Tot en met 30 mei is bij Gerhard Hofland de tentoonstelling ‘But Morning Never Came’ te zien, de eerste solotentoonstelling van de Belgische kunstenaar Joris Vanpoucke.
We zijn sinds halverwege maart massaal de natuur ingetrokken. Google Maps publiceerde mobiliteitstrends die laten zien dat de activiteit in natuurgebieden, openbare tuinen en parken in deze periode met maar liefst 62% is gestegen. De natuur is voor kunstenaars altijd al een dankbare inspiratiebron geweest, bijvoorbeeld als symbool voor onschuld en onbedorvenheid, maar ook als symbool voor dood en vergankelijkheid in de vorm van buitengewoon gestileerde stillevens. Ook het verlangen naar de wilde, ongerepte natuur in bewogen tijden is niet nieuw: de Romantiek (die tussen 1750-1850 plaatsvond) viel niet voor niets samen met de Industriële Revolutie. De stad begon, als gevolg van urbanisatie aan het eind van de 18e eeuw, een steeds grotere rol te spelen in het dagelijks leven van veel mensen. Vanaf het eind van de 19e eeuw raakte de maatschappij helemaal in een stroomversnelling, in een periode waarin ook de fotografie werd uitgevonden. Ook in deze periode zien we in de kunst een sterk verlangen naar de natuur, in de vorm van het impressionisme en de weelderige landschapsportretten van Van Gogh.
De natuur speelt ook een belangrijke rol in het recente werk van de Vlaamse kunstenaar Joris Vanpoucke, die een atelier aanhoudt op het Vlaamse platteland. Vanpoucke vindt zijn inspiratie vooral in zijn directe omgeving en laat zich daarbij niet teveel beïnvloeden door trends. Liever laat hij zich inspireren tijdens de vele wandelingen in het natuurgebied rondom zijn atelier, vooral ten tijde van zonsopgang en zonsondergang. Vanpoucke werd opgeleid tot illustrator en grafisch ontwerper en beschouwt schilderkunst als een ambacht. Hij kijkt daarbij graag terug naar bepalende kunsthistorische schildertradities uit de afgelopen eeuwen, zoals de Romantiek, maar zorgt altijd voor een eigen en hedendaagse interpretatie. De aandachtig geproduceerde schilderijen geven blijk van het uitgebreide materiaal- en techniek onderzoek van de maker. Hij maakt vaak gebruik van organische dragers die een bijzonder contrast vormen met de verbeeldingen, die haast iets klinisch hebben.
De werken in deze tentoonstelling lijken het midden te houden tussen een stilleven en een landschapsportret. We zien denkbeeldige en stormachtige landschappen die niet helemaal voldoen aan de werkelijkheid. Hoewel de natuurelementen getrouw lijken te zijn weergegeven lijkt er toch iets niet helemaal te kloppen, alsof je naar een droom of herinnering kijkt. Thematisch lijken deze werken van Vanpoucke misschien te verschillen van zijn eerdere serie zelfportretten, maar beide categorieën zijn een weerspiegeling van zijn naturalistische en poëtische aanpak. Zijn schilderijen hebben een opmerkelijke invloed op de kijker: ze roepen enerzijds herkenning op maar geven ook een vervreemdend, unheimlich gevoel. Waar zijn portretten invulling geven aan de innerlijke wereld van de kunstenaar, geven deze werken over de natuur ook uiting aan de fysieke buitenwereld. De schilderijen zijn in alle gevallen kwetsbaar, melancholisch, introspectief en zelfreflecterend en lijken in hun stilte en schoonheid te zoeken naar antwoorden op existentiële vragen. De verbeeldingen zijn tegelijkertijd uitgesproken en verstild en benaderen het sublieme: het landschap verwordt in deze schilderijen tot het territorium van de geest.
De tentoonstelling ‘But Morning Never Came’ van de Belgische kunstenaar Joris Vanpoucke is nog tot en met 30 mei te zien bij Gerhard Hofland in Amsterdam.