Carlijn Kingma noemt zichzelf cartograaf van de maatschappij. Op haar kaarten geen wegen, vaarroutes of sterrenstelsels, maar tot in detail uitgewerkte ‘metaforische systeemanalyses’. Haar kaarten volgen paden uit de geschiedenis, beschouwen het heden en verkennen mogelijke routes naar een duurzame en inclusieve toekomst. Voor The Waterworks of Money, het project waarvoor ze langdurig samenwerkte met twee financieel journalisten, geeft ze aan de hand van de watermetafoor – geld als water, een verdampt fortuin, liquiditeit etc. – inzicht in ons complexe financiële systeem.
Kingma’s werk staat volop in de belangstelling en is momenteel op 3 plaatsen te zien: bij Gallery Untitled in Rotterdam (tm 29 september), Kunstmuseum Den Haag (tm 10 september) en op de Architectuur Biënnale in Venetië (tm 26 oktober).
Waar is je atelier en hoe ziet het eruit?
Mijn atelier is in mijn huiskamer, in Welsum langs de IJssel. Eigenlijk is mijn atelier -of tekenhoek - vrij overzichtelijk. Een zware ouderwetse stalen tekentafel, een koffertje met pennen en stapels met boeken. In periodes van onderzoek hangen er schetsen aan de muur.
Wat heeft een goed atelier voor jou nodig? Ik kan me voorstellen dat natuurlijk licht voor jou wel een vereiste is.
Ja, veel licht. En rust. Dat betekent dat ik mij gedurende de tekenperiodes altijd maanden terugtrek uit de grote stad, weg van afleiding en weg van vrienden. Afgelopen acht maanden heb ik dat gedaan in Welsum.
Je noemt jezelf cartograaf en je tekeningen kaarten. Maar het zijn geen traditionele landkaarten. Wat voor kaarten zijn het en waarom hebben we zo’n kaart nodig?
De wereld om ons heen wordt steeds complexer. Ieder moment worden we geconfronteerd met een continue stroom aan nieuws, beelden en meningen en moeten we ons bewegen tussen talloze, veelal onzichtbare, structuren, wegen en wetten.
Daarom hebben we vandaag de dag andere kaarten nodig om te kunnen navigeren. Tot in de twintigste eeuw werden maatschappelijke vergezichten regelmatig verbeeld, vaak met architectuur als expressie van idealen, maar in de afgelopen decennia lijkt de productie ervan stilgevallen. Met mijn praktijk, Cartografie van Denkwerelden, probeer ik in dit voorstellingsvacuüm te stappen, met als doel: herstel van het inspirerend vergezicht door middel van inzicht, uitzicht en verwondering. Anders dan veel van de wervende techno-utopische of politieke toekomstperspectieven uit de geschiedenis, zijn mijn kaarten beschouwend, genuanceerd en meerstemmig. De metaforische systeemanalyses volgen paden uit de geschiedenis, beschouwen het nu en extrapoleert dat naar mogelijke toekomstroutes.
Architectonische elementen worden metaforen en geven richting, ruimte en betekenis aan de fictieve werelden. Door te dwalen door de sociaal-politieke structuren, kunnen we onze verbeelding prikkelen over de manieren waarop we onze samenleving hebben georganiseerd en wellicht nieuwe routes naar een duurzame en inclusieve toekomst ontdekken.
Hoe kwam je op deze vorm uit?
Al zolang als ik mij kan herinneren maak ik beeldkaarten om de wereld om mij heen te begrijpen. Ik begon hiermee als klein kind in de serre van mijn ouderlijk huis en deed het nog steeds toen ik architectuur ging studeren. Architectuur begon echter steeds meer de rol te spelen van een taal, het is een enorm krachtige beeldtaal. Een taal om complexe vraagstukken op een driedimensionale manier uit te werken.
Je werkt regelmatig samen met journalisten en historici als Rutger Bregman van De Correspondent en Thomas Bollen en Martijn van der Linden van Follow the Money. Waarom doe je dat en wat moet ik me erbij voorstellen?
Ieder project en iedere samenwerking ziet er anders uit. In het geval van Rutger Bregman en De Correspondent heb ik Rutger gecontacteerd of hij met mij samen een kaart wilde maken, omdat we veel gedeelde interesses leken te hebben. Hij was op dat moment bezig met het schrijven van ‘De meeste mensen deugen’ en ik ging er parallel een kaart naast ontwikkelen. Mijn atelier was toen op de redactie van De Correspondent voor twee jaar.
Bij Untitled is onder meer het werk The Waterworks of Money te zien, het werk dat je maakte in samenwerking met Bollen en Van der Linden. Hoe kwam je op het onderwerp geld uit en waarom gebruik je de watermetafoor?
Ik merkte in mijn andere onderzoeken dat veel uiteindelijk toch neerkomt op geld. Of je onderwijs kan verbeteren of de zorg, burgerraden kan opzetten of een buurtproject, het draait uiteindelijk toch vaak om de financiering. Dus ik wist, vroeg of laat moet ik dit onderliggende thema gaan aansnijden. Hoe wordt er eigenlijk bepaald wie er financiering krijgt en wie niet. En is dat wel zo vanzelfsprekend?
De watermetafoor ligt voor de hand. Het zit volledig in ons taalgebruik wanneer wij over geld spreken. Ga maar na: geld als water, geldstromen, bevroren rekening, verdampen van fortuinen, geld wegsluizen, liquiditeit, trickle-down economy, zwemmen in het geld, financiële droogte.
De vraag die denk ik iedereen wil stellen die je werk ziet is: hoe lang ben je met een kaart bezig, inclusief onderzoek en voorstudies?
2,5 jaar. 2300 uur tekenen (samengeperst in 5 maanden).
Naast de galerietentoonstelling is je werk op dit moment ook te zien in Kunstmuseum Den Haag en op de Architectuur Biënnale in Italië; een museumtentoonstelling en een architectuurevenement. Waar situeer je je werk zelf?
Ik zie het werk als cartografie. Op het snijvlak van al deze disciplines. Het werk is ook altijd het resultaat van een intensieve samenwerking tussen schrijvers, onderzoekers, journalisten en experts, met architectuur als de gezamenlijke taal.
Als je tijd en geld zou hebben: welk onderwerp zou je dan graag nog eens uitwerken op een kaart?
Tijd is er altijd en geld is er nooit aan het begin van een project. Je start een onderzoek en gaat op zoek naar manieren om het te realiseren: naast geld ook een samenwerking, een uitgever platform, een eindredacteur etc. Ik stel mij voor dat het volgende onderwerp de zorg is.
Waar werk je op dit moment aan?
Wij werken de komende tijd nog steeds aan het geldproject. We hebben zojuist de animaties door de kaart vertaald naar het Engels en hopen de komende tijd het debat over een rechtvaardiger geldstelsel naar een internationaal niveau te tillen. Deze maanden zijn we met talloze partijen in gesprek om transitiekaarten te ontwikkelen. Afgelopen week waren we bijvoorbeeld voor een lezing en expertsessie bij de Rabobank, de Triodos Bank en het Ministerie van Financiën. In september organiseren we een conferentie in Den Haag over de toekomst van het geld waar we deze bevindingen weer gaan terugkoppelen.