Heeft u kunst van huis uit meegekregen?
EK/HB: Niet overmatig, maar wel af en toe een museumbezoek. We hebben beiden vanuit huis meegekregen dat kunst in de breedste zin belangrijk is.
Hoe bent u in aanraking gekomen met de kunstwereld?
HB: Op mijn kunstopleiding ben ik geïnspireerd geraakt door docenten Jan Goossen en Emo Verkerk, en later door te werken voor Rob Moonen. Als suppoost aan de ‘Pont Neuf’ van Christo heb ik op jonge leeftijd van dichtbij kunnen zien hoe een megaproject kan functioneren, en later, in London, heb ik een aantal jaren als muzikant en hoesontwerper gewerkt, een ander soort kunstwereld.
EK: Tot 2005 hadden we samen een atelierruimte in een broedplaats in Amsterdam aan de Postjesweg, waar nu de Frank Sanders Akademie in zit. Daar werkten en leefden we dag en nacht met zo’n tachtig artistiekelingen. Dat was mijn ‘eerste, echte’ aanraking.
Na het openen van onze eigen galerie ontdekten we meer en meer de kunstwereld, met als kers op de taart aankomende mei een solopresentatie van de Britse Sarah Maple op Art Rotterdam. We zijn er ook trots op dat Ray Caesar inmiddels is toegevoegd aan de MoMa en Guggenheim collectie, het CODA Museum in Apeldoorn negen werken van Meryl Donoghue selecteerde voor een expositie vorig jaar, en op de aankoop van ‘Vastberaden’ van Dadara door het Amsterdam Museum. Werk van Ciou is aangekocht door het Musée de La Poste in Parijs en Claire Partington is opgenomen in de vaste collecties van Seattle Art Museum en Museum of London. Van broedplaats naar museum…
Wat was uw eerste betrekking in een galerie? Of bent u gelijk zelf een galerie gestart?
EK/HB: We zijn zelf een galerie gestart, op 15 december 2005. We wilden naast onze ontwerpstudio een ‘bruisende’ plek / salon; om mensen bijeen brengen, te inspireren, en om zo iets toe te voegen aan de stad waar we leven – Amsterdam. We wisten wat we wilden gaan exposeren: we hadden net het werk van Mark Ryden ontdekt, en daarnaast was het werk van Peter Pontiac een inspiratiebron. Beiden behorende bij een kunststroming die we hier niet kenden, sterk in muziek en populaire uitingen geaard. Zo introduceerden we de ‘Lowbrow’ en ‘Pop-Surrealisme stroming’ in Nederland, en misschien wel in Noord-Europa. Voor onze openingsexpositie hebben we in 2004 ‘dag en nacht’ gezocht, tot we het werk van Ray Caesar ontdekten (per toeval op een 3D-techniek forum). Nadat het moeizame contact was gelegd (‘Who the fuck are you?’ want als galerie bestonden we nog niet) besloten we om al ons geld in de aankoop van de eerste werken te steken.
Onze grote gok was juist uitgevallen, en de opening was een blast. Deze uitverkochte expositie was de geboorte van de KochxBos galerie. Als we er nu aan terugdenken, hebben we op basis van slechts een aantal kleine jpegs, onze eerste expositie gemaakt. Nu is dat misschien veel normaler, maar achttien jaar geleden was dat een zenuwslopende en nieuwerwetse manier van ondernemen.
Hoe zou u het profiel van uw galerie willen omschrijven?
EK/HB: Het werk van Ray Caesar werd de blauwdruk van de galerie. Verhalende, figuratieve kunst, waarin vaak meer dan een diepere laag aanwezig is. We worden aangetrokken door originele technieken en de ambachtelijke, technische kwaliteit van de kunst die we tonen is zeer hoog. Zowel op het vlak van digitaal 3D (Ray Caesar), schilderwerk (Zoé Byland) en keramiek (Claire Partington), maar ook de videowerken van Sarah Maple en grote kunstprojecten van Dadara. We huisvesten voornamelijk vrouwelijke kunstenaars, dat is op een natuurlijke wijze gegaan. Het moet vooral persoonlijk klikken met een kunstenaar, en onze gezamenlijke interesses zijn daarbij essentieel. Met het leeuwendeel van de kunstenaars werken we samen vanaf het begin van hun ontwikkeling en dat is het leukst: om beiden te groeien en in vertrouwen iets op te bouwen. Onze thema’s zijn jeugd & overkomelijkheid (hoe ga je om met gebeurtenissen uit je jonge jaren), emancipatie, underground-muziek en een kritische kijk ten opzichte van de maatschappij.
Wat vindt u het mooiste aspect van het vak galeriehouder?
EK/HB: Het pad wat we samen met de kunstenaars bewandelen is ons echte leven. We werken nauw samen met de kunstenaars. We maken voor hen kunstboeken, hun verhaal wordt vastgelegd in tekst en beeld, vormgegeven en gedrukt. Mede daardoor zien we dat het hen – en ons – helpt om inhoudelijk te groeien, een rijker leven op te bouwen.
En we vinden onze plek fijn, ook al is die niet groot. Door de ligging en uitstraling nodigt de galerie uit om binnen te komen. We ontvangen schoolklassen, gaan naar beurzen en hebben nu zo’n honderd exposities gehost. Het mooiste aspect van het vak is is dat we mensen gelukkig maken door iets toe te voegen of een onverwachte vernieuwing te geven.
EK: Hans is voor ieder boek minstens een jaar bezig samen met de kunstenaar om het werk te selecteren, het verhaal uit te filteren en de verhaallijn kloppend te maken. Dat is mooi.
Met welke galeries voelt u zich nationaal/internationaal verwant?
EK/HB: Rond 2005 waren dat Jonathan Levine in New York en Magda Danysz in Parijs. Later Stolen Space in London en tegenwoordig plekken als Giant Space in Bournemouth, maar dat komt vast omdat Sarah Maple hier nu exposeert, haha!
In een ideale wereld: welke kunstenaar zou u het allerliefst vertegenwoordigen?
EK/HB: We zouden naast onze kunstenaars graag met Mark Ryden werken.
EK: Ik vind het werk van Muntean and Rosenblum en Paco Pomet heel gaaf.
HB: Ik wordt ook wel gegrepen door kunstenaars als Jeremy Ville en Guillermo Lorca.
Wat is er veranderd in de kunstwereld sinds u uw eerste stappen zette?
EK/HB: Het eerste decennium werd de kunstwereld gedomineerd door de wat abstractere architectonische, gestructureerde kunst, gelardeerd met ‘shock-momenten’. Dat was logisch toentertijd, in een nasleep van de jaren negentig. In onze tijd was dit minder op de voorgrond, want er kwam ruimte voor de meer psychologische menselijke kant, en een oplossingsgerichte activistische generatie. Meer kleur en focus op maatschappelijke ontwikkelingen. Dat wij met Sarah Maple zijn gaan werken, kwam doordat onze eigen balans te veel overhelde naar esthetiek. Sarah, en later Dadara, hebben de balans hersteld: vrouwenemancipatie, NFT, Virtual Reality en religie kregen door hen in onze galerie een plek naar buiten toe.
Wat/wie verzamelt u zelf?
EK/HB: We verzamelen eigenlijk momenten of herinneringen – als we ergens zijn en we zien iets moois, of iets wat ons aan het denken zet, dan kopen we dat. We hebben werk van Chris Berens, de Chapman Brothers, Gold Peg, en het huis hangt vol met door ons aangekocht werk van onze kunstenaars.
Heeft Corona uw denken over de kunstwereld beïnvloed?
EK/ HB: Niet echt beïnvloed, we waren eerlijk gezegd ook erg gefocust op het ‘overleven’ van deze periode. Onze exposities en openingen met tijdsloten – direct al vanaf de eerste lockdown periode, mei 2020 – waren voor ons een eye opener. We spraken onze bezoekers in een kleine setting, leerden hen daardoor veel beter kennen. We hebben daarom ook geen opening hoeven uitstellen, en dat is voor ons en de kunstenaars goed geweest, het ging gewoon op een nieuwe manier door. Daarnaast gingen we grotere en duurdere werken via Instagram verkopen, zoiets hadden we eerder nog niet veel meegemaakt.