In zijn zesde solotentoonstelling bij Annet Gelink Gallery verbindt de Japanse kunstenaar Meiro Koizumi hypnose aan technologie en nationalisme. Drie dingen die op het eerste gezicht niet veel met elkaar gemeen hebben, maar in Koizumi’s regie samensmelten tot een geheel.
De titel van de installatie verwijst naar Bruce Nauman’s videowerk Good Boy Bad Boy (1985), daarin spreken twee acteurs varianten uit op de zinnen I am good boy en I am a bad boy en doorlopen daarbij alle emotionele registers. Zo stelt Nauman de waarachtigheid van emoties en spraak ter discussie.
Koizumi’s video-installatie staat middenin de galerie en beslaat vrijwel de gehele breedte van de ruimte. De voorzijde bestaat uit drie monitors waarop tegelijkertijd 2 of 3 acteurs te zien zijn. Links daarvan staat een robotsculptuur. De achterzijde van de installatie bestaat uit een groot scherm waarop een collage van nationalistische betogingen wordt getoond.
Net als bij Nauman gaan ook Koizumi’s acteurs van kalm en verlegen, naar uitbundig, gefrustreerd en boos. Het verschil met Naumans installatie is echter dat Koizumi’s acteurs gehypnotiseerd zijn. Ze spreken korte zinnetjes uit als ’vergeef me’’, ‘’ontvlucht’’, en “ik ben een goed mens”. Soms hoor je de instructies van de hypnotiseur. “Het is frustrerend”, “Je wordt nu echt boos” en dan weer, “Je weet niet precies waarom, maar dit voelt echt goed.”
De hypnotiseur geeft niet alleen aanwijzingen, maar stelt indirect ook de vragen die Koizumi opwerpt, zij het in gebiedende wijs. Wat is vrije wil precies, als je wordt verteld wat je moet voelen? Vertaald naar de onze samenleving is de vraag: wat voel en vind je zelf en wat wordt je wijs gemaakt door de media en technologie die ons constant omringd. Good Machine Bad Machine gaat dan ook deels over (blind) vertrouwen in autoriteit en de machtsverhouding hypnotiseur-gehypnotiseerde: meester en slaaf.
Op andere momenten heeft Koizumi de stem van de hypnotiseur eruit geknipt, waardoor het lijkt alsof de emoties autonoom zijn. Maar hoe hoog de emoties ook oplopen, doordat de zinnen eindeloos herhaald worden hebben ze iets leegs en mechanisch. Die dunne scheidslijn tussen mens en machine/technologie wordt onderstreept door de in een sweater gestoken robotarm links van de installatie. De arm beweegt op het ritme van de uitspraken van de acteurs.
Nationalisme als staat van hypnose
Meiro Koizumio woont en werkt in Yokohama, maar was in 2005 en 2006 resident aan de Rijksakademie in Amsterdam. Toen hij terugkeerde naar Japan kon hij zijn vaderland met een vers paar ogen bekijken. “Toen ik terugkwam merkte ik dat de stemming in Japan was veranderd. Onze economie stagneerde en de bevolking begon te krimpen, terwijl China opkwam, Zuid-Korea het goed deed en Noord-Korea naast ons ligt. Het zelfvertrouwen leek een deuk te hebben opgelopen.”
Een dankbare voedingsbodem voor populistische boodschappen die refereren aan een glorieus verleden en appelleren aan nationalistische sentimenten. Iets dat in Japan, gezien het recente koloniale en oorlogsverleden, nog controversiëler is en nog gevoeliger ligt dan bijvoorbeeld in België of Nederland.
Om maar aan te geven hoe delicaat nationalisme en militair vertoon in Japan liggen: een uitvloeisel van dat verleden is dat Japan sinds de Tweede Wereldoorlog geen leger meer heeft, maar slechts over een kleine hoeveelheid zelfverdedigingstroepen beschikt. Dat betekent ook dat het land geen dienstplicht kent en de vraag of je bereid zou zijn te sterven voor het vaderland al meer dan 75 jaar niet gesteld werd aan jongeren. Nu de geopolitieke verhouding aan het schuiven zijn, is die vraag plots weer actueel. In een ander recent multi-channel videoinstallatie, ‘We Mourn the Dead of the Future’, in 2019 te zien in de Annet Gelink Gallery, legt Koizumi precies deze vraag voor aan een groep jonge Japanners.
Good Machine, Bad Machine
Terug naar Good Machine, Bad Machine. Na de zeebeving nabij Sendai in 2011, die wij vooral kennen vanwege de ramp met de kerncentrale in Fukushima, nam het Japans nationalisme de vorm aan van betogingen rond nationale symbolen. Symbolen die ook bestand zijn tegen natuurrampen, waarop je kan teruggrijpen als de wereld om je heen letterlijk en figuurlijk ineenstort.
Koizumi filmde ze 11 jaar lang: van saluutschoten ter gelegenheid van de verjaardag van de keizer, tot demonstraties tegen de toenemende invloed van Koreaanse cultuur en rond de Olympische Spelen van 2020. Soms stond Koizumi te midden van de demonstranten en filmt hij ze van nabij. Op het oog gewone burgers, veelal mannen, vaak wat ouder en vaak met Japanse vlag. Hij wisselt ze af met shots van veraf. Door een bosje zien we militairen een kanon afvuren of een colonne bussen met demonstranten die nadert over een snelweg.
Het resultaat is een collageachtige reportage met een heel eigen ritme, waardoor hij je de film in weet te trekken. Een overeenkomst met hypnose die hij zelf ook zag en mede daarom besloot hij dat fenomeen te onderzoeken. Aan zijn opnamen voegde hij het geluidsspoor van de voorzijde toe.
Doordat de twee films niet dezelfde lengte hebben, is iedere kijkervaring uniek, maar het effect zal telkens hetzelfde zijn: nationalisme wordt gelijkgesteld aan een staat van hypnose. Een staat waarin emoties de vrije loop lijken te nemen en veilig geprojecteerd worden op een glorieuze toekomst of een mythisch verleden, maar waarin de machtsverhouding telkens hetzelfde blijven.
De vraag die Koizumi daarbij terecht stelt is: zijn we wel de meester van onze emoties en kiezen we er bewust voor ons op te winden over bepaalde zaken of worden we gevoed door technologie en laten we ons onbewust ook leiden door propaganda? Een retorische vraag volgens Koizumi: “We worden immers altijd omringd door taal en boodschappen, zo werkt ons brein.”
Good Machine Bad Machine van Meiro Koizumi is nog tot en met 28 oktober te zien bij Galerie Annet Gelink in Amsterdam