Om een kunstenaar echt te kunnen begrijpen zou je eigenlijk een blik moeten wagen in hun atelier. Soms zijn die kunstenaarsstudio’s zo intrigerend dat ze worden nagebouwd, zoals in de uitgebreide tentoonstelling over het kunstenaarsatelier die op dit moment te zien is in de Whitechapel Gallery in Londen. De studio van de Nederlandse kunstenaar Ossip werd in 2009 al nagebouwd in de projectzaal van Kunstmuseum Den Haag. Bezoekers konden zich daarbij laten onderdompelen in de mysterieuze belevingswereld van de Haagse kunstenaar. De ruimte werd gevuld met zijn favoriete objecten, raadselachtige ijzerdraadconstructies, talloze foto’s en knipsels en details als een ogenschijnlijk verloren schoen. Tot en met 3 april kun je in Galerie Ramakers in Den Haag een tentoonstelling zien waarvoor verschillende werken uit zijn oeuvre zijn geselecteerd: recente assemblages, maar ook fotowerken uit de vroege jaren negentig.
Het startpunt voor zijn associatieve objecten en installaties is meestal een gevonden foto van een anoniem persoon. Ossip vindt deze portretten in oude (medische) boeken en tijdschriften uit de vroege twintigste eeuw, die hij op de kop tikt in kringloopwinkels. De uiteindelijke fotoselectie vindt plaats op basis van intuïtie en een zeker onderbuikgevoel: er moet een bepaalde emotie vrijkomen, los van de oorspronkelijke context van het beeld. Toch delen de gekozen beelden vaak een bepaalde gemeenschappelijkheid.
Ossip: “Het zijn altijd beelden die genomen zijn vanuit een wetenschappelijk oogpunt. Het zijn altijd foto’s die een bepaalde functie hebben. Daardoor zijn ze ontdaan van een bepaalde uiterlijkheid van buitenaf, om een foto mooi te maken.”
Vervolgens worden de foto’s geïsoleerd en gemanipuleerd, waardoor er nieuwe betekenissen en contexten ontstaan. De kunstenaar blaast de foto’s op en voegt daar constructies van ijzerdraad aan toe en een verrassende combinatie van alledaagse voorwerpen, van theekopjes en stukjes behang tot kettingen en vrolijk gekleurde bolletjes. Toch bevatten de meeste werken van de kunstenaar verrassend weinig kleur.
De werken stralen een zekere fragiliteit uit, maar zijn tegelijkertijd soms wat onheilspellend en beklemmend. Karakters die lijken te zijn vastgebonden met touwen of kettingen, of een stoel vol spijkers. Maar hij creëert ook zorgeloze personages die direct uit een historisch circus lijken te komen. Sommige foto’s worden gedeconstrueerd en opnieuw samengesteld, waarna de puzzelstukjes nooit meer exact in elkaar lijken te passen.
Ossip leunt daarbij niet op een specifieke kunsthistorische stijl en hij lijkt allergisch voor een al te hoogdravende uitleg van zijn werk, dat vooral voor zichzelf moet spreken. Je vindt het werk van Ossip onder meer in de collecties van het Centraal Museum, Museum Voorlinden, Kunstmuseum Den haag, de Verbeke Foundation en de collectie van ABN Amro.