap, de lijn die ontspoort en daardoor meer waarheid in zich draagt dan een perfecte vorm ooit zou kunnen bevatten. Thameur Mejri weet dit beter dan wie ook. Hij tekent, schildert en krast niet om het beeld glad te strijken, maar om de barst zichtbaar te maken, de misstap voelbaar. Kunsthistorica en curator Afrikaanse kunst van het New Orleans Museum of Art Amanda M. Maples die de tentoonstellingstekst voor We Are Made From Mistakes in Uitstalling Art Gallery schreef, omschreef het oeuvre van Mejri ooit als een “architectuur van fouten”: een huis vol scheuren, scheve vloeren en ramen die niet helemaal sluiten. Het is een beeld dat wonderlijk goed aansluit bij deze tentoonstelling. Want ook in We Are Made From Mistakes worden de gebreken geen fouten, maar fundamenten waarop betekenis kan rusten.
De bekentenis van handen en voeten
Het is opmerkelijk dat hij voor het eerst in zijn carrière niet vertrok vanuit een beeld of een intuïtie, maar vanuit een titel. We Are Made From Mistakes: een zin die als een grondtoon door de hele reeks loopt. Het gaf hem de vrijheid om zijn hand sneller te laten gaan dan zijn hoofd, om de reflexen van het lichaam voorrang te geven op de berekening van het verstand. Zo ontstaat een gebaar dat niet langer probeert de fout uit te wissen, maar die toelaat en omarmt. In houtskool, pastel en acryl laat hij de lijnen lopen waarheen ze willen. Het is alsof hij zelf zegt: laat de hand doen wat ze wil, zij weet meer dan het brein dat voortdurend corrigeert.
De tekeningen uit deze reeks zijn kleiner dan we van hem gewend zijn. Mejri is bekend om zijn monumentale gebaren, maar hier koos hij voor intimiteit, voor de directe nabijheid van papier en houtskool. Opvallend genoeg keren steeds dezelfde motieven terug: handen en voeten. Geen trotse lichamen of gezichten, maar lichaamsdelen. De voet die ons draagt, de hand die ons laat handelen, raken hier los van hun context en worden op zichzelf kwetsbare tekens. De innerlijke voetzool, zacht en ontvankelijk, krijgt een religieuze connotatie. De kunstenaar zelf sprak over een “Christuscomplex”: de stigmata van handen en voeten als plaatsen waar lijden en verlossing samenvallen. Maar de verbeelding van Mejri is niet gericht op transcendentie; het gaat om het tastbaar maken van de kwetsbaarheid die ons bindt, om de bekentenis die ieder lichaam afgeeft.

Lamp en vlieg: allegorie van vooruitgang
Dat hij in deze werken veel weglaat, is al even significant. De rest van het lichaam is vaak verdwenen, alsof het mensbeeld zelf onder druk staat en uit elkaar valt. Waar in vroegere reeksen nog een overdaad aan motieven te zien was zoals messen, sneakers, speelgoed, mythologische figuren, is hier een verstrakking aan het werk. Slechts twee iconen blijven prominent: de lamp en de vlieg. De lamp staat voor ideeën, voor vindingrijkheid en de vooruitgang van de mens. Maar tegelijk verwijst zij naar de donkere keerzijde van innovatie, de destructieve schaduw van het Manhattanproject, de atoombom die uit een ingenieuze ingeving geboren werd. De vlieg daarentegen is de stille toeschouwer. Onverschillig en alomtegenwoordig, een banale getuige van ons falen, die misschien zelfs onze ondergang zal overleven. Samen vormen ze een allegorie voor de dubbelzinnigheid van ons bestaan: de lamp als hoop en gevaar, de vlieg als de onverschillige maatstaf waaraan ons drama geen gewicht lijkt te hebben. Wie deze werken bekijkt, wordt voortdurend heen en weer geslingerd tussen figuratie en abstractie. Van ver lijken ze abstracte composities, maar van dichtbij duiken herkenbare fragmenten op: een mes, een schoen, een ledemaat. Het is alsof het beeld zich voortdurend wil verbergen en onthullen, alsof Mejri de kijker dwingt tot een actieve, zoekende blik. Het maakt zijn kunst oncomfortabel en indringend. Hij houdt ons aan het zoeken, laat ons dwalen in de gelaagdheid van zijn beeldtaal.
De les van de fout
Er schuilt ook een politieke ondertoon in dit alles. Mejri komt uit een context waarin kunst nooit louter persoonlijk kan zijn, maar vaak samenvalt met het maatschappelijke en politieke weefsel. Zijn werk is een spiegel voor regimes die weigeren fouten toe te geven, die vasthouden aan een façade van perfectie. Zelden geven politieke leiders hun fouten toe. Toch is erkenning van de misstap de enige weg naar verandering. In die zin wordt zijn kunst ook een ethisch appel: aanvaard dat je vergankelijk en feilbaar bent, niet alleen als individu maar ook als gemeenschap.

Wat in de tekeningen intimistisch en zwart-wit blijft, wordt in zijn schilderijen uitgespeeld in kleur. Twee tinten domineren: rood en blauw. Archetypische tegenpolen die symbool staan voor vuur en water, passie en verstilling, leven en dood. In Flawed Origins en The Fracture botsen deze krachten op elkaar. Het rood gloeit als een wonde, het blauw dekt toe maar kan ook verstikken. Hier is geen verzoening, geen harmonie, maar een voortdurende oscillatie die ons herinnert aan de spanningen die ons bestaan doorkruisen.
Toch ademt dit werk niet enkel pessimisme. Er is ook een uitnodiging tot mildheid. In een cultuur die ons oplegt om foutloos te leven, om succes na succes te stapelen, zegt Mejri dat wij pas werkelijk bestaan in en door onze fouten. Het falen vormt geen schaduw die we moeten uitwissen, maar een spoor dat ons tekent en ons menselijk maakt. In dat spoor ligt onze kwetsbaarheid, maar ook onze kracht.
Wie de expo bezoekt, voelt hoe de werken tegelijk aantrekken en afstoten. Ze dwingen je te kijken naar wat je liever zou vermijden: het mislukte gebaar, het onaffe, de barst. En net in dat onaffe schuilt de poëzie. Het onafgewerkte wordt hier geen tekort, maar een ruimte van betekenis. Alsof elke lijn die plots stopt, elke witte plek op papier, een uitnodiging is om mee te denken, om zelf deel te worden van het proces.
Het is misschien datgene wat deze tentoonstelling zo wezenlijk maakt: ze leert ons opnieuw te kijken naar fouten, niet als iets wat gecorrigeerd moet worden, maar als bron van betekenis. Dat geldt op persoonlijk vlak, maar evenzeer voor een samenleving die worstelt met haar eigen verleden en met politieke systemen die blind blijven voor hun misstappen. In de kunst van Mejri wordt de fout een spiegel waarin wij onszelf zien, soms pijnlijk, soms bevrijdend, maar altijd waarachtig.
We Are Made From Mistakes is daarom meer dan een titel. Het is een levenshouding, een esthetiek, een ethiek. In een tijdperk waarin filters, cosmetica en artificiële perfectie ons dagelijkse beeld bepalen, herinnert Mejri ons eraan dat de barst de enige plek is waar waarheid doorschemert. Zijn kunst zegt: leef met je fouten, leer ervan, draag ze als littekens die schoonheid en menselijkheid tegelijk betekenen. En misschien is dat de diepste les van deze werken: dat het niet de gladde oppervlakken zijn die ons vormen, maar de scheuren die ons openbreken.

Biografische noot
Thameur Mejri werd in 1982 geboren in Tunis en studeerde aan de École des Beaux-Arts in Nabeul. Via zijn oom, die schilder was, maakte hij al jong kennis met het atelier. De schilderkunst werd geen keuze, maar een onvermijdelijke weg. Naast zijn artistieke praktijk is hij ook docent aan de École Supérieure des Sciences et Technologies du Design in Tunis. Zijn oeuvre wordt beïnvloed door kunstenaars als Francis Bacon, Leonardo da Vinci en Vladimir Veličković, maar evenzeer door film, literatuur en de politieke context van Noord-Afrika. Mejri’s werk verkent de spanningen tussen individu en collectief, tussen lichaam en macht, tussen hoop en destructie. Zijn schilderijen en tekeningen werden internationaal tentoongesteld, onder meer in Frankrijk, Senegal, Egypte en de Verenigde Staten. In elk van deze contexten klinkt zijn thematiek door: de onvolmaaktheid van de mens als bron van schoonheid en waarheid.