Hoe ziet het ideale atelier eruit? Hoeveel tijd spendeert een kunstenaar in zijn atelier? Is het een heilige plek? In de reeks ‘Het atelier’ deze week: Gijs van Lith, van wie tot 4 december bij MPV Gallery de solo-expositie ‘Three Legged Dog’ te zien is.
Gaat u iedere dag naar uw atelier?
Ik werk van maandag tot en met vrijdag, van 09.30 tot 18.00 uur en in de zomer ga ik iets eerder naar mijn studio. Meestal van 08.30 tot 16.30 uur. Mijn studio is een kleine fabriekshal waar ik heerlijk kan werken, maar in de winter is het kouder dus dan ga ik iets later.
Hoe laat vertrekt u naar uw atelier, en hoe: te voet, per fiets, openbaar vervoer of auto?
Elke dag ga ik op de fiets, het is vijf minuten fietsen van mijn huis, dus lekker dichtbij. Op maandagen breng ik eerst de kinderen naar de opvang en ga dan naar mijn studio. Soms fiets ik een blokje om, of ga ik wandelen in de bossen om mijn hoofd leeg te maken. Maar ik eindig altijd in mijn studio.
Houdt u vast aan bepaalde rituelen in uw atelier? Muziek of juist stilte?
Ja, rituelen zijn belangrijk, het is voor mij een soort warming up. Het eerste wat ik doe is mijn roldeuren openen zodat er licht en frisse lucht binnenkomt. Het maakt niet uit of het winter of zomer is, of het regent of de zon schijnt – even de buitenwereld binnen laten. Daarna ga ik een kop koffie maken en drink dat rustig op. Vanaf mijn kantoorgedeelte kijk ik dan naar mijn werk op de benedenverdieping. Ik klap vaak wat in mijn handen en doe wat rek en strek oefeningen voordat ik echt ga schilderen. In de ochtenden lees ik essays, recent heb ik The Wretched of the Screen van Hito Steyerl aan het herlezen. Maar ik ben nu iets totaal anders aan het doen, ik bestudeer het werk van Frank Loyd Wright en zijn ‘organic architecture’. De manier hoe hij omgeving, natuur en mens verbindt en de ruimte geeft. Mijn eigen interesse in de natuur vind ik hier terug en deze komt ook steeds meer terug in mijn werk. Ik luister ook interviews op YouTube: Sterling Ruby geeft goede lezingen en interviews. Mijn fav is de lezing voor de de la Cruz Collection, waar hij een uur uit een dagboek voorleest over een werkbezoek aan Azië (Tokyo, Beijing Hong Kong geloof ik). Deze lezing is een mooie combinatie van privé en werk; de simpele dingen van de dag die iedereen ervaart wanneer je veel en lang reist, (werk)bezoeken aan musea en privécollecties en het terugzien van werk dat hij tien jaar geleden maakte. Ruby vertelt op een manier waardoor hij je echt meeneemt op zijn reis.
Ik luister graag naar podcasts. Als ik wat meer fysieke dingen moet doen, zoals het opspannen van schilderijen, luister ik vaak naar de Vlaamse radiozender StuBru of naar rap; Tourist LeMC vind ik erg goed. Daarnaast draai ik veel Jay Z, Chet Faker, Stromae of Nick Cave. Lekker gevarieerd en wat op dat moment juist voelt. En soms luister ik helemaal geen muziek en is er alleen stilte. Verder beantwoord ik mails en regel alle logistieke dingen samen met mijn studio-assistent.
Hoe belangrijk is licht voor u?
Voor mijn gemoedstoestand zeker. Ik denk dat ik een raam belangrijker vind dan licht alleen. Ik heb tl lampen, daglicht en daglicht-tl lampen en een groot kozijn van vijf meter breed en vier meter hoog dat veel licht en leven binnen laat, waardoor ik kan (in)spelen op mijn mood. Zo kan ik mijn werk in een ander (dag)licht zien. Dit zorgt voor meer inzicht voor het schilderij voor mij.
Hoe gaat u te werk? Begint het werk pas op het moment dat u uw atelier betreedt of gaat het werk altijd en overal door?
Ik schilder elke dag en werk altijd aan meerdere werken. Over het algemeen werk ik ook aan twee series schilderijen tegelijk/om de beurt, dat zijn ongeveer vijftien schilderijen per serie. Ik heb periodes waarin ik echt in een serie zit, een goede vibe waar alles op z’n plek valt, maar ook periodes dat ik echt aan het klungelen ben. Maar beide heb je nodig, en zijn even belangrijk. Mijn studio is zo ingedeeld dat ik op de ene wand aan de ene serie kan werken en op de andere wand aan de andere. Ook heb ik een mooie opslagruimte van drie bij tien meter, met vakken waar alle schilderijen staan die klaar zijn en de werken die naar het buitenland gaan. Verder heb ik ook nog een tussenruimte (‘het vagevuur’) waar werken staan die ik een tijdje niet wil zien, of nog moeten drogen. Ik neem altijd veel tijd en wacht geduldig met het naar buiten treden met een nieuwe serie. Afstand is belangrijk in dit proces.
Hoeveel tijd spendeert u gemiddeld per dag in uw atelier?
Zeven à acht uur.
Is het atelier een heilige plek?
Nee, het is niet heilig, maar veilig. Veiligheid is voor mij belangrijk. Hierdoor kunnen werken vrij en gewichtloos ontstaan en zich ontwikkelen. Geen oordeel, een lekkere sfeer waar energie en nieuwsgierigheid belangrijk zijn. De sfeer is misschien het best te omschrijven als een soort constructieve nonchalance.
Ontvangt u er bezoek, van verzamelaars, curatoren of collega-kunstenaars?
Ja, ja en ja ☺
Wat is het mooiste atelier dat u ooit heeft gezien?
Ik vond de studio’s in Mallorca CCA erg fijn en mooi, met lekker hoge muren, (en een zwembad wat zeker niet verkeerd was), maar ik vond de studio van Gerben Mulder in New York City ook erg tof, lekker ruim en op de rooftop een heerlijk uitzicht over Manhattan. Maar eerlijk gezegd was de studio van Eva Robarts in Chelsea in New York ook super. Eva zat in de benedenruimte van een grote galerie. Dus werd ik binnen gelaten door een schoonmaakster en moest achter haar aan lopen – om de vloer, die ze net had gedweild niet vies te maken – om zo naar de kelder te gaan. Heel toffe plek en ik voelde me een beetje een Teenage Mutant Ninja Turtle ☺
Hoe ziet het ideale atelier eruit?
Ik denk dat de studio van Henk Visch, en zijn geweldige opslagruimte, mijn ideale studio zouden zijn. Maar mijn droomstudio is die van Georg Baselitz, in Ammersee. Het licht, en de natuur dat binnenkomt via het raam en de ruimte zelf zijn fantastisch.