Galerie Vriend van Bavink toont op Art Rotterdam werk van kunstenaars die de omgang van de mens met de natuur onderzoeken, zonder daar meteen over te oordelen. Zo ziet Natascha Libbert schoonheid in een gifmeer op Cyprus, fotografeerde Roosmarijn Pallandt plekken in de Japanse jungle die voor locals betekenisvol zijn, en maakte Esther Kokmeijer onder meer een kunstwerk waar 20.000 volt op staat.
Voor een autonoom kunstenaar heeft Esther Kokmeijer een even wonderlijke als ongebruikelijke achtergrond. Kokmeijer (42) werd opgeleid als grafisch ontwerper en volgde daarna een minor Arctic Sciences in Groningen. Om het poolgebied ieder jaar te kunnen bezoeken, werkte ze vervolgens jarenlang als gids en fotograaf op Antarctica en de Noordpool.
Vooralsnog is Kokmeijers werk uitsluitend in musea in binnen- en buitenland te zien geweest, omdat ze daar een vollediger verhaal kon vertellen. Voor haar eerste samenwerking met een galerie besloot ze om onze omgang met de verschillende vormen van water (te weten: vloeibaar, gasvormig, bevroren en dynamisch/levend) in kaart te brengen.
Voor de vloeibare variant ging Kokmeijer uiteraard haar atelier uit, want ook de manier waarop haar werk tot stand komt, is anders dan anders. Kokmeijers werkwijze houdt het midden tussen die van een avonturier, een antropoloog en een natuurwetenschapper. Ergens tussen een mysterie, wetenschap en kunst, is waar je haar werk moet plaatsen.
Geïntrigeerd door de uitstervende traditie van de Navigators op de Marshalleilanden die kunnen navigeren op basis van golven, bracht Kokmeijer samen met een oceanoloog deze orale traditie in kaart. Navigators zijn uitverkorenen die werden getraind om op hun gevoel te kunnen varen en daarom veel status genoten in de eilandgemeenschappen.
Om de verschillende typen golfslag te kunnen herkennen, liggen ze onder meer wekenlang in een kano. “Na een aantal weken kun je een golf enigszins herkennen”, zegt Kokmeijer, “maar het blijft een wonder dat de Marshallees op hun gevoel navigeerden over honderden kilometers”. Door kolonisatie en later door GPS raakte de Navigator-traditie langzaam in onbruik en veranderde ook de verhouding van de bewoners van de Marshalleilanden tot de zee. Als er al kritiek doorklinkt in Kokmeijers werk, dan is het dat we ons te veel uitleveren aan technologie en niet voldoende vertrouwen op eigen kunnen. Dat zie je ook terug Kokmeijers project Ownership and Pioneering on Ice, waarin ze alle informatie die op verschillende bodemkundige kaarten van Antarctica staat heeft uitgevlakt. Immers, hoe meer informatie over bodemschatten beschikbaar wordt, hoe interessanter Antarctica wordt om te bezitten. Die kwetsbare balans tussen niemandsland en begerenswaardig land heeft Kokmeijer verder uitgewerkt in 4 in porselein uitgevoerde VN Conventies over de Global Commons, plekken die onder geen enkel statelijk gezag vallen en dus van iedereen zijn, zoals de atmosfeer, het heelal, de wereldzeeën en Antarctica. “Porselein is namelijk niet alleen heel breekbaar, het is ook vrij sterk. Met de regelgeving rond Antarctica zit het wel goed”, zegt Kokmeijer.
Het meest opvallende stuk is zonder meer de Floating Water Bridge. Op het eerste gezicht lijkt het plexiglazen kabinet met twee met water gevulde wijnglazen die schoksgewijs van elkaar af bewegen nog het meest op een grijpmachine die je kent van de kermis, maar het is state-of-the-art wetenschap. Tussen de wijnglazen loopt water dat lijkt te zweven. In werkelijkheid staat er 20.000 volt op het water waardoor de inhoud van het linker glas naar het rechter trekt en omgekeerd. Dit is de gestructureerde of dynamische van water die voor het eerst in de 19e eeuw werd beschreven. Er zijn aanwijzingen dat deze vorm van water ook in het menselijk lichaam zit. Hoe precies blijft voorlopig een mysterie, ook voor de wetenschap.