Annet Gelink Gallery kondigt met trots Good Machine Bad Machine aan, Meiro Koizumi’s zesde solotentoonstelling in de galerie.
De tentoonstelling is vernoemd naar diens prominente video-installatie en roept vragen op over hypnose, autoriteit, bewustzijn en mechanica. De titel Good Machine Bad Machine (2022) is een directe referentie naar Bruce Naumans video Good Boy Bad Boy (1985), waarin twee acteurs dezelfde zinnen (‘’I am a bad boy’’/’’I am a good boy’’) met toenemende emotionele intensiteit herhalen. In dit werk creëert Nauman een spraaksysteem gebaseerd op acteren en stelt hij de authenticiteit van spraak en innerlijke emoties ter discussie.
In de video-installatie brengt Koizumi deze premisse naar het mechanische domein door in plaats van acteren hypnose te gebruiken om de emoties van de acteurs te veranderen. De zinnen die worden herhaald, reflecteren ieder op noties van autoriteit, vrije wil en de relatie tussen mens en machine, en zijn emotioneel geladen. Echter, door hypnose en de mechanische repetitie die daarbij gebruikt wordt, veranderen de zinnen in lege woorden, en emoties in geprogrammeerde sentimenten. Woorden als ‘’vergeef’’, ‘’vlucht’’, en ‘’wees een goed mens’’ resoneren door de ruimte als het geluid van een krakende machine.
Daarentegen geeft de robotarm, die onderdeel is van de video-installatie, de machine een griezelige, mensachtige kwaliteit. De geprojecteerde beelden van Tokyo, aan de achterzijde van het projectiescherm, zijn door Koizumi gefilmd in de 11 jaar na de aardbeving van 2011 en verbinden het thema van hypnose aan een sociale realiteit. Als installatie onthult Good Machine Bad Machine de menselijke kwetsbaarheid ten opzichte van autoriteit en werpt een licht op de manier waarop technologieën als kunstmatige intelligentie worden gebruikt om ons dagelijks leven en onze verlangens te beïnvloeden. De definitie van wat het betekent om mens te zijn, wordt zo gedestabiliseerd.
De series Fog en Symbol maken beide gebruik van het gebaar van uitwissing om commentaar te leveren op oppressie en repressie. Als beginpunt voor Fog dient de filmmaker Yasujiro Ozu (1903 – 1963), die tijdens de Tweede Chinees-Japanse Oorlog (1937-1945) deel uitmaakte van de troepen die gifgas gebruikten en zijn dagboek vulde met ideeën voor oorlogsfilms. Een oorlogsfilm maakte hij nooit, noch een enkele scène die refereert aan de oorlog. In Ozu’s films zijn alle littekens van de oorlog gewist en verdrongen onder het oppervlak van de prachtige dagelijkse levens van de mensen op het scherm. De Symbol serie richt zich op de representatie van de Japanse keizer. Als heilig symbool van de staat is het de keizer verboden om in het openbaar negatieve emoties te tonen. Door met geweld in te grijpen in zijn portretten brengt Koizumi deze onderdrukte dimensie naar boven en probeert hij een menselijk aspect toe te voegen aan de heilige beelden van de koning.
Door het gebaar van uitwissing, ontdekt en creëert Koizumi een nieuwe dimensie voorbij het bestaande kader en onder het oppervlak. In zijn onderzoek naar de ritualistische cultuur en gebeurtenissen uit het verleden, wordt de mist (of het gas) een element dat onthult in plaats van verbergt. Koizumi legt de pijnlijke realiteit bloot die verborgen gaat achter de serene façades, op zoek naar nieuwe manieren om het verleden te beschouwen op een manier die spreekt tot onze huidige realiteit.
Door na te denken over de mechanische aard van zowel ons individuele als collectieve onbewuste, onthult Koizumi hoe ze samen onze sociale realiteit vormgeven onder het bewind van een (niet-)menselijke autoriteit.