In de rubriek ‘De keuze van…’ laten we een keur aan kunstliefhebbers (van incidentele kopers tot kunstprofessionals) aan het woord over hun beleving van kunst, en vragen we naar hun voorkeuren: waar zien ze het liefste kunst? Waar kopen ze, en vooral: wie kopen ze? In dit deel Paul van Damme (Rijksambtenaar, 64 jaar)
Wat betekent kunst voor jou?
Veel: het heeft een belangrijke plaats in mijn leven! Kunst spreekt mij aan als het mij bij het eerste contact raakt, en dat is vaak in een split second. Het moet mij treffen en nieuwsgierig maken: wat wil de maker hier mee zeggen? Dit lijkt misschien op impulsiviteit, maar gebleken is dat werk dat ik op deze manier koop mij blijft prikkelen.
Als kind was ik altijd druk met potlood en papier, dat werd thuis ook gestimuleerd. Mijn moeder had een abonnement op Openbaar Kunstbezit en in de bijbehorende catalogi zag ik – ik was een jaar of tien – dingen die ik nog nooit had gezien: abstracte werken van Mondriaan, een stoel van Rietveld en beelden van Henri Moore, dat dat mogelijk was! Sindsdien was mijn interesse voor kunst gewekt.
Waar haal je je informatie over het wel en wee in de kunstwereld vandaan: krant, vakbladen, televisie, online?
Om op de hoogte blijven van wat in de kunst speelt, lees ik vooral kunsttijdschriften, zoals See All This en Museum Tijdschrift. Daarnaast kranten, zoals NRC Handelsblad en de Volkskrant, dagbladen en verder ga ik natuurlijk veel met eigen ogen zien in galeries en musea. Verder verdiep ik mij de laatste tijd in kunst uit de middeleeuwen, wat mij weer een andere kijk geeft op de hedendaagse kunst.
Waar bekijk je het liefste kunst? In een galerie, museum, een beurs of online?
Om zicht te krijgen wat er zoal gaande is, ga ik graag naar kunstbeurzen: daar loop ik overigens vaak vrij snel door heen, en laat mij triggeren door werken die me raken. Om echt kunst te beleven geef ik de voorkeur aan een galerie of museum. Kunst online bekijken zegt mij niet zo veel, je kunt het werk vaak niet goed zien, voelen, ruiken…
Hoe vaak per jaar koop je kunst? Koop je werk in oplage of liefst uniek werk?
Een lastige vraag, ik heb daar geen vaste regel voor. Het kan het ene jaar geen enkel werk zijn en een ander jaar meerdere kunstwerken tegelijk. Kwantiteit is niets voor mij, ik ga liever voor kwaliteit. Als ik naar mijn collectie kijk, zit daar maar weinig werk in oplage bij, en als het al zo is dan is dat meestal werk uit de beginperiode van mijn verzamelen.
En waar koop je dan: in de galerie, op een kunstbeurs, op een veiling of online?
Meestal koop ik in een galerie, soms op een beurs.
Is het belangrijk dat jij en je partner het altijd eens zijn over een aankoop? Hoe beslis je/jullie?
Zoals ik al aangaf ben ik een snelle beslisser: eerst zien, dan geraakt worden en vervolgens kopen.
Is er een galerie waar je een speciale band mee hebt?
Ik kom graag bij Catalijn Ramakers van Galerie Ramakers in Den Haag; een galerie met een geweldige groep kunstenaars. Catalijn weet iedere keer weer een mooie expositie neer te zetten. Mijn laatste aankoop – ‘Cercle en couleur’ van de Belgische kunstenaar D.D. Trans – heb ik bij haar gedaan.
Als je onbeperkt budget had, van wie zou je dan een werk aankopen?
Hmm, even dromen. Dan denk in de eerste plaats aan werk van Art Povera-kunstenaar Giuseppe Penone: geweldig hoe hij werkt met de natuur, maar ook voor het werk ‘Casserole de Moules’ van Marcel Broodthaers heb ik nog wel een mooi plekje in huis.
Wie zijn je favoriete kunstenaars (op Gallery Viewer), en waarom?
Ton van Kints (Galerie van den Berge & Galerie Ramakers) is een van de kunstenaars die mij met zijn werken iedere keer weer weet te raken. De kunstwerken van Ton zie ik als metaforen voor het leven, niemand komt daar ongeschonden doorheen. We lopen krassen en schrammen op of, zoals nu, zitten velen in isolatie. In de meeste gevallen overleven we dit, maar het leven zal nooit hetzelfde zijn.
D.D. Trans is door zijn bedrieglijke eenvoud erg aantrekkelijk: hij kan met simpele middelen een andere wereld neerzetten en je bij de eerste aanblik in verwarring brengen. Dat is iets wat bij mij erg goed werkt. Ik moet bekennen dat ik me aangetrokken voel tot Belgische kunstenaars: natuurlijk Marcel Broodthaers, maar ook Panamarenko en de verstilling en de perfectie van Willy de Sauter. Zal wel aan mijn Vlaamse roots liggen.
Ik houd erg van het werk van Michael Johansson en dan vooral zijn stapelingen van glas. Ik ben de gelukkige bezitter van een van zijn werken. Het fascinerend om te zien hoe het licht door het werk valt en hoe hij met diverse glazen gebruiksvoorwerpen tot een volkomen symmetrisch geheel komt.
Als je voor het eerst werk van Maaike Schoorel ziet, denk je: waar kijk ik naar? Vegen olieverf en kleuren op een doek, maar na geduldig kijken zie je langzaam uit de abstractie een beeld naar voren komen. De schilderijen nemen je op, als in een intiem moment met de maker; Schoorel leert je opnieuw kijken want iedere toets en iedere kleur die op het doek staat is raak.
In 2018 bezocht ik ‘Het Zwarte Huis” in Knokke om een tentoonstelling van Willy de Sauter te bezoeken. Het Zwarte Huis is ontworpen door Huib Hoste, naar de architectuur van ‘De Stijl’. De combinatie van de architectuur en het werk van De Sauter was zo mooi, het ging volledig in elkaar over. De schilderijen van Willy de Sauter lijken bij de eerste aanblik eenvoudige monochromen – in een serie of als losstaande werken – maar bij nader bekijken zie je naast nuances in de kleurvlakken, ook mooi glanzende delen. Het is werk dat ik wil aanraken.
Door het gebruik van portretten en figuren uit het verleden neemt de kunstenaar Ossip je mee in een soort tijdmachine: je voelt je een met de persoon die je ziet. In 2014 kwam ik de dag voor de opening van een tentoonstelling van Ossip in Galerie Ramakers en was enorm verbaasd. Ik zag een Ossip die licht was en bewoog: geweldig! Dat zijn van die moment dat ik denk: die moet ik hebben!