In Galerie Transit in Mechelen is tot en met 30 oktober een solotentoonstelling te zien met een reeks nieuwe werken van Mehdi-Georges Lahlou. De kunstenaar heeft een biculturele achtergrond — zijn Spaanse moeder is katholiek en zijn Marokkaanse vader is moslim — die regelmatig een centrale rol inneemt in zijn praktijk. Hij woonde onder meer in Praag, Athene, Casablanca, Brussel en Parijs.
Lahlou werkt in een veelheid aan media, van fotografie, sculptuur en performance tot video, installatie, tekenen en schilderen. Thematisch gaan zijn werken over identiteit, ras, het lichaam, geschiedenis, gender, culturele verbondenheid, representatie in de media, seksualiteit en kolonialisme, vaak in relatie tot religie. Met name zijn vroegere werken lijken een verkenning van de tweeledigheid in zijn identiteit. Die werken bouwen dan ook voort op codes uit de oosterse en westerse beeldtaal, bijvoorbeeld in combinaties van islamitische motieven en christelijke iconen. In zijn werk ‘Portrait according to Molinier…Neshat’ (2010) refereert hij zowel aan de Franse kunstenaar Pierre Molinier als aan het werk van de Iraanse kunstenaar Shirin Neshat — inclusief gekalligrafeerde teksten. In andere werken draagt Lahlou een sluier en “vrouwenkleding”.
De afgelopen periode rondde Lahlou een residentieprogramma af aan de Fondation Fiminco in Romainville, net buiten Parijs. Daar maakte hij onder meer een reeks fotografische prints die hij voorziet van een dikke laag matzwarte houtskool, die het originele archiefbeeld grootdeels verhult. Toch zijn de dode lichamen op de grond nog steeds duidelijk zichtbaar in ‘Of the Confused Memory - April 22, 1915’ (2022). De beelden verwijzen naar de allereerste keer dat er gebruik gemaakt werd van chloorgas, een experiment van de beruchte Duitse chemicus Fritz Haber — die in 1918 wrang genoeg ook een Nobelprijs in de wacht zou slepen vanwege zijn uitvinding van de kunstmest. Hoewel de meeste mensen wel bekend zullen zijn met de onmenselijke werking van deze chemische wapens zullen de meesten niet weten dat het gros van de mannen uit de frontlinie, die op 22 april 1915 bij Ieper voor het eerst in contact kwamen met dit horrorwapen, afkomstig waren uit de toenmalige Franse koloniën of “protectoraten”: het huidige Algerije, Tunesië en Marokko. Hoewel deze soldaten essentieel zijn geweest voor de uiteindelijke overwinning krijgen zij in geschiedenisboeken zelden de eer die ze verdienen — vergelijkbaar met de manieren waarop zwarte Amerikanen massaal “verdwenen” zijn uit de visuele verslaglegging van de overwinningsoptochten in 1945, om zo de illusie te geven dat het om een witte overwinning ging. Lahlou lijkt in deze serie een veelheid aan boodschappen kwijt te kunnen, bijvoorbeeld over koloniale onderdrukking en selectieve geschiedschrijving.
Lahlou maakte in dezelfde periode ook het werk ‘Of the Grenadier’ (2022), dat verwijst naar de dubbele betekenis van het woord in het Frans: het betekent zowel soldaat als granaatappelboom. Een symbool van de dood en van vruchtbaarheid en overvloed. In deze buste lijken de granaatappels geëxplodeerd, de bloedrode kleur verzint de kijker er zelf automatisch bij. Lahlou verwijst hiermee naar de tegenstrijdigheid in de manieren waarop oorlog verbeeldt wordt. We zien in de expositie ook een reeks sculpturen op basis van mannenhoofden, die eveneens zijn uitgevoerd in houtskool. Hun gezichten worden doorboord met symbolische bloemen en planten als paradijsvogelbloemen en bladeren en zaden van de Japanse Cycas Revoluta-palm. ’Looking for Simurgh’, de titel van de tentoonstelling in Galerie Transit, verwijst overigens naar een gedicht van de Perzische dichter Farid ud-Din Attar, beter bekend als Attar van Nishapur.
Mehdi-Georges Lahlou studeerde aan de Ecole des Beaux Arts in Nantes en aan het AKV St. Joost in Breda. Zijn werk was onder andere te zien in Centre Pompidou in Malaga, het Bonnefantenmuseum in Maastricht, de National Gallery of Modern and Contemporary Art (Galleria Nazionale d'Arte Moderna e Contemporanea) in Rome, het Botanique Museum in Brussel en tijdens de 11e en 13e Dakar Biennale.