In de rubriek ‘De keuze van…’ laten we een keur aan kunstliefhebbers (van incidentele kopers tot kunstprofessionals) aan het woord over hun beleving van kunst, en vragen we naar hun voorkeuren: waar zien ze het liefste kunst? Waar kopen ze, en vooral: wie kopen ze? In dit deel Colin Huizing (Senior conservator Stedelijk Museum Schiedam, onderzoeker en tentoonstellingsmaker)
Wat betekent kunst voor jou?
Het zet me aan tot denken over wat ik waarneem: wat er schuil gaat achter wat zich afspeelt in de wereld, en de mij omringende werkelijkheid. Goede kunst kan op verschillende manieren de geest van een tijd duiden, maar ook aandacht vestigen op kleine details die vaak een enorme schoonheid blijken te hebben.
Voor mijn werk ben ik regelmatig op reis en ontmoet ik veel mensen. Afgelopen week was ik bijvoorbeeld bij de preview van Biënnale van Venetië. Ik ben daar om zoveel mogelijk goede kunst te zien en om met collega’s gedachten uit te wisselen over de verschillende presentaties en tentoonstellingen. Een intensief en inspirerend programma in een fantastische stad.
Kunst is een geweldig excuus om te reizen en veel leuke mensen te ontmoeten. Overigens wat dat reizen betreft: daar heb ik inmiddels wel een beetje een ambivalent gevoel over, zeker tijdens een Biënnale waarin veel kunst gaat over de vervuiling en kaalslag die wij aanrichten op onze planeet. Staan we daar met z’n allen, wereldwijd ingevlogen…
Heb je kunst van huis uit meegekregen of heb je zelf je pad moeten vinden?
Als kind bezocht ik met mijn familie nauwelijks of geen tentoonstellingen. Het speelde geen rol in mijn kindertijd. Mijn jeugd was: zeilen, polsstokspringen, schaatsen en andere buitenactiviteiten. Pas later heb ik het na een aantal omzwervingen leren ontdekken. Ik ging kunstgeschiedenis studeren nadat ik in musea spannende dingen ontdekte: Kazimir Malevich en andere Russische Constructivisten, Pop Art, Jannis Kounellis. Ik begreep het aanvankelijk niet, maar het fascineerde me enorm. De keuze voor deze studie kwam ook voort uit een behoefte om meer te weten over sociale en economische structuren uit het verleden. Beeldende kunst zag ik als de tastbare uitingen daarvan. Natuurlijk is het meer, en is het in de jaren nog veel meer voor me gaan betekenen, doordat ik werd gegrepen door ‘het onbekende’: dat wat ik niet direct begreep. Het is een avontuur waar ik dagelijks van geniet en ik voel me bevoorrecht dat ik er ook mijn werk van heb kunnen maken.
Waar haal je je informatie over het wel en wee in de kunstwereld vandaan: krant, vakbladen, televisie, online?
‘Kunstwereld’ vind ik een lastig begrip, alsof kunst op zichzelf staat en is voorbehouden aan een besloten gezelschap. Kunst is onlosmakelijk verbonden met andere ontwikkelingen in de wereld. Om te weten wat er speelt, spreek ik kunstenaars en collega’s, bezoek ik ateliers, galerieën, musea, biënnales en andere internationale manifestaties. Ook lees ik vakbladen en volg ik kunstenaars en collega’s online (Facebook en Instagram). Voor de grap volg ik Jerry Gogosian op Instagram. Hier wordt de mores van de galeriewereld op de hak genomen.
Waar bekijk je het liefste kunst? In een galerie, museum, een beurs of online?
Een beurs is praktisch om veel dingen tegelijk te zien. Maar tentoonstellingen zijn, mits goed gecureerd, meer inspirerend. Galerietentoonstellingen laten goed zien hoe een kunstenaar zijn of haar werk het liefst gepresenteerd wil hebben. Ik kan me het beste concentreren in een galerie of museum. Leuker nog is om op een onverwachte plek door een bijzondere ervaring te worden verrast.
Hoe vaak per jaar koop je kunst? Koop je werk in oplage of liefst uniek werk?
Ik adviseer regelmatig bij aankopen. Het gaat dan vooral om unieke werken. Onlangs heb ik met het Stedelijk Museum Schiedam onder andere een indrukwekkend drieluik van Tjebbe Beekman gekocht en – heel toevallig ook – een drieluik van herman de vries uit 1975. Het werk van herman de vries is verworven met steun van de Vereniging Rembrandt en het Mondriaan Fonds, die met een onmisbare financiële bijdrage de aankoop mogelijk hebben gemaakt. ‘1,2 en 3 uur onder mijn appelboom’ is een sleutelwerk uit de vries’ oeuvre. Het is het eerste werk waarin hij ons – door natuurlijke processen zichtbaar te maken – wijst op de complexiteit van de werkelijkheid. Natuur is voor herman de vries de primaire werkelijkheid. Daar is volgens hem alles uit te herleiden. Zijn werk is puur en poëtisch.
En waar koop je dan: in de galerie, op een kunstbeurs, op een veiling of online?
In galerieën en op kunstbeurzen. Maar afgelopen jaar heb ik voor mezelf op Marktplaats een foto van Daan van Golden gekocht. Het is een foto uit zijn serie Youth is an Art. Met de foto’s volgde Van Golden het opgroeien van zijn dochter. Kunst en leven lopen in zijn werk naadloos in elkaar over. Het is oogstrelend, liefdevol en magisch. Van Golden laat je heel zorgvuldig en aandachtig meekijken.
Is het belangrijk dat jij en je partner het altijd eens zijn over een aankoop? Hoe beslis je/jullie?
Het is doorslaggevend. Ik werd eens verliefd op een werk van Erik Andriesse, een handgekleurde lino van een gitaarvis, heel expressief en krachtig. Mijn vrouw vond een afbeelding ervan in eerste instantie wat heftig. Ik ging met haar naar de galerie en gelukkig: ook zij was toen verkocht. Inmiddels hangt het al bijna 20 jaar in onze woonkamer.
Is er een galerie waar je een speciale band mee hebt?
The Living Room, daar heb ik mijn eerste praktijkervaring op gedaan. Inmiddels bestaat het niet meer, maar het was een succesvolle galerie in de jaren tachtig met kunstenaars als Henk Visch, Peer Veneman, Harald Vlugt en Aldert Mantje, Rob Scholte, Fortuyn/O’Brien, Nour Eddine Jarram en anderen. Ik kwam van de universiteit waar ik in donkere collegezalen naar projecties van kunstwerken keek. Daar waren het onaantastbare iconen waar we bij wijze van spreken urenlang over konden uitweiden. In de galerie ging kunst opeens letterlijk door mijn handen en ontmoette ik de kunstenaars wiens werk ik van de colleges kende. Ik zat met ze aan tafel en sprak over de boeken die ze lazen, de muziek waar ze naar luisterden. Zo heb ik op een heel andere manier omgang met kunst gekregen. Het directe contact met kunstenaars is nog altijd belangrijk in mijn werk.
Als je onbeperkt budget had, van wie zou je dan een werk aankopen?
Als ik me tot één kunstenaar moet beperken: Yves Klein. En dan het liefst een blauw spons reliëf. Een kosmische ruimte waar je volledig in wordt opgezogen.
Wie zijn je favoriete kunstenaars op Gallery Viewer, en waarom? Liefst een mix van Nederlandse en buitenlandse kunstenaars!
Lastig, maar als het gaat om Gallery Viewer kom ik tot een volgende selectie (in alfabetische volgorde):
Marcel van Eeden: Met afbeeldingen uit archieven en tekstfragmenten uit literatuur maakt hij nieuwe verhalen die zich afspelen in zijn ; ‘hiervoormaals’, in de tijd dat hij nog niet was geboren. Associatief rijk en surrealistisch.
Ryan Gander: ‘Creativiteit manifesteert zich niet uitsluitend in de kunst’. Ganders gevarieerde oeuvre opent je zintuigen voor onzichtbare fenomenen.
Roger Hiorns: Constructie en destructie. Hiorns laat ons denken over onze verhouding tot materie en technologie. Helemaal fantastisch zijn de projecten waarvoor hij vliegtuigen begraaft.
David Jablonowski: Materiaal, technologie en communicatie. De taal en de esthetiek. Intrigerend.
Robby Müller: Ik ben opgegroeid met de films die hij heeft gefilmd (o.a. van regisseurs Wim Wenders, Jim Jarmusch, Lars von Trier). Het licht, de gevoeligheid en empathie.
Navid Nuur: Een alchemist. Materialen, processen en ruimte. Associatieve denkvormen.
Andrei Roiter: Suggestief realistische voorstellingen van een reiziger tussen Moskou, Amsterdam, New York, fictie en werkelijkheid.
Esther Tielemans: Onderzoekt de schilderkunst op een fundamentele wijze zonder de sensitieve kwaliteiten van het medium te verliezen.
JCJ Vanderheyden: Met zijn schilderijen verkende Vanderheyden systematisch de zichtbare werkelijkheid. Elk uitzicht uit een vliegtuigraam draagt zijn signatuur.