Een manshoge, getatoeëerde Hercules met een berenhuid die zijn hoofd, schouders en rug bedekt, een jonge eenhoorn, sjamanen, mannen van smart en een Venus die bedekt is met pareltjes. Het is een greep uit de werken van Carolein Smit die te zien zijn in de duotentoonstelling Creatures! bij galerie Fontana. Smits tot in detail uitgewerkte sculpturen zijn niet alleen een ambachtelijk hoogstandje, in haar werk schuwt ze de grote thema’s als leven en dood evenmin.
Voor Creatures! koppelden Joris Montens en Stefan Heinis van Galerie Fontana het werk van Carolein Smit aan dat van Juliane Hundertmark en dat pakt goed uit. Hundertmarks familieportretten hebben iets unheimisch, iets sinisters, maar ook iets grappigs. Bovendien gebeurt er op de doeken zoveel dat je de voorstelling niet ineen keer kan doorgronden. “Als je hier binnenkomt stap je in een soort freaky bubbel”, zegt Montens. Smit kende het werk van de Duitse Hundermark niet maar snapt de keuze van haar galeristen. “Haar werk is behoorlijk geschift en dat past goed bij het mijne. Het heeft humor en is gruwelijk tegelijk”.
Carolein Smit (NL, 1960) grijpt in haar werk terug op klassieke thema’s als leven en dood, de natuur en deze vermengt met Bijbelse symboliek, anatomische studies en mythologie uit de klassieke oudheid. Als je niet beter zou weten, zou je haar werk misschien net na dat van Jeroen Bosch in de tijd plaatsen. Een tijd waarin de wetenschap nog in de kinderschoenen stond, de dood nog aan de orde van de dag was en religie het dagelijks leven domineerde. Uit het werk spreekt een ontzag voor de dood, maar ook een levensdrift die je met de 15e en 16e eeuw associeert. Met Hundertmark deelt Smit een andere gewoonte: beiden zijn verzamelaars, een deel van hun beeldmateriaal duiken ze op op vlooienmarkten.
Creatures! biedt een uitgelezen kans om een goed beeld te krijgen van Smits oeuvre, want zoveel beelden van haar zijn zelden tegelijk beschikbaar, aldus Montens. “Deze beelden kwamen terug van de solotentoonstelling die Carolein had in het Musée de la Chasse et de la Nature in Parijs. Die show was een groot succes. Qua bezoekersaantallen werd ze alleen overtroffen door de bekende Franse kunstenaars Eva Jospin en Sophie Calle.” Smits carrière kwam 5 jaar terug in een stroomversnelling door een tentoonstelling in het Victoria & Albert Museum, het museum in Londen dat oog heeft voor ambachten en toegepaste kunst.
Wat direct opvalt aan haar werken is het grote aantal details. Daaruit speekt niet alleen groot vakmanschap, maar daardoor is het, net als Hundertmarks doeken, onmogelijk een werk van Smit in een oogopslag te lezen. Zo kan je bij de getatoeëerde Hercules bijvoorbeeld niet alle tatoeages in een keer in je op te nemen. Toch maakt Smit graag een uitzondering voor het mopshondje: “Groot is mooi en veel is lekker, maar dat kleine mopshondje...”, verzucht ze aan de telefoon.
“Mijn werk gaat ook over verzamelen en tactiliteit. De tatoeages op Hercules gaan bijvoorbeeld terug op de zogeheten Margarinefiguren, kleine figuurtjes die je in Duitsland bij de boter kreeg. Die koop ik op vlooienmarkten. Daar maak ik malletjes van en daarna is het een kwestie van de juiste tactiliteit vinden, zorgen dat het oppervlak juist aanvoelt. Doordat mijn werk zo uitgewerkt is, zegt men dat het tegen kitsch aanzit, maar dat zal me worst wezen. Dan kijken ze maar de andere kant op. Het is een vrij beroep.”
Smit woont en werkt in het Belgische Zussen, net onder Maastricht, waar ze een groot atelier heeft en aan meerdere sculpturen tegelijk werkt. “De sculpturen ‘groeien’ ongeveer 10 centimeter per dag”, aldus Montens, wijzend op het 1,40 meter hoge beeld van Venus.
“Het enige dat de omvang van haar sculpturen beperkt, is het formaat van haar ovens. Alle sculpturen zijn uiteraard uniek, maar de sculpturen waar ze tegelijk aan werkt, vertonen wel vaak gelijkenissen. Die noemen we dan ook ‘zusterbeelden’.”
Nehmen Sie auch Visa?
Haar werkwijze omschrijft Smit zelf als intuïtief. “Ik stop ik talloze referenties in mijn werk. Dingen die ik lees, verzamel of meemaak. Aanvankelijk lijkt het niks met elkaar te maken te hebben, maar vaak snijdt een werk wel hout als het af is”.
Ze vergelijkt zichzelf graag met een omgevallen boekenkast. “Als kind zocht ik vaak dingen op in een Gouden Horizon- encyclopedie. Voor je het weet ben je twee uur verder en heb je niet gevonden wat je zocht, maar wel heel veel wat leuk is. Nu lees ik veel wat nuttig is voor mijn werk. Het is gebeurd dat ik met drie stapels boeken bij de kassa van een museumwinkel stond: ‘Nehmen sie auch Visa? Ja, und kommen Sie gern nochmal’.”
Die intuïtieve werkwijze is waarschijnlijk een andere reden dat haar sculpturen niet gemakkelijk te plaatsen zijn. Ze zijn vaak niet alleen een vanitas of enkel religieus, maar altijd een speelse mix van beide. Smits ‘witjeswand’ met een festoen van botten stemt vrolijk en haar kelkbeker, getiteld Holy grail, is tot de rand toe gevuld met bloed. Zo zitten er tal van humoristische elementen in Smits werk, ook constructieve. “Kijk even in de leeuwenbek, want zijn gezichtje zit verborgen achter de tanden van de leeuw”, zegt ze aan het einde van het gesprek over de sculptuur van een sjamaan. Dat is pas vakmanschap.